FINANCIEEL OVERZICHT schaffen aan de boeren, geschiedt de definitieve afrekening meestal door het uitkeren van een bepaald gedeelte van de winst aan de boer. Uit de berichten, welke de Veehouderijcommissie bereikten, bleek, dat dit aandeel veelal gering is, in ieder geval geringer dan de winst, welke de boer zou kunnen maken, indien hij geen crediet bij deze fabriek zou hebben opgenomen. Als argument voor het uitkeren van dit geringe ge deelte van de winst wordt genoemd het risico, dat de fabriek loopt. In de practijk komt het er echter op neer, dat het risico geheel voor reke ning komt van de boer, die het contract heeft afgesloten. Ernstiger wordt de zaak, indien de slachterij de big en het voer koopt en dan het varken dooi de boer laat mesten. In dit geval komt om zo te zeggen de boer in loondienst van de fabriek. Van zijn zelfstandigheid blijft dan vrijwel niets meer over. Alleen. het risico blijft in de meeste gevallen voor rekening van de boer, die niettegenstaande dit, met handen en voeten aan de particuliere slachterij gebonden is. Hij is wel zelfstandig ten opzichte van de kwade kansen, niet met betrekking tot de goede. Verschillende coöperatieve exportslachterijen zijn noodgedwongen overgegaan tot het ver lenen van credieten op dezelfde wijze als de particuliere bedrijven. Hoewel de coöperaties de boeren met meer égards behandelen en hun het aandeel in de winst uitkeren, dat hun toekomt, worden de bezwaren tegen het systeem daarom niet minder groot. De coöperaties zijn hiervan zelf overtuigd, doch zij zijn alleen hiertoe over gegaan om de boeren te kunnen vrijwaren tegen een afhankelijkheid van de particuliere zaken man, welke afhankelijkheid hem dan ook nog wordt aangeboden onder het motto „Coulante bediening". De Veehouderijcommsisie van de Stichting is van oordeel, dat een andere wijze tot het ver lenen van bedrijf scredieten gevonden moet worden, waarbij de boer zijn vrijheid en zelf standigheid kan behouden. Hier ligt een taak voor de boerenleenbanken. In het zuiden van het land hebben de boerenleenbanken deze taak reeds op zich genomen. Getracht zal worden, ook in andere delen van Nederland dit systeem van verschaffing van bedrijf scredieten toe te passen. Naar aanleiding van het bovenstaande kan worden medegedeeld, dat er in het werkgebied van enkele onzer boerenleenbanken belangstel ling schijnt te bestaan voor het verkrijgen van speciale credieten van de boerenleenbanken voor de varkensmesterijIn overleg met de Centrale Bank is een voorlopige regeling uitgewerkt. Enkele punten moeten nog nader worden be zien. Dezer dagen heeft hierover een bespre king plaats. Indien het mogelijk blijkt een rege ling te treffen, die meer algemeen kan worden toegepast, zal hieraan bekendheid worden ge geven. Wanneer deze regels de lezer onder ogen zullen zijn gekomen, /.al de tijdbom gebarsten zijn, welke minister Lieftinck destijds bij de „slot- acte van de geldsanering" onder de staats- fondsenmarkt heeft gelegd toen hij de bezitters van geblokkeerde saldi in de gelegenheid stelde, dit tegoed om te zetten in inschrijvingen op het Grootboek 1946. Hij verbond daaraan immers de grote attractie, dat ingaande 1 Maart 1949 vrije verhandeling zou worden toegestaan, ter wijl tot dit tijdstip overdracht op beperkte schaal uitsluitend zou zijn toegestaan tegen prijzen, liggende op of boven 98 °/c. De minister heeft stellig niet kunnen voorzien, dat de positie van de staatsfondsenmarkt tegen het ogenblik, dat deze belofte zou moeten worden ingelost, zo danig zou zijn, dat deze verruiming van de omvang van zonder enigerlei beperking ver koopbare staatsfondsen de koersen voor staats fondsen en daarmede uiteraard van de ge hele beleggingsmarkt zo ingrijpend zou be- invloeden als dat het geval blijkt te zijn. Verklaarbaar is minister Lieftincks toenmalig optimisme ook nu nog in het licht van het on wankelbare vertrouwen, dat hij steeds weer aan de dag heeft gelegd ter zake van de mogelijkheid tot bestendiging van de politiek van het z.g. „goedkope geld", waaronder moet worden ver staan het voeren van een dusdanig financieel beleid, dat de rentevoet voor staats- en andere overheidsleningen op een zodanig laag peil kan worden gehouden, dat de lasten van de sedert de tweede wereldoorlog sterk vergrote staats schuld zo min mogelijk op de staatsbegroting 1 3

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 13