FINANCIEEL
OVERZICHT
Voorts ontvangt de houder van het jeugdspaar-
boekje bovendien een jaarlijkse premie in de
vorm van een gratis bijschrijving van 5 frs. Op
namen zijn alleen mogelijk in bijzondere, van
te voren vastgelegde gevallen, b.v. huwelijk en
verder naar het oordeel van de bank.
I loudt men zich niet aan de verplichtingen, dan
wordt het jeugdspaarboekje als een gewoon
spaarboekje beschouwd en behandeld. Om mis
bruik te voorkomen mag iedere spaarder slechts
één jeugdspaarboekje bezitten en er mogen al
leen bedragen op worden gestort, die de jeug
dige spaarder in feite ook toebehoren. Verdere
zekerheid bestaat in de bepaling, dat jeugd-
spaarboekjes nimmer overgedragen kunnen wor
den en alleen in bepaalde gevallen met goedkeu
ring van de bank bij haar verpand mogen
worden.
Al deze voorrechten komen op zijn laatst te ver
vallen zodra de inlegger zijn 28ste jaar heeft
bereikt.
Dit initiatief van de ,,Züricher Kantonalbank"
is ten zeerste toe te juichen. Immers de spaar
zin van de jeugdige personen wordt gesteund,
juist op het moment, dat deze hun intrede doen
in het bedrijfsleven en ook dan, doordat zij
alleen staan, nog de meeste gelegenheid hebben
regelmatig een deel van het loon op zij te leggen.
I Iet is zowel voor de jonge man als voor de
jonge vrouw van het grootste belang over een
De afgelopen maand is rijk geweest aan uit fi
nancieel oogpunt buitengewoon belangrijke ge
beurtenissen. Het toeval heeft gewild, dat het
besluit tot devaluatie en de millioenennota op
één en dezelfde dag werden gepubliceerd.
Vooral als gevolg daarvan werd aan de eerste
gebeurtenis het leeuwendeel van de plaatsruimte
in de dagbladpers toegemeten en kwam de Rijks
begroting er enigszins stiefmoederlijk af. Ook
wij willen op deze plaats eerst even bij de mone
taire operatie stilstaan om vervolgens de huis-
houdrekening van het Rijk in onze beschouwing
te betrekken.
De devaluatie heeft zich, afgezien van de opwin
ding, die daardoor algemeen werd teweeg ge
bracht, vrijwel geruisloos voltrokken. Althans in
deze zin, dat de verschijnselen, welke in ,,de goe
de oude tijd" een dergelijk drastisch ingrijpen
vergezelden, ditmaal achterwege bleven. Van een
vlucht uit de gulden in de goederen is geen
ogenblik sprake geweest, een prijsverhoging
eigen spaarpotje te beschikken, b.v. bij het in
richten van een eigen huishouden, waardoor het
aanschaffen van de nodige huishoudelijke voor
werpen uit eigen middelen mogelijk is en de
spaarder behoed wordt voor het aangaan van
schulden en de nadelen van het afbetalings
systeem. Als de spaargewoonte eenmaal is inge
worteld, dan zal ze zeker ook in latere jaren
haar vruchten dragen en tevreden en levensblije
mensen vormen, die niet met angst de laatste
dag van de maand tegemoet zien en niet voor
iedere nieuwe aanschaffing met een bang hart
hun francjes moeten tellen.
Uit het vorenstaande blijkt, dat de „spaaropvoe-
ding" in Zwitserland een betrekkelijk nieuw be
grip is. Wij kennen dit o.a. in onze school- en
jeugdspaarbanken, maar ook wij zijn ons bewust
van een hiaat. Juist in de moeilijkste jaren van
de oudere jeugd hebben onze spaarbanken wei
nig gedaan om de spaargewoonte levend te
houden. Daar onze schoolspaarbanken op dit
gebied pionierswerk verrichten, zou het te over
wegen zijn in dezelfde geest door te werken en
de leerlingen na het verlaten van de school op
nieuw aan de spaarbank te binden op de wijze
als hierboven omschreven. Wij willen deze ge
dachte gaarne in discussie brengen en nader uit
werken, indien hiervoor belangstelling mocht
bestaan van de zijde van onze coöperatieve boe
renleenbanken.
heeft zich in de consumptieve sector nog even
min aangediend, de banken werden niet be
stormd, het tegoed werd algemeen ook bij
ons rustig op de rekening gelaten en de geld
circulatie werd door de devaluatie niet merkbaar
beïnvloed. Blijkbaar, zo moet men wel conclu
deren, bestond er ditmaal dan zeker ook geen
aanleiding voor een dergelijke verstoring van de
stabiliteit.
Deze conclusie is inderdaad gewettigd. Voor de
binnenlandse economische en financiële situatie
is eigenlijk alles nog bij het oude gebleven.
Immers, zolang de prijzen en de lonen niet ver
anderen, blijft de koopkracht van de gulden
hetzelfde. Deze koop- en bestedinsgkracht kan
worden gemeten met behulp van zogenaamde
indexcijfers, welke eigenlijk niets anders zijn
dan prijsgemiddelden, die van een vaste reeks
goederen elke maand door het Centraal Bureau
voor de Statistiek worden berekend (hierop kun
nen wij thans niet nader ingaan). De verklaring
Sparen contra afbetaling
Vergelijking