tj J-em in ci dezelfde inflationistische (geldverruimende èn prijsstijgende) uitwerking. Ten slotte nog dit: Of de overheveling van de Marshall-guldens naar de vrije rekening van het Rijk hij de circulatiebank inééns voor het gehele bedrag van 240 millioen plaats zal vinden, dan wel geleidelijk naar gelang van de besteding overeenkomstig de plannen, is op het ogenblik van schrijven nog niet bekend. De verwachting is, dat het Rijk tegelijk over het gehele bedrag de beschikking krijgt. Ook dit zou de positie van de schatkist verlichten, omdat de herstel werkzaamheden (woningbouw in geteisterde gebieden, Noord-Oostpolder en verbetering van landbouwgronden) uiteraard zeer geleidelijk worden verricht en de vrijgekomen gelden dan intussen tijdelijk voor andere doeleinden zouden kunnen worden gebruikt. Zo ziet men, hoe diep de wijze, waarop de Marshall-guldens mogen worden gebruikt, op de financiering van het Rijk en bijgevolg indi rect op geld- en kapitaalmarkt ingrijpt. Met grote belangstelling wacht men daarom af, welke bestemming de resterende Marshall guldens" zullen krijgen. Juli 3 3 97 V. 98 98 v« 96 7A 97 'A 97 V* 97 98 V» 98 'A V. 95 V« Hieronder laten wij wederom de verzamelbalans volgen der hij de Centrale Bank aangesloten banken, per het einde der maanden December 1948, Mei 1949 en Juni 1949. '■7 Datum 7 Maart 21 Maart 8 April 22 April 20 Mei 24 Juni 1 V2 Nederland 1947 96 Vis 97 Vis 97 9615A« 97 7* 97'V.n 3 Nederland 1962/ '64 met belast, fac. 96 '/ia 98 1/4 98 Vs 98 Vs 99 3 Investeringscert. 96 y. 97 'A 97 98 716 3 Nederland 1937 95 s 96'V is Vis 97 Vis 97 i« 97' is 97 Vs 3 $-lening 1947 101 100 y8 104 'A io6 71, 1061 1 IS 2/2 5 N.W.S. 79 SA 7918As 79 80 7.s 80 7* 8ou/is 8(4 Vs 3 Tndië 1937 A 94 3A 94llA« 94 Vs 9315/is 95 - s 95 3 ACTIVA 31-12 3i-5 30-6 PASSIVA 31-12 3'-5 30-6 1948 '949 1949 1948 1949 1949 Liquide middelen Verplichtingen Ras. giro, enz 18.5 20.4 20.8 aan derden Centrale Bank 775-2 717-5 70.T3 Banken 0.2 0.8 0.9 Beleggingen Centrale Bank 1.0 Spaargelden 985.0 974-3 973-8 Aandappelwissels 4.6 3-8 4.1 Creditsaldi in lopende Schatkistpapier 28.2 29.5 21.4 rekening 211.8 189.0 178.8 Effecten 124.5 131.6 131.8 Zegeldepot Centrale Deelnemingen leningen 21-5 21.3 21.9 Bank 0.4 0-3 Bedrijfscredieten Eigen kapitaal Voorschotten en debet- Reserve inclusief bij saldi in lopende reke 289.5 zondere reserve 41.2 44.1 44-5 ning 262.4 278-3 Transitorische passiva Immobilia Saldo diversen Vast goed' 4.0 4-3 4-3 (winsten, onkosten, Aandelen Centrale Bank 2.6 2.6 2.6 te betalen belastingen, Transitorische activa 4-5 '•4 Te vorderen rente 1.0 1.0 1.0 Zekerheidsstellingen 0.2 1.242.7 1.210.3 1.200.7 1.242.7 1.210.3 1.200.7 19

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 19