VERMINDERDE SPAARZIN OOK IN ZWITSERLAND de omstandigheden een natuurlijke gang van zaken. Toch zal men er tegen dienen te waken, dat het lidmaatschap niet zuiver als een vorm wordt aangevoeld, terwijl uitbreiding van het ledental alleszins gewenst blijft. Enerzijds kunnen der halve pogingen worden gedaan om de belang stelling der leden op te wekken, anderzijds kun nen nieuwe leden worden verworven, waarbij een beroep kan worden gedaan op de saamhorig heid. Wij willen deze beide kanten van de zaak in het kort nader bezien. Het opwekken van de belangstelling is geen ge makkelijke taak, gezien de ervaringen, die men o.a. heeft met de algemene vergaderingen. I och zijn er voorbeelden genoeg, die nagevolgd kunnen worden. Zo zijn er in sommige delen van ons land banken, die op dit terrein samen werken met andere plaatselijke coöperaties en een eenvoudig 14-daags of maandelijks blaadje uitgeven. Men heeft hierdoor de gelegenheid de leden op de hoogte te houden van alle zaken, die de bank betreffen of die op financieel terrein voor hen van belang zijn. Andere banken volstaan met gestencilde mede delingen, die al of niet periodiek verschijnen. oorts is ons een geval bekend van een kassier, die aan die hand van het ledenregister naging of alle leden ook wel als spaarder waren ingeschre ven. Hij kwam daarbij tot de interessante ont dekking, dat dit vaak niet het geval was. Het gevolg was, dat hij een beroep op hen deed om hun spaargelden naar de boerenleenbank te doen overboeken of een nieuwe rekening te doen openen. Hetgeen ook succes had. Er zijn ook besturen van boerenleenbanken, die aan hun algemene vergadering voldoende in houd weten te geven om een bindend element in hun ledenkring te krijgen. Nogmaals, het is geen gemakkelijke taak om naar een bewust lidmaatschap te streven, doch de mogelijkheden zijn er. En ook hier speelt de persoonlijke invloed van bestuur en kassier weer een grote rol. Ieder economisch stelsel eist investeringen door besparingen. Waar de woedende golven van de oorlog vrijwel alle landen van Europa teister den, daar werd in Zwitserland hoogstens een licht gekabbel bemerkt, begeleid door het ge- twinkel van het binnenstromende goud. Dit land 1 2 En nu de ledenwerving. Bezien wij de totaal cijfers na de oorlog, dan blijken deze een zelfs toenemende stijgkracht te vertonen, nl. ultimo '945161.000 leden, 1946: 164.000 leden en 1947: 168.000 leden. Wij beschikken niet ovin gegeven s om deze aanwas van 3.000 en 4.000 leden te vergelijken met de bevolkingsaanwas van het plattelandi, doch zeker is, dat het leden tal van alle coöperatieve boerenleenbanken teza men het getal van zelfstandigen in de landbouw overtreft. Hetgeen nog niet betekent, dat al deze zelfstan digen lid zijn, want een beduidend percentage der leden moet onder middenstand, burgerij en rechtspersonen worden gezocht. Er is dus gelegenheid voldoende om in het hij zonder onder de boerenstand nieuwe leden te werven. En niet alleen gelegenheid, neen, wij willen het zien als een plicht van de coöperatieve vereniging om haar ledental te vergroten. Daar bij zal niet gewacht moeten worden tot men ter- wille van een crediet of voorschot tevens lid wordt. Neen, hier is het terrein, waar onze bestuurders persoonlijk actief kunnen zijn en zelf hun mensen dienen te overtuigen van de noodzaak, dat iedere boer en tuinder lid is van de coöperatieve boerenleenbank. En wel zeer duidelijk is die taak, waar het erom gaat de jongeren te winnen voor de oude ge dachte van de onderlinge samenwerking ter- wille van de zelfbescherming. Er worden, ook door andere coöperaties, de laatste tijd meer en meer pogingen gedaan om het jonge geslacht, dat het historisch contact met de coöperatie mist, opnieuw te binden. Juist onze bestuurders, die ten dele de historie ,,aan den lijve" hebben ondervonden, hebben daardoor de mogelijkheden om zo nodig onge zocht het belang van het lidmaatschap naar voren te brengen en te verdedigen. Onze afdeling propaganda zal op dit onderwerp nog nader terug komen en materiaal verstrek ken, dat persoonlijk gericht kan worden aan hen, die daarvoor in aanmerking komen. werd, zoals men algemeen aanneemt, ook niet geplaagd door de naweeën van de oorlog, het kende geen geldzui vering en liet zou een land van belofte zijn. Een artikel in de „Neue Ziiri- cher Zeitung" van 9 Juni 1949 geeft ons aan gaande een enkel verschijnsel echter andere in- Naar een bewust lidmaatschap Uitbreiding van het ledental

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 12