Grondstof voor lid jaarverslag over ÜIIN constructies kan de vraag naar natuursteen sterk worden beperkt. Zodra men aan het stich ten van gebouwen toe is, levert de materiaal positie inderdaad moeilijkheden, maar aangezien dit eerst over een aantal jaren aan de orde komt. mag verwacht worden, dat alsdan de materiaal voorziening geen al te grote moeilijkheden meer zal opleveren. De benodigde geschoolde arbeiders zullen wel beschikbaar zijn, aarfgezien deze groep momen teel niet al te zwaar belast is, terwijl zich op de arbeidsmarkt voor ongeschoolden reeds symp tomen van een overschot voordoen. De positie ten aanzien van materiaal, materieel en arbeidskrachten is derhalve thans van dien aard, dat daarin geen bezwaar behoeft gezien te worden om tot uitvoering van werk tot land aanwinning over te gaan. Hoewel de in in dustrialisering belegde kapitalen sneller rendabel zijn dan die, in landaanwinning belegd en een snel effect van het geïnvesteerde kapitaal bij onze opbouw eis is (waardoor industrialisatie wel op het eerste plan moet komen) moeten de kapitalen, in landaanwinning belegd, nationaal- economisch zeker evenzeer rendabel worden ge acht als de beleggingen in industrialisering. Beiden zijn voor onze nationale opbouw even noodzakelijk. De wederzijdse bezwaren zullen derhalve moeten worden gewogen om tot de meest efficiënte oplossing te komen. Naar de mening van de vereniging kan bezwaar lijk worden volgehouden, dat thans voortzetting der landaanwinning huiten de financierings mogelijkheden van ons nationaal opbouw programma zou vallen of op merkbare wijze onze noodzakelijke industrialisering zou belem meren. Zo goed als de kapitalen voor industria lisering worden gevonden, zullen ook die voor landaanwinning in onze nationale economie moeten worden aangewezen. Slechts op die wijze kan uiteindelijk een gezond economisch bestel worden verkregen, dat een zo breed mogelijke basis moet bezitten om bij conjunctuurschommelingen zo veilig mogelijk te zijn. De landbouw is steeds een belangrijke pijler voor die basis geweest en zal dat in zo sterk mogelijke mate ook in de toekomst moeten blijven, maar dan is nieuw land, dat zo spoedig mogelijk beschikbaar moet komen, nodig. Ten slotte komt de nota dan ook tot de conclusie, dat het voor het verkrijgen van een gezonde economische opbouw in ons land vereist is, dat de landaanwinning thans wederom ter hand wordt genomen, dat de financiering hiervan niet uitsluitend bezien moet worden in het kader van het gewone staatsbudget, maar in dat van onze gehele economische opbouw, waarbij deze niet tot zodanige lasten aanleiding geeft, dat andere elementen, in het bijzonder de industrialisering, in het gedrang komen. Het is dan ook nodig thans tot landaanwinning over te gaan en de financiering daarvan te regelen in het kader der investeringen voor onze gehele nationale econo mische opbouw. Ook ditmaal willen wij ten behoeve van de aan gesloten boerenleenbanken (enkele banken ver zochten ons er reeds om) grondstof verschaffen voor het opmaken van een jaarverslag over het boekjaar 1948. Hierin hebben wij verwerkt de belangrijkste feiten, welke in 1948 voor ons land in het alge meen hebben plaats gevonden en verder die gebeurtenissen, welke meer in het bijzonder voor het coöperatieve landbouwcredietwezen van be lang kunnen worden geacht. Dit overzicht kan gebruikt worden als grondstof voor het jaarverslag van onze banken, zoals dit telkenmale aan de algemene vergadering wordt aangeboden. Overbodig te zeggen, dat het bankverslag dient te worden aangevuld met de bijzonderheden. welke alleen voor de afzonderlijke locale banken gelden. Het jaar 1948 stond in het teken van de jubilea. Nog vers liggen de gedenkwaardige dagen van September 1948 in ons geheugen, toen wij met weemoed H.M. Koningin Wilhelmina zagen heengaan om haar verantwoordelijkheid over tc dragen aan Haar Dochter, die thans als Koningin Juliana de landsleiding heeft over genomen. Wij beleefden de 300-jarige .herdenking van de vrede van Munster, de 100e verjaardag van de vestiging onzer democratische grondwet en „en passant" het 50-jarig bestaan van de Centrale Bank te Utrecht. Gedurende 2 dagen, op 25 en 26 Mei 1948, waren enkele duizenden afgevaardigden van 15

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 15