l n 1. De Benelux-landen met hun overzeese gebiedsdelen kunnen een niet te onderschat ten economische en politieke macht ontwikkelen. 2. De 'afzonderlijke landen vormen te kleine economische eenheden om zich in de toekomst hun plaats te kunnen verzekeren. Vóór 1940 bezetten België en Luxemburg de zevende. Nederland de achtste plaats in de internationale handel. Bij gelijke omvang thans (met inbegrip van hun overzeese gebiedsdelen) zouden zij aan de wereldhandel bijdragen: België-Luxemburg 5.38 °/o, Nederland 5.97 Samen zouden zij behoren tot de landen met de grootste buiten landse handel. 3. De Benelux-landen zijn ervan overtuigd, dat hun streven naar economische vooruitgang op gezonde basis berust. Hun fundamentele economische structuur behoeft geen wijziging. De bestaande problemenwederopbouw, dollar tekort en negatief saldo van de betalingsbalans zullen vanzelf minder dringend worden. De in terne monetaire en financiële verhoudingen van de drie landen ontwikkelen zich bevredigend. 4. De schepping van één groot afzetgebied binnen het territoir der drie landen zal tot ge volg hebbena. dat de productieve krachten beter gecoördineerd kunnen worden; b. dat aan de buitenlandse handel alle kansen worden ge bodenc. dat het nuttig effect van de nationale inspanning zal worden vergroot. 5. De welvaart van Europa kan niet worden verwezenlijkt zonder het bestaan van grote economische eenheden. (Fin. Dagblad). Dr Ir S. L. Louwes, directeur-generaal van de voedselvoorziening, zeide in een rede, welke te Wageningen gehouden werd op de conferentie ,,De voedselvoorziening der wereld", onder meer De beste en meest productieve investering is onder de tegenwoordige omstandigheden een uitbreiding van de cultuurgrond. Met de ontgin- ning zijn wij vrijwel aan het eind van ons kun nen. Voor de landaanwinning is er nog veel te doen en het zou ons als een verzuim kunnen worden aangerekend, als deze landaanwinning ook maar enigszins werd vertraagd door andere dan natuurlijke omstandigheden. In de tweede plaats volgen grondverbetering, ruilverkaveling, afwatering, enz. en in de derde plaats uitvoering van cultuur-verbeterende maatregelen. (Off. Orgaan der F.N.Z.) De opstelling van de nationale jaarrekeningen van Nederland voor het jaar 1946 is thans zover gevorderd, dat het mogelijk is het nationale inkomen er uit af te leiden. Voor het eerst is dit thans afgeleid uit een sluitend stelsel van nationale jaarrekeningen, welke de gehele kring loop van goederen en diensten in de volkshuis houding omvatten. Hierdoor zijn de verkregen ramingen aanmerkelijk nauwkeuriger geworden dan vroegere. Aannemende, dat de prijzen tussen 1938 en 1946 ongeveer zijn verdubbeld en dat de bevol king met ongeveer 10 is toegenomen, dan volgt uit de cijfers wel, dat het reële nationale inkomen per hoofd in 1938 aanmerkelijk hoger is dan in 1946, ondanks de omstandigheid, dat er in 1938 300.000 werklozen waren tegen ge middeld 53.000 in 1946. Verdeling van het nationale inkomen naar de productiefactoren 1929 1938 1946 x I niillioen Lonen, salarissen, sociale lasten 2.746 2.303 5.367 Renten, winsten, enz3.362 2.616 3.915 Totaal 6.108 4.919 9.282 Ter toelichting kan hieraan worden toegevoegd, dat de genoemde winsten ten dele door naam loze vennootschappen zijn gereserveerd en na de oorlog voor een ander deel als winstbelasting door de overheid werden opgevorderd: Voorts is in de winst ook de beloning begrepen van de arbeid van de zelfstandige ondernemer. Deze factoren in aanmerking nemende, is het niet temin duidelijk, dat het aandeel van de lonen en dergelijke in 1946 aanmerkelijk hoger was dan vóór de oorlog (58 tegen 45 in 1929 en 47 in 1938). (Econ. Voorl.). ADVERTENTIES KASSIER 1 1 huizen. Pleidooi voor landaanwinning Het nationale inkomen in 1 946 WUB EBEÜSSIffllSBIBffilB BEBiSSHfflIB SBI® ffl® ES SI iSBi BB IS Het bestuur der Coöp. Boerenleenbank te |j Voorthuizen roept sollicitanten op voor de gl betrekking van |j Opleiding: tenminste M.U.L.O. plus Praktijk- ffl diploma Boekhouden van erkende vereniging. s; ffl. Sollicitanten moeten enige tijd administratief ffl werkzaam zijn geweest. Leeftijd 25 tot 35 jaar. h H Indiensttreding omstreeks Juni a.s. Brieven vóór 20 Februari a.s. te richten aan BI de voorzitter van het bestuur der bank, de heer [|j I. van Middendorp, Buitenhuisweg 6, te Voort- w ffi BI BIB fflHIB® BffifflBffiffl Bffi HBBffiSSSlSlfflBBBfflllIBffliaffllB® 22

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 22