De laatste weken staat door de publicatie van
het rapport der commissie, die te Parijs de
programma's der negentien z.g. Marshall-landen
heeft bestudeerd, het Marshall-plan weer in
het centrum der berichtgeving. Wat dit plan
inhoudt mag voldoende bekend worden ver
ondersteld, na alles wat er gebeurd is sinds de
inmiddels afgetreden 'Amerikaanse minister van
Buitenlandse Zaken, George Marshall, zijn his
torische rede voor de Harvard Universiteit hield.
De hulpverlening aan Europa is op i April 1948
begonnen en de stroom van Amerikaanse goede
ren vloeit sindsdien voort. Voor een waarde van
5 milliard dollar, gedeeltelijk in de vorm van
leningen, maar grotendeels als schenkingen, zal
Europa in het eerste jaar ontvangen.
Het Europese hulpprogramma, zoals dat door
het Amerikaanse Congres is vastgelegd in de
Foreign Assistance Act, duurt tot 30 Juni 1952.
De verwachting is geweest, dat omstreeks die
tijd de Europese landen de touwtjes weer aan
elkaar zouden kunnen knopen. Over die ver
wachting handelt nu het jongste rapport van
de organisatie, die namens de negentien Mars
hall-landen sedert het midden van 1947 werk
zaam is voor het voorbereidende en uitvoerende
werk der hulpverlening.
Ieder der negentien landen heeft een programma
van zijn economische ontwikkeling opgesteld
voor de duur van het Marshall-plan. De Parijse
organisatie verklaart de hoop te hebben gekoes
terd, dat zij uit deze negentien programma's
één gezamenlijk Europees plan zou hebben
kunnen maken, doch zij is hierin niet geslaagd.
De moeilijkheden waren daarvoor te groot en
de tijd te kort. Men heeft wat geschaafd en
gevijld aan de nationale rapporten. Als gevolg
daarvan is de voor 19491950 benodigde hoe
veelheid dollars berekend op 4-347 millioen
(vorig jaar rond 5 milliard).
Het rapport schijnt niet in bijzonder opgewekte
toon te zijn gesteld. West-Europa zal zijn
uiterste krachten moeten inspannen en de landen
zullen innig moeten samenwerken om de pro
ductie te verhogen. De uitvoer naar het Weste
lijk halfrond moet opgevoerd worden, op
de invoer moet bezuinigd worden. Zelfs als de
tegenwoordige plannen der negentien landen
slagen, zal er in 1952 nog een tekort van 3
milliard dollars zijn! En die plannen houden
niets minder in dan een verhoging van de in
dustriële en agrarische productie met 30% resp.
15 en een stijging van de arbeidsproduc
tiviteit met 15 °/c.
Zeer belangwekkend is hetgeen het Engelse
weekblad „The Economist" naar aanleiding van
dit rapport zegt over Europa's kwalen. Het blad
noemt het een bewonderenswaardig document.
Met de stelling, als zouden de Europese moeilijk
heden slechts van voorbijgaande aard zijn, rekent
het eens en vooral af. Immers indien dit het
geval was, zouden we nu spoedig aan het einde
van de lijdensweg moeten zijn. De Europese
productie heeft bijna het peil van vóór de oorlog
weer bereikt, een resultaat, waarvoor na de
eerste wereldoorlog zeven jaar nodig is geweest.
De waarheid echter is, dat de oorlogen de crisis,
die zijn oorzaak heeft in de verandering der
economische betrekkingen, wel hebben verergerd
en verhaast, maar niet veroorzaakt. Europa
heeft zijn rijkdom, overmacht en dichte bevol
king opgebouwd in een tijd, toen het de voor
naamste leverancier was van industriële pro
ducten. Tussen 1870 en de eerste wereldoorlog
werd de industriële productie verviervoudigd
en tussen de beide wereldoorlogen verdubbeld.
Het aandeel van Europa in de wereldhandel in
deze goederen liep echter terug van één derde
tot één tiende deel. De wereld hield op Europa's
producten te kopen in dezelfde hoeveelheden
en tussen beide wereldoorlogen werd de toestand
bereikt, dat Europa zijn invoer niet langer kon
betalen uit de opbrengst van zijn uitvoer. On
geveer 30% van de importen moest toen worden
betaald uit z.g. onzichtbare verdiensten, hoofd
zakelijk inkomsten uit vroegere investeringen;
deze investeringen vonden 11a 193^ weinig meer
plaats. In het handelsverkeer met de Verenigde
Staten had Europa vóór de oorlog reeds een
deficit van 7 50 millioen dollar per jaar.
Slechts de mogelijkheid om verdiensten in
andere valuta om te zetten in dollars, tezamen
met grote goud verschepingen, voorkwam in die
j4ren een ontwrichting van het mechanisme
r
Het Marshall-plan
Europa's kwalen