deel van het I Jsselmeer slechts zodanige bedra gen uitgetrokken, dat deze werken alleen kunnen worden voorbereid. Naar de mening van de vereniging is dit niet juist: Aanwinning van nieuwe cultuurgrond is een dusdanig onmisbaar element in onze nationale ophouw, dat deze niet afhankelijk mag worden gesteld van de moge lijkheid op een bepaald ogenblik. De financie ring van de landaanwinning moet in onze gehele economische opbouw haar plaats krijgen en in het tijdsprogramma moet het ogenblik worden vastgesteld, waarop en in welke mate tot land aanwinning kan worden overgegaan. Naast verdere industrialisering speelt de land bouw in ons economisch bestel een belangrijke rol. De voeding van onze steeds in aantal groeiende bevolking, alsmede de voorziening in de export, moeten voor de landbouw mogelijk blijven. Herinnerd worde in dit geval aan de berekeningen van Dr. Kohnstamm, die 'erop wijst, dat het voor ons land een welhaast on mogelijke taak moet worden geacht de export van industrieproducten zodanig uit te breiden, dat wij ons de nodige deviezen kunnen verschaf fen om de groeiende bevolking een levenspeil te waarborgen, als voor de oorlog in ons land be stond. De inpoldering van de zuidelijke polders in het IJsselmeer, die, uitgaande van de huidige prijsverhoudingen, per jaar zeker ongeveer 100 millioen aan deviezenbesparende of devie- zenscheppende landbouwproducten zouden kun nen opleveren, krijgt in dit licht een verhoogde betekenis. Tal-van jonge, bekwame boeren zien tevergeefs uit naar de mogelijkheid om een eigen bedrijf te vestigener heerst landhonger, welke zich duidelijk demonstreert door het groot aantal gegadigden bij het uitgeven van nieuwe bedrij ven. Er wordt wel gesteld, dat 600.000 ha nieuw land nodig zouden zijn om aan de vraag hier naar tegemoet te kunnen komen. Deze behoefte groeit nog steeds, doordat voor allerlei doel einden grond aan de cultuur wordt onttrokken, zodat alleen hierdoor veel nieuw cultuurland wordt vereist 0111 de landbouwproductie op peil te houden. De ervaring op Walcheren leert, dat de voor rationele bedrijfsvoering noodzakelijke hèrverkaveling tot de noodzaak leidt om de gedupeerden elders aan nieuwe grond te helpen. Het zijn de bekwaamste en meest energieke jonge, toekomstige bedrijfsleiders, die de meeste neiging vertonen tot emigratie, anderen wor den gedwongen een uitweg te zoeken in andere bedrijven, waarvoor zij de natuurlijke aanleg missen en waarvoor zij niet zijn opgeleid. Op deze wijze wordt veel energie niet op de meest efficiënte wijze benut of gaat verloren; aanwinst van nieuw land beperkt dit voor de economie van ons land ongunstige verschijnsel. Vervolgens wordt in de nota aandacht gewijd aan het probleem der arbeidskrachten. De ver eniging verwacht afnemen van de vraag naar industriële en daardoor stijging van het aan bod van agrarische arbeidskrachten. Een krach tige agrarische bevolking is voor onze algemene volkskracht van het grootste belang; die bevol king moet op peil blijven, wat slechts mogelijk is wanneer haar toenemende bedrijfsruimte wordt gegeven. Zelfs bij de grootste, praktisch denkbare aanwinst van nieuw land zal in de agrarische sector niet meer opgenomen worden dan een klein deel van onze bevolkingsaanwas, zelfs van die op het platteland. In het nieuwe land zal echter, naar mag verwacht worden, naast de agrarische een even grote niet-agrari- sche bevolkingsgroep zich vestigen, terwijl het nieuwe land met wijde vertakkingen werk gelegenheid elders schept. Ook in dit verband is het gewenst thans spoedig met landaanwin ning weder aan te vangen. Als regel zullen de kosten van landaanwinning niet worden gedekt door de private waarde van de nieuw gewonnen grond. Naast de nieuwe cultuurgrond worden echter bij landaanwinning vele nieuwe voordelen verkregen als het in het algemeen stimuleren van handel, bedrijf en ver keer, het scheppen van nieuwe werkgelegenheid voor nieuwe bevolkingsgroepen, algemene ver steviging der nationale economie. Algemeen wordt dan ook thans een nationale waarde van nieuwe grond erkend, gelegen boven de private waarde daarvan. Hoewel deze nationale waarde van nieuwe cultuurgrond niet concreet kan wor den bepaald en met de conjunctuur wisselt, kan toch worden aangenomen, dat bij de praktisch in aanmerking komende landaanwinningen de kos ten door de nationale waarde van de grond worden gedekt en zij derhalve nationaal econo misch verantwoord zijn. Voor landaanwinning is kapitaal nodig. Grond werken spelen de overwegende rol. Nu voor lopig de wegenaanleg sterk moest worden be perkt, zal de materiaalvoorziening ten aanzien van de grondwerken geen grote moeilijkheden opleveren. Natuursteen voor dijkbekleding eist deviezen, maar door toepassing van nieuwe 14

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 14