len gaan, dat zij het mogelijk doen zijn, dat op
ieder moment iedere ter markt gebrachte hoe
veelheid van een bepaald product een lonende
prijs zal opbrengen. In het kader van afzet-
rtgelingen tracht men soms echter een spreiding
van het aanbod te bewerkstelligen door b.v. het
garanderen van een zekere bewaarvergoeding.
Wanneer, buiten de publiekrechtelijke sfeer, nog
de mogelijkheid tot het verkrijgen van voor
schotten op de oogst zou bestaan, zouden der
gelijke af zetregel ingen effectief kunnen zijn en
inderdaad een spreiding van het aanbod kunnen
bewerkstelligen, waarvan de betekenis niet ge
ring geacht moet worden.
In dit verband moge erop worden gewezen, dat
zich in de practijk tot op zekere hoogte reeds
een oogstfinanciering heeft ontwikkeld. Als
zodanig mag men b.v. aanmerken het afgeven
van aardapptlwissels door de coöperatieve aard
appelmeelfabrieken, de voorlopige uitbetaling
der coöperatieve suikerfabrieken, het geven van
voorschotten op granen en zaden, geleverd aan
coöperatieve verkoopverenigingen. Ook in de
uitbetaling der coöperatieve zuivelfabrieken zit
een element van voorschotverlening, aangezien
melkgelden betaald worden, voordat de pro
ducten verkocht en betaald zijn. Het particuliere
verwerkende bedrijf heeft overeenkomstige re
gelingen en gaat vaak nog verder dan de
coöperatie. De Centrale Suikermaatschappij b.v.
geeft voorschotten op aan haar te leveren nog
te velde staande suikerbieten. Voorschotten op
nog te oogsten tuinbouwproducten worden soms
verleend met verplichting tot cessie van veiling-
gelden als zekerheid, al dan niet met medewer
king van het Waarborgfonds C.
De hiergenoemde voorschotverleningen, welke
men indirecte oogstfinanciering zou kunnen
noemen, hangen ten nauwste samen met de ver
werking en de wijze van afzet der producten.
Ontbreekt de band met een verwerkende in
dustrie of met een afzetorganisatie, dan wordt
het vraagstuk veel moeilijker. Immers ingeval
de voorschotverlening loopt via een coöperatie
zal de geldgevende credietinstelling (boeren
leenbank) zich gedekt weten door een aanspra
kelijkheidsregeling of door andere zekerheden.
Voor de afzet- of verwerkingscoöperatie, die
de voorschotten verleent, moet de zekerheid ge
vonden worden in de statutair vastliggende ver
plichte levering der producten.
Indien een voorschot rechtstreeks door een
boerenleenbank gegeven zou worden b.v. aan
een lid-aardappelteler, uitsluitend met de op de
boerderij opgeslagen aardappelvoorraad als on
derpand (directe oogstfinanciering)is echter
geen voldoende zekerheid aanwezig. Evenmin
is dit het geval, wanneer groeiend gezvas onder
pand zou zijn. Dit laatste is een vorm van
directe oogstfinanciering, waarbij eerst in de
tweede plaats het bovengenoemde doel (sprei
ding van de markt) beoogd wordt, doch waarbij
het er primair om gaat, dat de boer zijn bedrijf
kan voeren zonder dat hij, ter voorziening in
zijn behoefte aan bedrijfskapitaal, gedwongen
wordt reeds van te voren onvoordelige
contracten te sluiten over de afzet der nog te
velde staande oogst om zodoende van de toe
komstige afnemer een voorschot te verkrijgen.
Aan beide vormen van directe oogstfinanciering
(dus zowel de oogstfinanciering onder verband
van de te velde staande gewassen als die, waarbij
de geoogste producten worden verbonden) kleeft
het bezwaar, dat de gestelde „zekerheid", hoe
wel juridisch in orde, practisch allerminst wer
kelijk afdoende dekking biedt.
Om dit toe te lichten is het nodig deze kwestie
juridisch eens wat nader te bezien, waarbij dan
met name de financiering van de te velde
staande oogst onder de loupe genomen zal
worden.
Zoals reeds gezegd, is het juridisch ongetwijfeld
mogelijk de oogst te verbinden. Dit kan op ver
schillende manieren geschieden.
Zo is het b.v. mogelijk, dat er een „vóórver
koop" van de oogst plaats vindt aan de bank,
(dat is een overeenkomst van koop en verkoop,
waarbij de verkoper zich verbindt, de verkochte
zaken te leveren, zodra zij geoogst zijn), waar
tegenover de bank de boer een koopprijs betaalt,
welke in gedeelten voldaan wordt, in dier voege,
dat een gedeelte gelijk aan b.v. 70 °/o van de op
het moment van de verkoop geldende marktprijs
terstond wordt voldaan en het restant later
wordt afgerekend. Dit restant kan dan vermin
derd worden met een bepaald percentage, dat de
bank als rente over het reeds betaalde gedeelte
toekomt.
Ook treft men aan de eigendomsoverdracht tot
zekerheid, doch eigenlijk kan dit, zolang de
oogst te velde staat, niet anders zijn dan een
verplichting van de credietnemer om de pro
ducten in eigendom tot zekerheid van het crediet
over te dragen zodra de gewassen zijn geoogst
en roerend geworden zijn. Immers, zolang zij
ongeoogst te velde staan, zijn de gewassen on
roerend, hetgeen krachtens de geldende juris
prudentie tot gevolg heeft, dat zij slechts over
gedragen kunnen worden, tezamen met de grond,
waarop zij staan, door middel van overschrij
ving in de openbare registers. Worden de
roerende goederen in eigendom tot zekerheid
overgedragen, dan worden deze door de crediet-
gever in bruikleen afgestaan aan de overdrager.
8