Hiertegenover werd van de zijde der Centrale
Bank opgemerkt, dat niet uit het oog mag wor
den verloren, dat de boerenleenbanken moeten
werken met toevertrouwde gelden en daarover
verantwoording schuldig zijn aan spaarders en
deposanten.
Een groot deel der spaargelden draagt wel niet
zo zeer juridisch dan toch feitelijk het karakter
van gelden op lange termijn. Met dit feit wordt
rekening gehouden. De boerenleenbanken ver
strekken dan ook wel gelden op lange termijn,
zulks echter met inachtneming van de daarvoor
gestelde grenzen, welke dienen ter handhaving
van de liquiditeit in de organisatie.
De verschaffing van grondkapitaal is echter
niet het hoofddoel van de boerenleenbanken, wèl
het verschaffen van het vaste en het omlopende
bedrij fskapitaal.
De credietverlening aan de middenstand maakte
voorts eveneens een onderwerp van bespreking
uit. Deze credietverlening werd door een ver
tegenwoordiger der landbouworganisaties ook
voor de boerenleenbanken van groot belang
geacht en hij wenste, dat de banken ook ten
aanzien van deze credieten de nodige soepelheid
zouden betrachten. Een behoorlijke outillage van
de dorpsmiddenstand is ook voor de boeren
stand van belang. Toegegeven werd vanuit de
vergadering op een tegenwerping onzerzijds,
dat het inderdaad mogelijk is, dat de beoorde
ling van middenstandsbedrijven voor de bestu
ren der boerenleenbanken moeilijker is dan de
beoordeling van landbouwbedrijven, maar men
meende, dat de besturen toch zeer zeker konden
beoordelen of de zaak zelve levensvatbaarheid
bezit en of de betrokkene waard is geholpen te
worden.
Ten aanzien van deze credietverlening werd
van de zijde der Centrale Bank opgemerkt, dat,
zoals hiervoor reeds werd betoogd, de spaar
gelden der boerenleenbanken ook van de dorps-
middenstand afkomstig zijn, zodat het moeilijk
is deze middenstanders ten aanzien van de cre
dietverlening de toegang tot de banken te ont
zeggen. Indien deze posten behoorlijk solide
zijn, behoeft tegen deze credietverlening in het
algemeen geen overwegend bezwaar te bestaan,
hoewel ze door de Centrale Bank zeer zeker
niet wordt gestimuleerd. Een zekere spreiding
der credietverlening kan leiden tot grotere stabi
liteit dan wanneer de banken zich uitsluitend
beperken tot de agrarische sector, maar de
boerenleenbanken zullen ten aanzien van de
credietverlening aan de middenstand toch de
nodige voorzichtigheid moeten betrachten en
haar beschikbare middelen in de eerste plaats
besteden voor credietverlening aan de land
bouw.
Een andere consequentie van de verlening van
middenstandscredieten en zeker wanneer deze
credietverlening grotere omvang zou gaan aan
nemen is, dat men ook middenstanders zon
moeten opnemen in de besturen der boeren
leenbanken en hen zodoende medezeggenschap
in de bank geven. Dat middenstanders tot lid
van bestuur of raad van toezicht der boeren
leenbanken worden gekozen, behoeft op zich
zelf geen bezwaar te zijn. Het zou echter niet
juist zijn, indien de middenstanders in deze
colleges de meerderheid zouden vormen.
Ook de credietverlening aan de kleine boeren
kwam in de bespreking naar voren. De ver
tegenwoordiger van de Bond van kleine boeren
was van mening, dat de boerenleenbanken te
veel de banken waren van de spaarders en te
weinig die van de credietnemers. Hij achtte de
credietverlening aan kleine boeren te gering en
te weinig soepel. Deze te geringe omvang moest
naar sprekers mening ook gezocht worden in
de onbekendheid van vele kleine boeren met het
wrerk der boerenleenbanken en in een zekere
tegenzin om zich met deze banken in verbinding
te stellen. Deze vertegenwoordiger meende ook,
dat de besturen der banken bij het inkomen in
zonderheid van kleine aanvragen te veel zagen
naar de financiële gegoedheid van de aanvra
gers en te weinig naar hun capaciteiten als land
bouwers. Spreker meende ten slotte, dat de be
sturen der banken meer vertrouwen dienden te
hebben in de credietnemers. Zonder het bestaan
van wederzijds vertrouwen tussen banken en
credietnemers vreesde deze spreker voor onge
zonde credietverlening.
Tegen hetgeen deze spreker meende te moeten
opmerken omtrent de wijze van behandeling der
credietaanvragen door de besturen der boeren
leenbanken rees zowel uit de vergadering als
van de zijde der Centrale Bank protest. De
ervaring toch heeft geleerd, dat deze besturen
in de eerste plaats rekening honden met de
mentaliteit en de bekwaamheid van de persoon
van de aanvrager.
Verder werd van de zijde der Centrale Bank in
dit verband naar voren gebracht, dat tegen het
feit, dat de boerenleenbanken meer en meer de
banken van de spaarders worden, niet veel is te
11