mondjesmaat afnamen. Zijn we de ervaring
vergeten, dat dit alles niet geleid heeft tot een
werkelijk herstel van de grote depressie van
193°
Engeland, aldus "The Economist", dat met
strenge rantsoeneringsmaatregelen en strikte
toepassing van het tweezijdig handelsverkeer,
zijn welvaart tracht te herstellen en dit systeem
tot voorbeeld stelt van andere landen, ook van
België, dat precies tegengesteld handelde, is op
de verkeerde weg. Als de exportmarkten inkrim
pen en daarop wijzen vele tekenen, loopt het ook
voor de Engelsen vast. Het is uitgesloten, dat
de Europese landen ieder op eigen houtje hun
export op peil kunnen houden; zij komen daar
mede nog niet eens tot de weinig aanlokkelijke
toestand van voor de oorlog.
Nodig is „een heroïsche poging van de geza
menlijke Europese Marshall-landen, tezamen
met de Amerikanen, om de voorwaarden te vin
den en te verschaffen, waaronder de afzet
mogelijkheden zich kunnen herstellen en de
handel kan worden verruimd".
1 Iet Marshall-plan heeft thans een jaar gewerkt.
De Amerikaanse hulp was erop gericht, de in
dustriële en de agrarische productie te verho
gen, de internationale handel te verruimen en
de Europese financiële toestand (geldwezen en
staatsfinanciën) gezond te maken. Dit alles met
liet doel„het handhaven van de individuele
vrijheid en de vrije instellingen".
De negentien deelnemende landen hebben goede
vooruitgang geboekt, voorzover dat het herstel
van hun productie betreft. De tien voornaamste
landen verhoogden in 1948 hun industriële pro
ductie met 20 De grootste vooruitgang be
reikte West-Duitsland, na de geldsanering in
het midden van 1948. De landbouw boekte een
nog grotere vooruitgang; hierbij moet echter
bedacht worden dat de oogst van het jaar 1947
wel bijzonder armzalig was. liet wordt niet
waarschijnlijk geacht, dat de voortbrenging in
1949 een even grote sprong zal vertonen, liet
is daarvoor nodig, dat de steenkoolpositie, die
nog steeds 15 beneden de vooroorlogse cijfers
ligt, een flinke stap vooruit maakt, evenals de
staalproductie, die ook nog zeer te wensen over
laat. Maar van nog meer belang is het, dat het
handelsverkeer tussen de landen zich uitbreidt.
De hoeveelheid goederen, die de Marshall-landen
van elkaar importeerden bedroeg slechts 65
van voor de oorlog! Vandaar, dat het niet on
nodig lijkt, dat nog eens de aandacht gevestigd
wordt o]) het grote belang van het doorbreken
van de hindernissen, die de samenwerking der
Europese landen in de weg staan.
We doen aan het belang van geen enkele tak van
het Nederlandse agrarische bedrijf iets tekort,
wanneer we constateren, dat onze tuinbouw het
meest te lijden heeft gehad van het economische
nationalisme na 1930. Immers de tuinbouw
heeft in die jaren zijn producten ten dele moeten
vernietigen. Die vernietiging was de ernstigste
consequentie van het rammelende stelsel, dat toen
de internationale handel beheerste. Akkerbouw
of veehouderij hebben geen vernietiging gekend.
Met grote bezorgdheid hebben de tuinders zich
na de oorlog afgevraagd of zij niet spoedig
weer voor de alleronaangenaamste situatie zou
den worden gesteld, dat er voor hun producten
niet voldoende kopers zouden worden gevonden.
De ineenstorting van Duitsland maakte het ge
heel en a! onzeker in hoeverre het mogelijk zou
zijn onze producten daar weer te plaatsen. En
dat voor de afzet in België, Frankrijk en Enge
land gevochten zou moeten worden, was van
de aanvang af duidelijk.
De nogal sombere verwachtingen zijn tot dus
verre niet in vervulling gegaan. Reeds in 194b
kon een belangrijk kwantum zomer- -en winter
groenten naar Duitsland geleverd worden. De
handel met België en Engeland vlotte weliswaar
niet te best, maar als geheel liep het met afzet
en prijzen niet slecht. I11 1947 kon ondanks
hardnekkig volhouden geen opening in Duits
land worden verkregen. De bezettingsautori
teiten waren niet af te brengen van hun opvat
ting, dat voor groenten slechts de calorische
waarde (ruw gezegd de voedingswaarde in ver
gelijking met granen) kon worden betaald. De
droogte zorgde ervoor, dat er in 1947 deson
danks geen overschotten ontstonden. In 1948
slaagde men er eindelijk in een redelijk contract
voor de levering van 200.000 ton zomer- en
wintergroenten naar Duitsland tot stand te
brengen. Ware dit niet gelukt, dan had het er
slecht uitgezien.
oor het komende jaar zijn de perspectieven
niet ongunstig. Engeland zal een grotere invoer
van verse groenten toelaten. Mogelijk komt er
een overeenkomst voor langere termijn. Ook ten
aanzien van de afzet naar België en Duitsland
is men niet pessimistisch, hoewel de Duitsers,
tot meerdere vrijheid gekomen, alweer een on
aangename liefde voor invoerrechten schijnen
te vertonen.
Wat bereikt werd
De tuinbouw na de oorlog
4