ij jZ>c c*\~taié\\*\i$otic 4-1 Alhoewel wij met genoegen kunnen constateren, dat door vele banken aan ons verzoek de ba lansen tijdig in te zenden, werd voldaan, hebben wij nog niet van alle aangesloten banken de ACTIVA Liquide middelen tv* Ct balansen per 31 December 1948 ontvangen. Het gevolg hiervan is, dat wij ook nu nog de bij te schrijven rente op spaargelden en credit- saldi in lopende rekening moeten schatten. Verplichtingen aan derden Banken 02 °-3 °-4 Spaargelden 985.0 986.7 981.7 Creditsaldi 111 lopende rekening' 211.8 209.6 209.8 Eigen kapitaal Reserve inclusief bijzondere reserve 4'2 42-0 42-3 Trans,itorischc passiva Saldo diversen 4-5 b.2 4.6 (winsten, onkosten, te betalen belastingen, enz.) I lieronder volgt een bespreking van de mutaties in de saldibalans over de maand Maart 1949- l'1 tegenstelling tot het vrij geringe aantal muta ties, hetwelk in de maanden Januari en Fe bruari 1949 plaats vond (zie de Raiffeisen- Bode van April 1949) zijn de wijzigingen in de saldi over de maand Maart vrij belangrijk geweest. De liquide middelen der banken verminderden met de hieronder volgende bedragen (in mil- lioenen guldens): Saldo tegoed Centrale Bank 13 De kas- en girosaldi namen toe met 0.4 De liquide middelen verminderden met 12.7 De belangrijkste mutaties aan de actief- zijde waren voorts de volgende: Beleggingen Aan schatkistpapier werd aangekocht 2.5 De effectenportefeuille nam toe met 1.7 4-2 De aardappelwissels verminderden met 0.6 De beleggingen namen dus toe rnet 3.6 B edrijfscredi eten Transport 3.6 De door de boerenleenbanken in de vorm van voorschotten en debetsaldi in lopende rekening verstrekte bedrijfs- credieten vertoonden een toename van 3.3 Stijging beleggingen en bedrijfscred. 6.9 In tegenstelling tot de beide vorige maanden waren de onderlinge verschui vingen thans niet groot. De voorschot ten aan particulieren stegen met J 3.6 Debetsaldi in lopende rekening 0.5 De voorschotten aan gemeenten daalden met 0.8 Totaal der mutaties 3.3 Verplichtingen aan derden Mede als gevolg van de seizoenbehoefte der deposanten in de maand Maart daal de het saldo der spaargelden met 3.0 De creditsaldi in lopende reke ning stegen iets, 11.10.2 Creditsaldi in l.r. bij par ticuliere banken met 0.1 0.3 Transporteren 4.7 31-12 1948 28-2 1949 31-3 1949 Kas, giro, enz 18.5 17-7 18.1 Centrale Bank 77 5-2 769.1 756.0 Beleggingen 4.6 Aardappelwissels 4-i 3-5 Schatkistpapier 28.2 33-5 36.0 Effecten I24-5 i27-4 129.1 Deelnemingen leningen 21-5 21.2 21.2 Bcdrijfscrcdieten Voorschotten en debet saldi in lopende rekening 262.4 2Ö4-3 267.6 Immobilia Vast goed 4.0 4-1 4.1 Aandelen Centrale Bank 2.6 2.6 2.6 Transit arische activa Te vorderen rente 1.0 1.0 1.0 Zekerheidstellingen 0.2 O.I O.I 1.242.7 1.245.1 I239-3 31-12 28-2 31-3 PASSIVA 194^ 1(949 1949 1.242.7 1.245.1 1.239.3 13

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 13