De agrarische in- en uitvoer van Nederland houders van een optierekening ter aflossing van een door die houder bij de desbetreffende bank op 31 Augustus 1948 opgenomen crediet. Uit de tekst volgt, dat ten laste van de optierekening mag worden overgeboekt het laagste saldo van het opgenomen crediet per of na 31 Augustus 1948. Is de stand van het crediet 11a 31 Augus tus 1948 gedaald, dan mag dus slechts het lagere saldo worden overgeboekt, ook al is nadien de stand weer toegenomen. Niet is in art. 7a de eis gesteld, dat de optie rekening moet worden aangehouden bij dezelfde bank als die, waar het crediet is opgenomen, zo dat overboeking van een optierekening bij een (spaar)bank naar een andere bank mogelijk is. Verder rijst de vraag wat onder opgenomen crediet is te verstaan. Waar in de verschillende beschikkingen en wetten, betrekking hebbende op de geldzuivering, crediet steeds wordt ge bruikt in zeer ruime vorm, valt daaronder ook het crediet, verleend door een bank in de vorm van een voorschot (vaste lening), zodat ook te goed op optierekening kan dienen in mindering van een voorschot. Voor de goede orde diene nog, dat hypotheekbanken, levensverzekering- banken, niet tot het begrip banken in de zin van de juist genoemde beschikking behoren en dus optietegoed niet gebruikt kan worden voor af lossing van een vaste lening opgenomen bij b.v. een hypotheekbank. In het artikel 7a wordt uitsluitend gesproken van optierekening. Dit betekent zonder meer, dat indien gebruik is gemaakt van bestedings mogelijkheid, genoemd in art. 4 der wet afwik keling geldzuivering, dus een bedrag is over geboekt naar beleggingsrekening, men het op beleggingsrekening overgeboekte bedrag niet mag gebruiken voor aflossing van per 31 Au gustus 1948 opgenomen crediet. Van veel belang is, dat in art. 16 der wet afwik keling geldzuivering de mogelijkheid is opgeno men om na toestemming van het betrokken agentschap der Ned. Bank ten aanzien van te goeden op optie-, beleggings- of herbeleggings- rekening rechten aan derden toe te kennen. Dit houdt in, dat de Ned. Bank toestemming kan verlenen recht van pand te verlenen op een der gelijk tegoed tot meerdere zekerheid voor de betaling van een te verstrekken crediet in lopende rekening of voorschot. Deze bepaling is naar onze mening van het meeste belang voor de beleggingsrekening. I Iet komt ons voor, dat verpanding van optietegoed niet licht zal worden toegestaan, daar in dat geval wel verwezen -zal worden naar de inschrij ving op beleggings- en investeringscertificaten en de mogelijkheid om voor de recepissen der investeringscertificaten vervroegde inwissel baarheid in verhandelbare certificaten te ver krijgen. Waar voor de beleggingsrekening een dergelijke mogelijkheid niet bestaat en het zeer wel mogelijk is, dat na de overboeking op be leggingsrekening de toestand zodanig gewijzigd is, dat de houder inderdaad uiterst dringende behoefte heeft om over het tegoed te beschikken, is daar in feite de enige mogelijkheid het ver lenen van pandrecht. Tn verschillende gevallen heeft de Ned. Bank dan ook voor verpanding van een beleggingsrekening reeds toestemming verleend. De regeringscommissaris voor de buitenlandse belangrijke bijdrage in de Nederlandse export te agrarische aangelegenheden van het ministerie leveren. Deze export, welke een zeer veelzijdig van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, karakter draagt, omvat zowel producten van de de heer N. II. Blink, zette in een voor de Friese akkerbouw als van de veeteelt en de tuinbouw, Maatschappij voor Landbouw te Leeuwarden doch ook de landbouw- en voedselindustrieën gehouden rede over de ontwikkeling van onze zÜn sterk bij deze uitvoer betrokken. De veel- buitenlandse handel op het gebied van landbouw zijdigheid van de Nederlandse agrarische export en voedselvoorziening, uiteen onder welke bij- wordt door geen enkel ander land geëvenaard, zondere omstandigheden de agrarische ex- en Aan het verslag van de door de heer Blink voor importen in de na-oorlogse jaren tot stand noemd gehouden rede, zoals dit voorkomt in het kwamen. blad „Economische Voorlichting", ontlenen wij De heer Blink toonde aan, dat de Nederlandse 'Kt v0'^elu'e landbouw er ondanks vele moeilijkheden in de Uit dit grote belang van de Nederlandse agra- jaien na de bevrijding in is geslaagd een zeer rische export voor zo vele delen van het econo- Mogelijkheid tot verpanding van optietegoed, enz. 1 2

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 12