van het ontwerp betrekken. Hiertegen hadden
zeer vele leden bezwaar. De regeling, zoals die
in het ontwerp is neergelegd, is geheel gericht
op landbouwbedrijven. Bos behoort er buiten te
blijven.
Ten slotte bestonden er ernstige bezwaren tegen
liet grote aantal organen, dat is ingeschakeld bij
de uitvoering der regeling. Het kan zeker niet
ontkend worden, dat dit ontwerp, zo het wet
wordt, aan vele organen, instanties en ambte
naren werk verschaft en men zal ongetwijfeld
hier en daar de lucht van St. Bureaucratius in
de neus krijgen. Wij vinden hem niet welrie
kend.
Eén der Kamerleden verhaalde aan de hand van
een geval uit de practijk, wat er, ware het ont
werp reeds wet geweest, we! allemaal had kun
nen gebeuren hij een verzoek tot publieke ver
koop van een boerenplaats, bestaande uit boeren-
veengrond, gelegen aan weerszijden van een
behuizing, groenland, bouwland, bos, heide en
straatweg, groot 32 ha. I let is geenszins theorie.
Een uiterst opwekkend vooruitzicht voor dege
nen, over wier belangen het gaat.
1. Verzoek aan Grondkamer om toestemming
tot publieke verkoop met overlegging veil-
condities. Daarin wordt een splitsing voorge
steld in twee gedeelten aan weerszijden van de
weg gelegen, terwijl bovendien nog een klein
gedeelte langs de weg wordt afgesplitst als
bouwterrein.
2. Ten aanzien van het bouwterrein, dat nog
niet in het gemeentelijk uitbreidingsplan is
opgenomen, vraagt de Grondkamer aan het col
lege van Gedeputeerde Staten te willen verkla
ren, dat deze bestemming de voorkeur verdient.
Dit college besluit, na ingewonnen advies en
een onderzoek ter plaatse, gunstig.
,v Ten aanzien van de splitsing in de twee ge
deelten aan weerszijden van de weg heslist
de Grondkamer, na onderzoek ter plaatse door
één of meer van haar deskundige leden, op grond
van het bepaalde in artikel 4, lid 2, sub i° a, b,
c, of d of 2° a, b, c, d, of e afwijzend.
4. Verkoper neemt hiermee geen genoegen en
gaat, overeenkomstig het bepaalde in artikel
23, lid 2 in hoger beroep bij de Centrale Grond
kamer. Na een onderzoek door haar adviseurs
ter plaatse bevestigt deze de beslissing van de
Grondkamer.
5. Na deze beslissing kan de maximumprijs
vastgesteld wordenvan het bouwterrein
door het Prij zenbureauvan het bos door de
directeur van het Staatsbosbeheer; van de be
huizing en de overige gronden door de Grond
kamer. Ieder orgaan zendt zijn vertegenwoordi
gers uit voor een onderzoek ter plaatse.
Zijn deze organen gereed met hun taxaties
en is de maximumprijs vastgesteld, dan kan
tot de veiling worden overgegaan.
7. Bij de veiling wordt de maximumprijs be
reikt. Tot de gegadigden tegen deze prijs
behoren de pachter en voorts agrariërs en niet-
agrariërs. Het geval van artikel 13, lid 2 doet
zich dus voor.
8. Daarom stelt de Grondkamer de stukken,
vergezeld van haar advies, in handen van de
minister van Landbouw. Deze pleegt overleg
met zijn collega, belast met de zaken betreffende
de ruimtelijke ordening, om te beslissen welke
bestemming de voorkeur verdient. Na onder
zoek ter plaatse van deskundigen en advies aan
de ministers, beslist de minister (onverwijld:
artikel 13, lid 6!) dat agrarische bestemming dc
voorkeur verdient.
Terugverwijzing van de zaak naar de Grond
kamer.
9. Nu zou de pachter voorkeursrecht hebben.
Doch de verkoper, gedupeerd door de slechte
bedrijfsvoering van de pachter, waardoor een
lage maximumprijs is vastgesteld, verzoekt aan
de Grondkamer om aan de pachter geen voor
keursrecht te verlenen. Verkoper en pachter
worden door de Grondkamer gehoord, althans
behoorlijk opgeroepen. De Grondkamer hoort de
Rijksconsulent, belast met grond- en pacht
zaken.
Beslissing, dat de pachter op grond van artikel
18, lid 1, sub h geen voorkeursrecht geniet.
10. De pachter gaat in beroep bij de Centrale
Grondkamer (art. 23, lid 4). Na advies van
de deskundigen van de Centrale Grondkamer en
11a onderzoek ter plaatse bevestigt de Centrale
Grondkamer de beslissing der Grondkamer.
11. De Grondkamer moet nu heslissen, welke
agrariër in aanmerking komt. Daarover
onderzoek ter plaatse t.a.v. de ligging en grootte
der bedrijven van deze agrariërs en naar de
wijze van exploitatie van hun bedrijven.
12. Tegen de beslissing van de Grondkamer
gaan de teleurgestelde agrariërs (voor zo
ver nog in leven) in hoger beroep bij de Cen
trale Grondkamer (art. 23, lid 2).
Veel papier en tïjd
1 2