van mekaar" en een grotere wanorde ontstaan
dan vroeger ooit het geval was.
Vervolgens komt nog de voorsprong van onze
zuivelindustrie ter sprake. Met dankbaarheid
wordt gewag gemaakt van het aanbod der
Nederlandse zuivelorganisaties om onze Zuider
buren bij te staan in hun streven naar moderni
sering.
Tot zover het adres van de Belgische Boeren
bond. De heer Orban, de Belgische minister van
landbouw, zal het wel niet naast zich neergelegd
hebben. Bij de besprekingen van de laatste
maanden is gebleken, dat de Belgische agrariërs
zeer voorzichtig zijn. Zij houden vast aan een
afspraak gemaakt op 9 Mei 1947, waarbij werd
overeengekomen, dat de wederzijdse invoer van
landbouwproducten, die niet onder rantsoe
neringsmaatregelen vallen (toentertijd voor
namelijk tuinbouwproducten), vrij zou kunnen
plaats vinden, mits men daarmede elkanders
prijsniveau niet al te zeer in de war stuurt.
Onder deze afspraak is het met de uitwisseling
van tuinbouwproducten vrij aardig gelopen en
het is niet onwaarschijnlijk, dat men met een
verstandige toepassing van deze regeling naar
elkaar toegroeit en binnen niet te lange tijd tot
een vrije uitwisseling kan komen.
Als we seizoenschommelingen buiten beschou
wing laten, zijn de prijzen van tarwe, maïs en
suiker, belangrijke agrarische stapelproducten,
reeds gedurende een jaar dalende. De prijzen
van tarwe en maïs bereikten hun maximum in
Januari 1948, die van suiker in December 1947
en sedert is het bergaf gegaan. Op de beurs te
Chicago noteerde de tarwe in Januari 1948 de
formidabele prijs van 3.25 per bushel (rond
28.per 100 kg), een jaar later stond de
notering op 2.60 en einde Maart op 2.16.
Voor het ogenblik is de beurs vrij vast.
Voor de Amerikaanse en Canadese boeren is
deze prijs val schokkend genoeg, maar het be
tekent nog niet, dat ze met verlies werken. Hun
productiekosten liggen beneden 1/2 dollar en zij
komen dus nog uit. In de Verenigde Staten
wordt de markt door de staatsaankopen voor
export gesteund. De grote vraag is echter of de
genoemde daling de lang verwachte correctie is
op de al te hoge na-oorlogse prijzen, dan wel dat
zij de inleiding is van een crisis, die zich dan
inzet op een wijze, die aan 1929 doet herinneren.
Weinigen zullen zich verstouten op deze vraag
een positief antwoord te geven, maar velen zul
len met spanning het verloop der noteringen aan
de grote graanbeurzen volgen.
Belangrijke feiten, die in het oog gehouden
moeten worden, zijn de volgende:
De wereldproductie van tarwe was in het jaar
lopende van Juni 1948 tot Juni 1949 3 hoger
dan vóór de oorlog, die van maïs niet minder
dan 28 c/c. Als de weersomstandigheden gunstig
blijven, verwacht men voor 1949 op het Noor
delijk halfrond wederom een recordoogst van
tarwe. De suikerproductie in 1948/49 wordt ge
schat op 30// millioen ton tegen 29)/ millioen
in 1937/38. oor de grote suikerexporteur
Cuba kondigt zich reeds een surplusvraagstuk
aan, veroorzaakt door gebrek aan dollars in de
importerende landen.
Voor onderscheidene andere belangrijke grond
stoffen is de productie eveneens groter dan voor
de oorlog. Van katoen en wol is de consumptie
echter zó groot, dat de voorraden zeer klein
blijven. Gunstige cijfers worden gegeven voor
rubber, koper, zink en tin; ijzer en staal zijn er
nog steeds te weinig. De totale indruk is, dat de
productie van de meeste grondstoffen een be
langrijke toename vertoont en dat er weer voor
raden van normale omvang opgebouwd worden.
Van grote betekenis is verder de omstandigheid,
dat de Verenigde Staten in veel grotere mate
dan vroeger kopers zijn van de meeste grond
stoffen, zodat, behalve voor granen, suiker en
cacaobonen, van een dalende prijsbeweging geen
sprake is. Het is dan ook niet zo heel waar
schijnlijk, dat de prijsval van tarwe en maïs een
crisisperiode inluidt. Bovendien vormt de inter
nationale tarweovereenkomst, waaromtrent men
dezer dagen tot overeenstemming is gekomen,
een rem op al te scherpe daling.
De zorgen van de Nederlandse boer kan men
niet afmeten aan de noteringen der grote beur
zen. De invloed daarvan werkt niet direct tot in
zijn portemonnaie door. Voorlopig is de prijs
daling alléén maar voordelig voor onze deviezen
pot, die door de hoge prijzen reeds genoeg ader
latingen heeft ondergaan. Voor de Nederlandse
landbouw zijn er andere zorgen, de aardappel
prijzen, de varkensprijzen 11a 31 December a.s.
en misschien dit najaar reeds de rundveeprijzen.
Ook al komen we tot een bescherming tegen de
invloeden van de grote internationale prijs
bewegingen, dan nog blijft er het vraagstuk van
de nationale prijzen, een probleem, waarmede
men moeite genoeg zal krijgen.
Op de wereldmarkt
5