wenselijkheid van bouwvergunningen en van
credieten voor vernieuwing en verbetering van
de aangesloten zuivelfabrieken. Helemaal zon
der discussie ging dit voorstel er niet door.
Sommige afgevaardigden meenden, dat alleen
de betrokken fabriek hierover te oordelen heeft.
Van de zijde van het bestuur werd opgemerkt,
dat dit wellicht in normale tijden het geval is,
doch dat men moet bedenken, dat er tegenwoor
dig bouwvergunningen vereist zijn. Er wordt
door het Bureau Wederopbouw advies aan de
Bond gevraagd, die zich echter op het stand
punt stelt, dat hij daartoe niet de bevoegdheid
heeft zonder speciale opdracht van de leden.
Vandaar het voorstel tot het instellen van een
adviescommissie. Zou men zich aan het ver
strekken van adviezen onttrekken, dan is het
geenszins zeker, dat de beschikbare bouwmate
rialen daar zullen worden aangewend, waar ze
voor de coöperatieve zuivelbereiding als geheel
gezien het grootste nut afwerpen.
Behalve voor de besteding van het materiaal zal
de commissie ook nuttig werk kunnen doen op
het terrein van de credietverlening. Wij moeten
de productiekosten laag houden. Eén van de
middelen daartoe is, dat foutieve investeringen
worden vermeden. Het is voor de credietver-
strekkende instellingen niet mogelijk op eigen
houtje de doelmatigheid van de ontworpen in
vesteringen in de zuivelindustrie en in de andere
coöperatieve bedrijven te beoordelen. Zij be
hoeven daartoe advies van de centrale organisa
ties van coöperatieve bedrijven. De Centrale
Bank is gewoon over belangrijke projecten ad
viezen aan- deze organisaties te vragen. Vooral
in de zuivelindustrie is een systematische
opzet van de beoordeling van vernieuwingen en
verbeteringen dring'end nodig. De rationalisatie
kan zeer bevorderd worden indien de technische
organisaties en de credietinstellingen ten nauw
ste samenwerken. Onlangs heeft het bestuur van
de Centrale Bank hierover een bespreking ge
had met het bestuur van de F.N.Z. Deze laat
ste organisatie heeft nu aan alle aangesloten
bonden geadviseerd investeringscommissies in
te stellen, zoals dat in Friesland bereide is ge
schied. Sommigen zullen hierin een aantasting-
zien van de plaatselijke zelfstandigheid en ver
antwoordelijkheid. Dit bezwaar valt niet weg te
cijferen, maar de bittere noodzaak dwingt om
het brood te verdienen op de internationale
markt. De concurrentie zal fel worden. Zonder
uiterste inspanning om de verwerkingskosten
der fabrieken te drukken zullen we ons moeilijk
staande kunnen houden. Het is verheugend, dat
er in de coöperatieve industrie in de laatste tijd
belangrijke concentraties van krachten plaats
vinden. In het gebied van de Zuid-Nederlandse
Zuivelbond is deze concentratie reeds een feit
geworden en in Noord-Holland wordt er aan
gewerkt, liet zijn zeer belangrijke ontwikke
lingen, die niet tot deze streken beperkt zullen
blijven.
7a') noemde de voorzitter van de raad van toe
zicht, de heer D. W. Lindenbergh, de op 19 Mei
j.1. gehouden algemene vergadering der Centrale
Bank. En inderdaad als zodanig mag deze bij
eenkomst ook zeer zeker worden betiteld. Een
maal in het jaar komen de vertegenwoordigers
der boerenleenbanken vanuit het gehele land
naar Utrecht om gezamenlijk, alleen al door hun
aanwezigheid, te getuigen niet alleen van om
vang en grootte, maar bovenal van de verbon
denheid van het landbouwcredietwezen, zoals dit
vorm heeft gekregen in de coöperatieve boeren
leenbanken, aangesloten bij de Centrale Bank te
Utrecht.
I let was ook ditmaal weer een machtige aanblik
vanaf het podium: de gehele zaal van „Tivoli"
zowel als de grote gaanderijen waren gevuld
met afgevaardigden en belangstellenden.
De voorzitter, de heer Lindenbergh, heette de
aanwezigen van harte welkom en herinnerde aan
de vele jubilea in 1948, waaronder dat van de
Centrale Bank, welk laatste jubileum op zo
luisterrijke wijze werd gevierd. Met weemoed
gedenkt spreker de vele functionarissen, die ons
in het afgelopen jaar ontvielen.
De voorzitter doet mededeling van de opening-
van een bijkantoor der Centrale Bank in Gro
ningen, terwijl in Goes een rayonbureau van de
afdeling Inspectie zal worden gevestigd. Te
zamen met de Centrale Bank te Eindhoven is
in Den Haag het Gemeenschappelijk Bank
kantoor opgericht. Ook op andere terreinen
werden de werkzaamheden in 1948 uitgebreid,
terwijl de gang van zaken in het geheel genomen
gunstig is geweest.
Vervolgens bespreekt de heer Lindenbergh de
overheidsmaatregelen, de oogsten en de mecha
nisatie van de landbouw. Ter sprake komen
verder de noodzakelijkheid van de vereenvoudi
ging der administratie in verband met de sociale