overblijven, wanneer daar eerst de behoefte van
liet particuliere bedrijfsleven, van de openbare
nutsbedrijven en van de lagere publiekrechte
lijke lichamen (provincies, gemeenten e.d.) moe
ten worden gedekt. In verband waarmede ge
wezen wordt op de financiering voor de wo-
ningwetbouw, waarvoor in 1948 nog f 195 mil-
lioen ten laste van het Rijk is gekomen, doch
waarin de gemeenten nu zelf geheel moeten
voorzien.
Dr. Holtrop verwacht daarom, dat het Rijk in
1949 voor belangrijke bedragen een beroep zal
moeten doen op geldschcpping (hetgeen geschie
den kan door plaatsing van schatkistpapier bij
het particuliere bankwezen, hetzij door belening
bij of verkoop van schatkistpapier aan de circu
latiebank).
Hier springt het grote belang in het oog van de
speciale rekening van de schatkist bij de Neder-
landsche Bank, waarop de tegenwaarde der
Marshall-schenkingen geblokkeerd is.
Want dit tegoed verzacht de anders schadelijke
uitwerking van de geldschcpping door de over
heid, omdat deze guldens aan de circulatie zijn
onttrokken.
Waaruit tevens onmiddellijk volgt, dat tegen de
tijd, dat de Marshall-hulp niet meer wordt ver
leend - medio 1952 het tekort op de Rijks
begroting uit reële besparingen moet kunnen
worden gedektDie besparingen zullen moeten
toenemen via vergroting van de productie, die
o]) haar beurt moet leiden tot stijging van de
export en verbetering van de betalingsbalans
positie.
Productievermeerdering, die onmiddellijk in
groter binnenlands verbruik zou worden om
gezet, zou uiteraard niet tot een vermindering
van het betalingsbalanstekort kunnen bijdragen.
Voor 1949 kan worden aangenomen, dat het
kastekort van het Rijk aanzienlijk beneden de
raming van T200 millioen zal blijven als ge
volg van het inhalen van de achterstand bij de
belastingvoldoening vooral ontstaan door het
bekende uitstel van vier maanden welke ach
terstand per einde T948 op ten minste 800
millioen kon worden aangenomen. Het is echter
een toevallige omstandigheid en de uitgaven van
het Rijk zullen dan ook belangrijk beneden het
tegenwoordige niveau van 4500 millioen moe
ten dalen, want onder de huidige omstandig
heden is het niet denkbaar, dat zoveel nieuw
spaarkapitaal in één jaar wordt gevormd, dat
daaruit een kastekort van het Rijk van 1200
millioen zou kunnen worden gedekt.
De betrekkelijk grote stabiliteit op de beleg-
gingsmarkt wordt, behalve door de onthou
dingspolitiek van de overheid en de beperkte
vraag naar nieuw kapitaal van het bedrijfsleven,
verklaard door de voortdurende behoefte aan
vaste rentedragende fondsen, door de institutio
nele beleggers (vooral levensverzekerings-
mijen en pensioenfondsen) enerzijds en de steun
der belastingaankopen anderzijds. Als factoren,
die het kapitaal, dat belegging in aandelen zoekt,
doen verminderen, worden genoemd: de zware
belastingen op hoge inkomens en bedrijfsleven,
het inlopen van de belastingachterstand wat
zware eisen aan veler kaspositie stelt het in
teren van liquide reserves van het bedrijfsleven,
de geringere liquidatie van Amerikaanse fond
sen en het verdwijnen van de vrees voor waarde
vermindering van het geld.
O]) langere termijn beschouwd wordt het toe
nemende sparen in de vorm van -levensverzeke
ringen terecht gezien als één der belangrijkste
oorzaken van het gebrek aan risicodragend
kapitaal.
De president van de Nederlandsche Bank ver
wacht, dat de spanning, voortvloeiende uit het
accumuleren van het merendeel der besparingen
bij de institutionele beleggers waartoe ook de
spaarbanken en de landbouwbanken moeten
worden gerekend, althans voor wat betreft de
door haar te beleggen tegoeden enerzijds en
de behoefte aan financiering met niet aan vaste
renteverplichtingen gebonden vermogenswaar
den anderzijds, eerlang het vraagstuk van de
omzetting van besparingen in risicodragend
kapitaal (aandelentot het nijpendste pro
bleem zullen maken, dat om een oplossing vraagt.
Datum
1 5 Nov.
i 5 Dcc.
18 Febr.
7 Maart
2Maart
8 April
22 April
3—3'->
c/< Nederland '947
97 Vs
97 V.
97
97 Vu;
97
.1 7
Nederland 1462
'64
met belast, fac.
99 y*
98"/»
97
96 Vu,
98 ,/j
98
98 y„
3 7
Tnvesteringscert.
97 7
98 Vi„
97
96 y«
97 Vs
97
96 Vs
3 7'
Nederland 1937
97 7*
97 3A
97
957
97 y.«
97 y k»
3 r/
$-lening 1947
98 7/s
98 y4
N.W.S.
8o15/16
79 V*
79 Vs
80 y„,
3
Indië 1937 A
95 Vs
96
96
94 SA
94lll/i,
94 5/s
9315/i«
96 1/i.i
96"/ 1B
9913/10
100 yli;
1 OO 7/„;
IOI
100 yK
2(4
8013/,,,
8O
791S/ir,