De bank kan niet zelf op de hier bedoelde dag vaarding verschijnen. Dit moet ,,per procureur" geschieden en hiervoor zorgt onze juridische afdeling. Het is derhalve nodig om deze af deling onzer bank zo snel mogelijk van een ge legd beslag ,in elk geval wanneer dit doel ge troffen heeft, op de hoogte te stellen en de later te ontvangen dagvaarding tot het doen van ver klaring tijdig voor de eerste zittingsdag aan haar op te zenden. Daarbij geve men dan tevens op, wat precies door het beslag getroffen is. Men mene niet, dat het met een belegd beslag niet zo nauw genomen behoeft te worden, daar het niet- of onjuist afleggen van een verklaring voor de bank zeer nadelige gevolgen kan hebben. Verschijnt namelijk een derde-beslagene (de bank) niet voor de rechtbank of legt zij daar geen verklaring af, dan wordt zij zonder meer veroordeeld om het bedrag, waarvoor het beslag werd gelegd, plus de kosten, aan de beslaglegger te betalen, zulks ongeacht de omstandigheid of de belastingschuldige al dan niet enig tegoed bij de bank heeft. Men denke dus niet„De belas tingschuldige heeft toch geen tegoed of slechts een zeer gering tegoed en daarom kunnen we de zaak wel laten lopen." Wordt een onjuiste verklaring afgelegd, welke niet door de beslaglegger wordt goedgekeurd en wordt daarop de verklaring door de recht bank verbeterd, dan wordt de derde-beslagene gewoonlijk in de kosten der verklaringsproce dure veroordeeld en komen deze uiteindelijk dus niet ten laste van degene, die de belastingschuld heeft. Het is dus zaak om ten deze heel secuur te handelen. Tot slot moeten wij nog op een belangrijke bijzonderheid w ij zen. Het komt wel eens voor, dat na een gelegd executoriaal derden-beslag de dagvaarding tot het doen van verklaring niet binnen de gestelde termijn (hierboven vermeld) wordt uitgebracht. Dit gewilde of ongewilde verzuim van de be slaglegger beeft weliswaar niet tot gevolg dat het gelegde beslag dan automatisch als opge heven kan worden beschouwd, maar toch is de derde-beslagene dan bevoegd (niet verplicht) om sedert het verstrijken van de termijn de reke ninghouder/spaarder opnieuw over het in be- slag genomen tegoed te laten beschikken. Deze bevoegdheid van de bank houdt echter weer op indien en zodra de dagvaarding alsnog aan haar wordt uitgebrachtHetgeen op het moment van dagvaarden nog als tegoed aanwezig is, moet vervolgens in de procedure verantwoord worden. Met nadruk wijzen wij erop, dat men, alvorens een opnieuw beschikken door de rekeninghou der/spaarder toe te staan, terdege overtuigd moet zijn, dat de wettelijke termijn van dag vaardien inderdaad verstreken is. V anneer de belastingschuldige niet in verzet is gegaan, is dit tijdstip niet zo moeilijk te bepalen, maar wanneer wèl verzet door hem is aangetekend, diene men zich eerst behoorlijk te vergewissen, dat de verzet-procedure, welke wel een jaar of nog langer kan duren, inmiddels al meer dan een maand geleden is geëindigd door afwijzing van het verzet. 3. Conservatoir derden-beslag. Dit voorlopig beslag (dat door de fiscus gelegd kan worden wanneer er nog geen executoriale titel is) komt niet dikwijls voor, maar toüh wil len we er enkele woorden aan wijden. De fiscus kan het doen leggen door middel van een eenvoudige kennisgeving van de inspecteur of de ontvanger aan de bank, waarbij moet worden vermeld, voor welke belasting(en) en tot welk bedrag het geldt. Vanaf het moment, dat deze kennisgeving door de bank is ontvan gen, mag de rekeninghouder/spaarder op geen enkele wijze meer over zijn tegoed beschikken. Het conservatoir beslag blijft liggen totdat het is omgezet in een executoriaal beslag. Hiervoor is geen bepaalde termijn voorgeschreven. De omzetting vindt plaats door het uitbrengen van een dwangschrift aan de belastingschuldige. Binnen een maand nadien moet dit dwangschrift ook aan de bank betekend worden, onder gelijk tijdige dagvaarding tot het afleggen van een verklaring voor de rechtbank. En daarop krij- pen we dan weer de hierboven behandelde procedure. Het geheel willen we besluiten met nog enkele algemene opmerkingen. Eerstens willen we er nog op wijzen, dat een beslag de geldsaneringsvoorschriften niet buiten werking stelt. Tenzij een beslag van de fiscus betreft: belastingen, verschuldigd over 1945 of voorgaande jaren dan wel verplichte zeker heidstelling, vermogensheffing ineens of ver- mogensaanwasbelasting (voor een terecht ge dane vordering" geldt ten deze dus ook geen beperking!) mag een monetair nog geblokkeerd tegoed ook wanneer dit reeds op beleggings rekening staat eerst aan de beslaglegger wor den afgedragen na daartoe verkregen toestem- minp- van de Nedcrlandsche Bank. o o 9

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 9