Prof. Helleputte en de latere eerste minister Schollaert de Boerenbond op, welke laatste alle over het land verspreide hoerengilden zou om vatten en tevens tot taak zou hebben het op richten van spaar- en leenkassen, ten einde de landbouwers te vóórzien van het benodigde be- drij fskapitaal. De spaar- en leengilden namen een grote vlucht en overtroffen al spoedig de landbouwkantoren, opgericht volgens de wet van 1884. Reeds in 1894 kwam een wet tot stand, die de wet van 1884 wijzigde ten gunste van de spaar- en leen gilden. De regeling voor de landbouwkantoren bleef onveranderd. Op grond van de Belgische wetgeving bleek voor de landbouwcredietinstellingen de vorm der coöperatieve vereniging de meest gewenste te zijn. De statuten der spaar- en leengilden, opgesteld volgens de principes van Raiffeisen en door Mellaerts aangepast aan de bepalingen der Bel gische wetgeving, zijn in grote trekken in ge bruik gebleven tot 1935. In laatstgenoemd jaar werden in het Belgische private landbouwcrediet grondige wijzigingen aangebracht en betrad het nieuwe wegen, waarop wij nog nader terug komen. Men onderscheidt ten aanzien van het landbouw crediet in België drie soorten van organisaties, de private (de Raiffeisenkassen, georganiseerd in de Middenkredietkas van de Belgische Boe renbond), de semi-publieke (de landbouw kantoren) en de publieke organisatie (gevormd door het Nationaal Instituut voor landbouw krediet, een overheidsinstelling). Het boek van de heer Florquin behandelt na de historische inleiding, het overzicht van de grondslagen van het stelsel van Raiffeisen en de landbouwcredietmarkt in België achtereen volgens de werking der drie bovengenoemde organisaties om ten slotte met enkele bijzondere onderdelen te besluiten. Over de werking der genoemde organisaties willen wij thans nog het een en ander weergeven. Deze instelling (kortweg genoemd de M.K.K.) werd in 1895 opgericht. Er bestonden toen 24 plaatselijke kassen; oorspronkelijk genoemd spaar- en leengilden of spaar- en leenkassen, thans aangeduid als Raiffeisenkassen. De M.K.K. werd opgericht als coöperatieve ver eniging met beperkte aansprakelijkheid. De leden (de plaatselijke Raiffeisenkassen) waren aan sprakelijk voor het tienvoud van het nominale bedrag aan aandelen, dat zij hadden in de M.K.K. De functies van de M.K.K. waren die van de gelduitwisseling (enerzijds Raiffeisenkassen, die gelden over hadden, anderzijds banken, die geld nodig hadden), de controle op de aange sloten banken, alsmede voorlichting zowel op juridisch als op meer algemeen gebied. In 1904 werd een z.g. Dienst Grondkrediet ingesteld, welke diende te voorzien in de behoeften, die de landbouwers hadden aan grondcrediet (naast vlottend en vast bedrijfscrediet). I11 de behoefte aan grondcrediet werd vóór 1904 voorzien door particulieren en hypotheekbanken. Ook de spaar- en leenkassen verstrekten wel dergelijke credieten, maar dit'werd al spoedig met het oog op de aard en het karakter der aan de spaar- en leenkassen toevertrouwde gelden ongewenst geacht. Het door de Dienst Grond- krediet benodigde kapitaal werd verkregen door de uitgifte van pandbrieven. Evenals bij ons waren ook de jaren 19141918, die dus van de eerste wereldoorlog, voor het Belgische landbouwcrediet jaren van belangrijke groei. Zo bedroegen de deposito's der locale banken bij de M.K.K. in 1913: fr. 15.500.000.- en in 1918: fr. 168.000.000.-. Deze overvloed van middelen had tot gevolg, dat de crediet- verlening der M.K.K. in deze jaren slechts ge ring was. De toeneming van het aantal aangesloten banken was eveneens groot: in de jaren 1915 tot en met 1917 sloten zich niet minder dan 168 nieuwe banken bij de M.K.K. aan. Bij het beschouwen van de omvang van het be drijf der M.K.K. gedurende de oorlogsjaren dient bedacht te worden, dat de banken, gelegen in het z.g. étappengebied, van alle contact met de M.K.K. waren verstoken. In deze oorlogsjaren verleende de M.K.K. ook bijzondere diensten en wel ten aanzien van de belegging van overtollige gelden van particu liere landbouwers, welke gelden bij de M.K.K. op termijn konden worden geplaatst voor 5 of 10 jaar, aangezien andere wijzen van belegging óf onvoldoende zekerheid boden óf niet vol doende rendabel waren. Verder ten aanzien van de credietverstrekking aan landbouwers en landelijke gemeenten die ten gevolge van oorlogsomstandigheden in fi nanciële moeilijkheden waren geraakt. Na afloop van de eerste wereldoorlog werd de hulp van de M.K.K. en de bij haar aangesloten banken gevraagd ten behoeve van het herstel van oorlogsschade. Later werd het herstel gro tendeels gefinancierd door het Verbond van coöperatieve verenigingen voor oorlogsschaden, Soorten van landbouwcredietorganisaties De Middenkredietkas van de Belgische Boerenbond 1 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 12