FINANCIEEL OVERZICHT andere ervaringen en wijst o.a. op de ouder avond, die van belang kan zijn om het school- sparen naar voren te brengen. Bij een bepaalde school met 60 leerlingen was dat ook gebeurd, zodat men al direct met 37 leerlingen begon te sparen. Wij hebben al voldoende gegevens ontvangen om in verschillende gevallen op frappante resul taten te kunnen wijzen. Zo ontving de bank te Puttershoek van 1 Januari tot 31 Dcember 1948 uit de zegelverkoop een bedrag van 4.477,15. Tot 1 October van dit jaar kwam er 2.924,71 bij, zodat het totaal 7.401,86 bedroeg. Op namen vonden niet plaats. Het werk geschiedt uitsluitend door de drie aangesloten scholen, waarvan 214 leerlingen meesparen. Het totaal aantal leerlingen bedraagt 289. Wij vermelden slechts een enkel geval en hopen te zijner tijd tot een totaal overzicht te kunnen komen. Hoezeer er bij het schoolsparen steeds wordt gewezen op het belang van het regelmatig sparen, waarbij zelfs het meebrengen van grote bedragen sterk wordt afgeraden, toch zal het ieder kassier in zijn hart goed doen, wanneer er behoorlijke cijfers worden bereikt. De bank te braneker, die zelf cle zegelverkoop verzorgt, vermeldde van een enkele school 21 sparende leerlingen. Na 13 weken, waarin dus 273 stortingen hadden kunnen plaats hebben, werden slechst 13 absenten waargenomen. Ge middeld brachten de kinderen ongeveer 60 cent mede. Op verzoek van enkele kassiers wordt bovenaan de spaarkaart in druk opgenomen: nummer spaarboekje, nummer dagboek, nummer folio en totaal zegelbedrag van de kaart. Wij hebben aan dit verzoek voldaan, omdat het voor anderen en bij de controle een gemak kan betekenen. Het is wel een zeer merkwaardige ontwikkeling geweest, die wij in de afgelopen maand op de beleggingsmarkt hebben kunnen waarnemen. Aan de éne kant werd er met obligaties van de zogenaamde dollarlening bijna dag in dag uit gesmeten, aan de andere kant kon men het te gelijkertijd beleven, dat vooral de leningen met middelmatig lange looptijd zoals de 3 in vesteringscertificaten en de 3 lening Neder land per 1962/64- tot recordhoogte stegen en bijna de pari-stand bereikten. De 3 dollar lening bracht het daarentegen zelfs tijdelijk tot een dieptepunt van 93V16 1 Van de langer lopende leningen (de gemiddelde looptijd van de investeringscertificaten is 14 jaar) deden het 't beste de 3/3Jd °/c lening 1947, die echter slechts een lange looptijd (ten hoogste 40 jaar) heeft, indien ze in 1957 y/2 c/o rente gaat dragen. Want anders wordt ze in laatstgenoemd jaar afgelost en de looptijd dus bekort tot omstreeks 7 jaar. Doch de ver wachting is algemeen, dat tegen 1957 toch in elk geval wel een rentepeil van y/2 zal zijn bereikt. Zowel in het geval van vroegtijdige af lossing als bij renteverhoging is de lening 1947 aantrekkelijk, want 3 c/o rente is voor een 7- jarige Staatslening onder de thans heersende marktomstandigheden wel heel behoorlijk, ter wijl renteverhoging tot y/2 °/o de koers veel minder kwetsbaar zou maken bij een algemene stijging van de rentevoet dan b.v. van de 3 lening 1937, die een totale looptijd heeft van 50 jaar of van de inschrijvingen Grootboek 1946, een 50-jarige lening. Het tegengestelde koersverloop tussen de dollar lening en de rest van de markt alleen de 2]/2 °/o N.W.S. (de z.g. integralen) vertoonde een dergelijk disagio, blijkbaar enerzijds als ge volg van het ontbreken van belastingsteun aankopen, anderzijds op grond van grote kans op koersverlies bij rentestijging wegens het eeuwigdurende karakter van deze „oude schuld" vormt een aanwijzing van het stevige funda ment, waarop de beleggingsmarkt thans rust. Zo is het immers alleen te verklaren, dat de 3 dollarlening geen bres heeft kunnen schieten in het front van de goedkoop-geld-politiek. Want zolang de koersen der vaste rente-gevende fondsen goed op peil blijven of, zoals thans, nog verder stijgen, kan minister Lieftinck rustig slapen. Toen deze bewindsman dan ook onlangs verklaarde de geldende rente volkomen in over eenstemming te achten met de toestand op de kapitaalmarkt, heeft hij zeker niet meer beweerd, dan hij in het licht der feiten verantwoorden kon. Het allergrootste gedeelte van de heffingen en de over de oorlogsperiode achterstallige belas tingen is inmiddels voldaan, zodat de steun- Enkele resultaten Wijziging spaarkaart 16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 16