IN HET KORT No. 29 dd. 13 April 1949: Wet afwikkeling geldzuivering Alg. verg. 110. 70. Overdracht van tegoed op beleggingsreke ning aan de fiscus. No. 30 dd. 14 April 1949: Tourisme Zwitserland, België en Luxemburg. No. 31 dd. 22 April 1949: Opening rekening bij 's Rijks schatkist. No. 32 dd. 25 April 1949: Wijziging circ. 110. 31. Wij ontvingen bericht, dat momenteel iemand per auto het land doorreist en daarbij ook boe renleenbanken bezoekt. Hij biedt dan onder meer enveloppen ten verkoop aan tegen een prijs, welke meer dan driemaal de winkelwaarde be draagt. Deze hoge prijs wordt gemotiveerd met de zeer waarschijnlijk niet juiste mededeling, dat een gedeelte van de opbrengst der envelop pen ten goede komt aan oud-illegale werkers. Onder bet voorwendsel daardoor een ruimere papiertoewijzing voor de vervaardiging van enveloppen te kunnen verkrijgen, verzamelt de bedoelde persoon voorts afdrukken van bank- stempels der boerenleenbanken. Wij merken hierbij op, dat het papier vrij is en toewijzingen derhalve niet meer nodig zijn. Wij brengen bovenstaande waarschuwing over aan alle aangesloten banken, opdat de kassiers, indien zij met een bezoek van de betrokkene worden vereerd, de nodige maatregelen kunnen nemen of zich er althans op kunnen voor bereiden. financiële en economische varia Een groot deel van de Belgische landbouw coöperaties is georganiseerd als economische af deling van de belangrijkste standsorganisatie op bet gebied van de landbouw in België, de Bel gische Boerenbond. Dit is bijvoorbeeld bet geval met bet landbouwcrediet. De Centrale Kas voor landbouwcrediet is een economische afdeling van de Belgische Boerenbond. Bij de Centrale Kas zijn 724 plaatselijke boerenleenbanken, Raiffeisenkassen genoemd, aangesloten. De eerste Raiffeisenkas werd reeds in 1892 opge richt. Einde 1947 bedroegen de bij de Raiffei senkassen gedeponeerde spaargelden 1.181 mil- lioen francs, aan credieten werd in dat jaar 228 millioen francs verleend. De agrarische credietverlening is echter in Bel gië, in tegenstelling met de situatie in ons land, niet uitsluitend in banden van de boerenleen banken. Tevens zijn op dit terrein nog werk zaam de Algemene Spaar- en Lij frentekas, die 21 over het gehele land verspreide z.g. land- bouwkantoren heeft, de Nationale Maatschappij voor de kleine landeigendom en het Nationaal Instituut voor landbouwcrediet. De betekenis van de agrarische credietverlening door de ver schillende organisaties blijkt uit de volgende tabel Uitstaande credieten Instellingen (x 1 millioen francs) 1945 1946 1947 Centrale Kas voor Landbouw- Ongeveer één derde deel van de totale uitstaande credieten kwam dus in 1947 voor rekening van de boerenleenbanken. liet Nationale Instituut voor landbouwcrediet is een overheidsinstelling, die in 1937 werd op gericht. De bedoeling van de oprichting van dit instituut was vooral de activiteit van de be staande landbouwcrediet verstrekkende instel lingen te ondersteunen en te coördineren, door faciliteiten te verlenen inzake herdiscontering en in die streken op te treden, die door de overige credietorganisaties niet werden bereikt. Onlangs is een wetsontwerp ingediend, strek kende tot verhoging van bet door de Staat ge fourneerde kapitaal van 150 tot 175 millioen francs en tot verboging van de Staatsgarantie voor de verbintenissen van liet instituut van 600 millioen tot één milliard francs. Gehoopt wordt, dat bet instituut bierdoor zal kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van de landbouw coöperatie en tot de noodzakelijke rationalisatie in de landbouw, waarvoor belangrijke inves teringen nodig zijn. (Mat. Coöp. Raad). 1 loe staat het met de opbouw van onze agrari sche bevolking? Getallen zijn droog, maar daar kunnen we bet toch niet zonder stellen. In 1899, dus precies een halve eeuw geleden, werkte naar schatting 30 procent van onze Waarschuwing Landbouwcrediet in België crediet en Raiffeisenkassen 130 401 624 Landbouwkantoren van de Alge mene Spaar- en Lij frentekas 181 429 833 Nationaal Instituut voor land bouwcrediet 36 167 347 Nationale Maatschappij voor de kleine landeigendom 54 IOI 146 401 1098 1950 De opbouw van onze agrarische bevolking 16

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 16