IN HET KORT
Met onze circulaire van 22 December 1948
zonden wij aan de aangesloten banken een vra
genlijst, betrekking hebbend op de door de
Centrale Bank in 1948 gevoerde advertentie
campagne. Tot ons genoegen mochten wij con
stateren, dat voor deze aangelegenheid grote
belangstelling bestond en dat het grootste ge
deelte der vragenlijsten ingevuld terug kwam.
Wij zouden het echter zeer op prijs stellen ook
de ontbrekende lijsten nog te mogen ontvangen,
opdat wij ons omtrent de mening der organi
satie ten aanzien van de gevoerde campagne een
zo juist mogelijk oordeel zullen kunnen vormen.
No. iii van 22 December 1948:
Vragenlij st advertentiecampagne.
No. 112 van 24 December 1948:
Niet-ingezetenen-rekeningen.
No. 1 van 4 Januari 1949:
Film „Het geld van de boer" Aankoop bui
tenlandse betaalmiddelen Reisdeviezen
Frankrijk en Engeland.
No. 2 van 7 Januari 1949:
Nieuw model saldobiljet Rekening niet-
ingezetene.
No. 3 van 11 Januari 1949:
Terugbetaling teveel betaalde belastingen of
zekerheidstellingen Ten onrechte niet op
vrije rekening betaalde bedragen door comp
tabelen.
financiële en economische varia
Onder bovenstaand opschrift komt in het
orgaan van onze Belgische zusterorganisatie het
volgende voor
Wij hebben ondervonden, dat sommige bestu
ren al te lichtvaardig heenstappen over art. 5 der
Huishoudelijke Verordening, waarbij het werk
gebied hunner Raiffeisenkas wordt beperkt bin
nen zekere grenzen van gemeente, gehucht of
parochie. Die beperking van het werkgebied
werd nochtans opgelegd met, het doel de taak
van het bestuur der Raif feisenkas te vergemak
kelijken, vooral bij het toestaan van leningen,
en ook later om toezicht te houden over het
gebruik van het toegestaan krediet. Het is voor
al over dit laatste punt, dat wij het hier hebben.
Het gebeurt inderdaad al te vaak, dat wij toe
vallig vernemen, dat een ontlener op een andere
gemeente gevestigd is, zonder dat de kassier
noch het bestuur ons hiervan hebben verwittigd.
Door het feit, dat de ontlener de gemeente heeft
verlaten, kan hij geen lid meer blijven der
Raiffeisenkas en moet derhalve zijn lening
terugbetalen. Wat meer is, meestal is hij dan
geen landbouwer meer en heeft hij zich elders
gevestigd, hetzij als handelaar, enz. zodat het
ontleende geld niet meer tot het aangegeven
doeleinde gebruikt wordt.
Men neme derhalve als regel, dat telkens wan
neer een ontlener het werkgebied der Raiffei
senkas verlaat, dadelijk de lening moet opge
zegd worden. In sommige gevallen, o.a. wanneer
de ontlener landbouwer blijft, ook in zijn nieuwe
verblijfplaats en het doel der lening geen wijzi
ging ondergaat, kan hij mits lid te worden der
Raiffeisenkas zijner nieuwe woonplaats, aldaar
een nieuwe lening aanvragen met het doel zijn
lening; in de eerste Raiffeisenkas te vereffenen.
Een persoon, die krediet bekomt om een hof
stede te kopen in West-Vlaanderen en later in
de grootstad een handel uitbaat, moet zijn lening
terugbetalen: ie. omdat hij het werkgebied der
Raiffeisenkas verlaten heeft; 2e. omdat hij het
krediet niet meer voor het gevraagde doel ge
bruikt.
Wij houden er dan ook aan er onze besturen
op te wijzen, dat zij zich voortaan stipt aan de
bepalingen der Huishoudelijke Verordening
zouden houden en de terugvordering der lening
zouden eisen, telkens wanneer het krediet niet
meer voor het oorspronkelijke doel wordt ge
bruikt. (Raiffeisenecho).
De Limburger Land- en Tuinbouw Bond over
weegt in het centrum van het Limburgse fruit-
gebied een fabriek te vestigen voor het ver
werken van fruit, tomaten en van suikerbieten.
(N. C. R.).
„In het huidig tijdsgewricht, waarin alle volke
ren ter wereld economisch van elkaar afhanke
lijk zijn, is een welvarend Europa nauwelijks
denkbaar zonder een welvarende Benelux."
Deze kloeke woorden vormen de waardige af
sluiting van het tweede memorandum, dat de
Benelux-landen aan de Europese organisatie
hebben gezonden als begeleiding van hun pro
gramma op lange termijn voor de Marshall
hulp. De verdere conclusies van dit memoran
dum luiden
Vragenlijsten advertentiecampagne
Verzonden circulaires
Het werkgebied der RaiHeisenkas
Nieuwe coöperatieve industrie in Limburg
Geen welvarend Europa zonder welvarende Benelux
21