dere leden een samenstelling uit personen, die min of meer midden in de practijk van het be drijfsleven staan. Van een verpolitiekte" Grondkamer wilden zij terecht niets weten. Met de prijsvorming, zoals die in het ontwerp geregeld is, konden velen zich niet verenigen. Zij waren van mening, dat een norm van 10 hoven de waarde van Mei 194° te 'aag 'afï - anderen vonden deze te hoog, terwijl er ook stemmen opgingen, die zich afvroegen of een prijsbepaling nog wel nodig was, daar vele boer derijen, zelfs voor de prijs van 194° niet ver~ koopbaar waren. In dit verband werd ook opgemerkt, dat uit een oogpunt van rechtvaardigheid tegenover de ver pachter de pachten te laag waren, speciaal die voor behuisd land, daar de stijging der eige- naarslasten sinds 1940 veel sterker is geweest dan die der pachtprijzen. Men zou de zaak dan ook wel op zijn kop zetten door, uitgaande van de kunstmatig gedrukte pachtprijzen, te betogen, dat een verhoging der prijzen van land- bouwobjecten met meer dan 10 niet toelaat baar zou zijn. Zeer vele ernstige bedenkingen rezen tegen de bepaling, dat bouwterreinwaarde slechts in aan merking mag worden genomen, indien deze op 9 Mei 1940 aanwezig was. Alen was terecht van mening, dat de eigenaar in beginsel toch recht heeft op een vergoeding, waarin de factoren, welke de waarde van het goed op het ogenblik- van de verkoop bepalen, zijn verdisconteerd, hen tegengesteld standpunt leidt tot gedeeltelijke onteigening zonder schadeloosstelling. De sug gestie werd gedaan om, indien de overheid een te sterke stijging van de prijs voor bouwterrein wilde tegengaan, dit door middel van belasting heffing te ondervangen. Naast de reeds in ons vorige artikel ontwikkelde bezwaren werd o.m. aangevoerd, dat deze bepa ling voor de gemeentebesturen een prikkel kan zijn 0111 over te gaan tot wijziging van hun uit breidingsplannen op zodanige wijze, dat land bouwgrond, welke op 9 Mei 1940 geen bouw terrein was, 1111 tot bouwterrein wordt bestemd. Vooral als de wederopbouw goed op gang komt kan dat urgent worden en dat gaat dan speciaal ten koste van het in Nederland toch al zo be perkte landbouwareaal, zodat men in deze bepaling allerminst een bevordering van het landbouwbelang kon zien. Tevens zou men ook wel eens willen weten aan wie de regering het extra voordeel van de door de eigenaar te der ven meerwaarde heeft toegedacht. ATet de gedachte, dat getracht moet worden de pachters meer zekerheid te geven inzake de duur van het grondgebruik, kon men zich alge meen verenigen, doch verscheidene leden vroe gen zich af of het in het ontwerp aan de pachter toegekende voorrangsrecht hiertoe wel de ge- eigende weg was. Indien de niet kapitaalkrach tige pachter van zijn voorkeursrecht gebruik zou maken uit overweging, dat hij anders de kans liep na ommekomst der pachttijd het ge bruik van het land kwijt te raken, zou hij, zo hij tot aankoop in staat ware, grote kans lopen onvoldoende bedrijfskapitaal te zijner beschik king te hebben of te kunnen krijgen met alle kwade gevolgen van dien. Daarnaast ligt de ervaring, met de bezwaren van financiële over belasting van landbouwbedrijven tussen de twee wereldoorlogen opgedaan, nog vers in het ge heugen Andere leden achtten de toestand, waarhij de landgebruiker tevens eigenaar is, de meest ge wenste. De grote kapitaalbehoefte in de land en tuinbouw is echter een belese.1 om dit overal door te voeren. liet zou zelfs de verkeerde con sequentie hebben, dat bekwame, doch niet kapi taalkrachtige jonge hoeren en tuinders niet aan bod kwamen, hetgeen echter in mindere mate geldt voor los land en kleine bedrijven. De ge dachte werd daarom aan de hand gedaan om die jonge land- en tuinbouwers een voorrangs recht te geven, mits een doelmatig grondgebruik niet in het gedrang komt en de zittende pach ter, die niet kan kopen, er niet de dupe van wordt. Vele leden wezen erop, dat er ook, zonder dat men alleen aan de pachter een voorrangsrecht toekent, doelmatige middelen zijn 0111 de pach ter zekerheid te verschaffen omtrent de duur van het grondgebruik. Een vermeldenswaardige suggestie was b.v. een voorrangsrecht hij ver koop toe te kennen aan de belegger niet-ge- bruiker. Hierbij vooral te denken aan institutio nele beleggers. Echter zouden particulieren niet behoeven te worden uitgezonderd. Zoals wij reeds in ons vorige artikel schreven, wilde de minister ook bos onder de regeling Prijsvorming Wegneming der meerwaarde van bouwterrein Voorrangsrecht van de pachter Bos 11

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 11