VARKENSCREDIETEN
op de vermogensaanwasbelasting en van de wet
op de vermogensheffing ineens, is er de aan
dacht o]) gevestigd, dat de in par. 64 (5) van de
Leidraad (deel A) bij de wet op de vermogens
aanwasbelasting (Bel.ber. li.i.e. 30) opgeno
men bijzondere regeling inzake de besparings
vrijstelling geen uitkomst biedt voor de geval
len, dat de belastingplichtigen vóór de oorlog
wegens de toenmalige ongunstige conjunctuur
geen of zeer geringe inkomsten uit arbeid had
den. De minister heeft daarbij toegezegd die
bijzondere regeling zodanig te herzien, dat ook
voor zulke gevallen de besparingsvrijstelling tot
gelding kan komen.
I er voldoening aan zijn toezegging bepaalt hij
thans, dat de bijzondere regeling inzake de be
sparingsvrijstelling in dier voege wordt aange
vuld, dat het normale jaarlijkse arbeidsinkomen
(vergelijk par. 64 (5), lett. a) ten minste wordt
gesteld op 4.235.Zulks heeft ten gevolge
dat, met toepassing overigens van de hiervoor
bedoelde bijzondere regebng, 5/ X 25 van
4-235-'s 6.000.als normale besparing
wordt beschouwd, zodat in het algemeen een
extra-besparingsvrijstelling van 1.000.kan
worden verleend.
Uiteraard blijft gelden, dat het bedrag van het
normale arbeidsinkomen in enig in het belas
tingtijdvak liggend kalender- of boekjaar niet
meer zal kunnen bedragen dan de werkelijk
verworven winsten en zuivere inkomsten uit be
drijven, beroepen en andere werkzaamheden
(par. 64 (5), letter a, slot) en dat de uit het
fictief inkomen afgeleide besparing nimmer de
werkelijke in de vermogensaanwas begrepen
besparingen te boven zal kunnen gaan (par. 64
,(5), letter b, slot).
Ten slotte merkt de minister wellicht ten over
vloede op, dat deze uitbreiding van de bijzon
dere regeling niet ten nadele van belastingplich
tige kan werken."
In de Mededelin gen van de Stichting voor de
Landbouw van 1 1 Februari 1949 lezen wij het
navolgende onder het opschrift „Varkenscredie-
ten"
Nu de mogelijkheden weer groter worden om
op het gemengde bedrijf op de zandgronden
meer varkens te houden, ziet men, dat de des
betreffende boeren er op uit zijn hun varkens
stapel te vergroten om op deze wijze hun inko
men te verhogen. De grote moeilijkheid is ech
ter voor hen, dat er zeer veel geld nodig is 0111
met het mesten van een behoorlijk aantal var
kens te beginnen. Het geld 1111 kunnen deze
boeren in vele gevallen niet reserveren uit hun
normale inkomen. Het is geen geheim, dat
vooral voor deze categorie het geld weer schaars
is en dat voor velen de hoge prijzen van de
biggen en de betrekkelijk hoge prijzen van het
oer het mesten van een behoorlijk aantal var
kens moeilijk maken.
De uitbreiding van het aantal varkens is ook
een belang voor de grote exportslachterijen.
Deze streven ernaar hun omzet zoveel mogelijk
te verhogen. Dit streven van de vlees fabrieken
is volkomen begrijpelijk; het is hun goed recht
en niemand zal hun dat willen betwisten. Om
deze verhoging van de omzet te bereiken zijn de
particuliere fabrieken bereid de boeren tegemoet
te komen en hen op verschillende wijzen te hel
pen. De meest voorkomende vorm van hulp is,
dat deze grote fabrieken de boeren credieten
geven voor het aankopen van de biggen en van
het voer. Ook komt het voor, dat de fahriek de
big en het voer koopt, dit alles ter beschikking
stelt van de boer, die het varken moet mesten
en daarvoor dan een bepaald bedrag uitgekeerd
krijgt of wel recht heeft op een deel van de
winst, welke op het varken wordt gemaakt. In
enkele streken van ons land komt deze laatste
vorm het meeste voor.
Voor de boeren lijkt het een uitkomst, dat zij
met behulp van de particuliere slachterijen in
staat worden gesteld een behoorlijk aantal var
kens op te zetten. Het is dan ook begrijpelijk,
dat zij gebruik maken van de tegemoetkoming,
welke hun aldus geboden wordt.
Deze aangelegenheid is tijdens de jongste ver
gadering van de Veehouderijcommissie van de
Stichting voor de Landbouw op 27 januari be
sproken. Deze commissie is van oordeel, dat
elke financiële binding van de varkensmesters
aan de particuliere fabrieken principieel vol
komen onaanvaardbaar is en uiteindelijk voor
de boeren zeker funest zal zijn. Zij achtte het
dan ook gewenst de boeren te waarschuwen dat
zij op deze wijze hun zelfstandigheid prijs
geven.
Indien de particuliere slachterijen credieten ver-
1 2