WAT ZEGT ONS LEDENREGISTER?
bodig is en de resultaten voor alle deelnemende
kinderen gelijk zijn. Er wordt immers eens per
14 dagen een zegel afgegeven. Niemand kan
meer krijgen, ruilen komt niet voor en de ver
zameling is met 20 zegels voor iedereen com
pleet. Een volledige verzameling zal door zijn
algemene gelijkheid wellicht weinig waarde
hebben in de ogen van de jeugd en het kan in
dit verband gewenst zijn een kleine premie uit
te loven voor hen, die trouw twintig maal in
dit jaar hebben gestort. 1 let laatste is evenwel
alleen voor de gewone spaarbanken en niet voor
de school spaarbanken van belang.
Iedere kassier zal dus rekening moeten houden
met een mogelijke toeloop van kinderen op de
momenten, dat de nieuwe zegels uitkomen. Voor
de schoolspaarbanken levert dit weinig bezwaar
op, daar de venzamelzegels tegelijk met de
spaarzegels als regel op school worden uit
gegeven. Het werk van de school spaarbank kan
z.elfs worden gestimuleerd en door de uitreik-
data van de verzamel zegels zal een zekere regel
maat worden verkregen in de zegelverkoop.
Tevens is het thans mogelijk om die leerlingen
aan te trekken, die tot dusverre niet meespaar-
den. Wij achten derhalve het belang van de actie
het grootst bij het jeugdsparen op school, waar
bij ze het gemakkelijkst aansluit zonder extra
dagboekposten en zonder extra premie.
Mocht men alsnog plannen koesteren om een
schoolspaarbank op te richten, dan is het raad
zaam daar niet mede te wachten, want het mo
ment is thans wel gunstig, gezien de gratis pro
paganda. Voor de overige banken is de sitxxatie
anders en wellicht minder aantrekkelijk, daar
alle drukte z.ich periodiek gedurende korte tijd
op het kantoor concentreert. Ongeacht de
grootte van de storting kan de jeugd een zegel
bemachtigen, zodat men zich ongeveer een beeld
kan vormen, wat onze banken te wachten kan
staaneen lange rij ongeduldige kinderen met
in de ene hand een spaarbankboekje en in de
andere hand een warm gekoesterd dubbeltje.
En die rij wekt weer nieuwe visioenen van een
groot aantal minimale dagboekposten. Overi
gens kan men zich houden aan het reglementair
vastgestelde minimum voor de inlagen of des
noods wordt een redelijke minimumstorting
vastgesteld. Natuurlijk wordt het aantal kinde
ren beperkt tot het aantal kaarten, dat de eerste
keer is uitgereikt. Maar de olievlek breidt zich
uit en nieuwe kinderen melden zich, die al
spaarder zijn en die men toch de kaart niet kan
weigeren in de periode van uitreiking of na-
uitreiking. En dan komen er weer, die nog niet
spaarden en met hun eerste storting ook cliënt
willen worden. Kan men die de deur wijzen?
Ook dat gaat toch niet? Wij moeten ze zelfs
van harte welkom lieten, want in deze dagen
zwaaien alle bankdeuren gastvrij open voor de
sparende jeugd. ITet behoeft zelfs geen betoog,
dat iedere spaarpropaganda, van de bank zelf
uitgaande, 1111 op zijn plaats is, omdat die in al
gemene zin wordt gesteund.
Het is niet onze bedoeling geweest een over
dreven beeld te schetsen, doch wel dient men
zich te realiseren, welke consequenties deze
zegelactie met zich kan brengen. Het is beter
daar bij voorbaat rekening mede te houden. ITet
verstrekte werkschema dient men in dit verband
te zien als een kader, binnen hetwelk men naar
eigen inzicht kan handelen, mede rekening hou
dende met de plaatselijke omstandigheden en de
mogelijkheden van de bank.
Tndien men van een willekeurige coöperatieve
boerenleenbank het ledenregister zou opslaan,
dan is het beeld een weinig zeggende reeks van
namen met data en de daarbij behorende aan
tekeningen en handtekeningen. Uit deze reeks
kunnen de ingewijden evenwel een groot deel
van de historie van de bank distilleren. Voor hen
doemt achter iedere naam de gestalte op van de
persoon, die zich met zijn handtekening aan het
statuut van de bank verbond en 'zich min of meer
de principiële zijde van het coöperatief land-
bouwcrediet realiseerde.
Op het „min of meer" willen wij in het bijzon
der de aandacht vestigen, want het valt niet te
ontkennen, dat de daadwerkelijke belangstelling
van de leden verminderde naar mate de bank
zich ontwikkelde en steviger gefundeerd werd.
Tndien wij de eerste handtekeningen in het
register nagaan, dan treffen wij de namen aan
van hen, die welbewust een verplichting hebben
aanvaard en in hun tijd een zekere-strijd moes
ten voeren. Allengs werd de verplichting minder
gevoeld en beschouwde men het lidmaatschap
vaak als een noodzakelijkheid om bij de boeren
leenbank in enigerlei vorm crediet te kunnen
opnemen. Overigens zeer begrijpelijk en gezien
11