Boerenleenbanken en beveiliging Nadat in Februari 1947 de ingestelde commissie r an experts vergaderd had over de gezinsver zekeringsfondsen en bij de liquidatie van het loonverzekeringsfonds Fr. 90 mill. voor gezins- sieun was afgezonderd, werd verwacht, dat 1948 werkelijke vooruitgang van dit belangrijke sociale probleem zou brengen. In het bijzonder ook, omdat de desbetreffende wetten in de kan tons Waadt, Genève, Neuenburg, Freiburg en Luzern, welke wetten nog verder zullen worden uitgebreid, geheel en al in het belang zijn van de bergboerenbevolking in haar geheel en voor de middelste en onderste lagen van die bevolking in het bijzonder. Een bedrag aan geïnde premiën van Fr. 28.335.- stond in 1947 tegenover een kinderbijslag van Fr. 16.965.waardoor een overschot bleef van Fr. 11.370.Hierbij werd rekening gehouden met de in het voorjaar gedane voorstellen voor uitbreiding der werkzaamheden. li. Borgstellingsfonds. Dit in 1942 bij het van kracht worden van het herziene borgstellingsrecht in het leven geroepen instituut vertoonde een normale werkzaamheid en heeft waardevolle diensten bewezen. Het aantal indiende verzoeken bedroeg 128. Daarvan konden er 124 ten bedrage van Fr. 667.105. worden ingewilligd. Sedert de stichting tot stand kwam, werd aan 506 verzoeken met een totaal bedrag van Fr. 2.556.973.voldaan. Dank zij de nauwe betrekkingen tussen de banken en de Centrale Bank was het mogelijk, afgaande op een gegronde aanbeveling der af zonderlijke banken, aan de ingediende verzoeken direct en zonder kosten te voldoen. Het kapitaal van het fonds, waaraan de Centrale Bank met Fr. 250.000 deelneemt, is van Fr. 650.600 ge stegen tot Fr. 682.300. De belastingautoriteiten waren, ondanks al onze moeite, nog niet bereid de borgstellingsfondsen, welke zonder overheidshulp tot stand zijn ge komen en het algemeen nut dienen, geheel be lastingvrij te verklaren. Wèl werd van de premie bedragen tot een totaal van Fr. 9.650.65 bijna de helft voor de belasting afgetrokken. Rekening houdende met een rentevergoeding van Fr. 22.964.60 ten laste van het fondskapitaal, be heerskosten van Fr. 1.163.05 en belasting ten bedrage van Fr. 4.265.—, resulteerde een jaar lijks overschot van Fr. 27.099.85. Daarvan werd Fr. 12.884besteed voor een rentebetaling van 2% op de aandelen en Fr. 14.215.85 ter bijschrijving bij de reserve, welke daarmede steeg tot Fr. 41.585.59. Verliezen waren niet te vermelden. i. Mededelingen uit de organisatie. Tijdens de algemene vergadering van 5 Mei kon men aan de hand van verschillende belangrijke rapporten kennis nemen van de solide positie en de verheugende vooruitgang van het op eigen hulp steunend systeem. Na een inleidend referaat van directeur Heu- berger over de noodzakelijk geworden her ziening van de statuten, waarbij deze aangepast zouden moeten worden aan het nieuwe obligatie- recht en een discussie hierover, werden de voorgestelde wijzigingen vrijwel eenparig goed gekeurd. Namens de Zwitserse boerenorganisatie ver klaarde staatsraad F. Porchet te sympathiseren met de Raiffeisenbanken en sprak daarbij de wens uit, dat alle problemen op landbouw-, poli tiek- en sociaal gebied volgens eenzelfde geest van samenwerking en van christelijke saam horigheid zouden worden bestudeerd, besproken en tot een oplossing gebracht als dit bij de Raiffeisenbanken het geval was. In de laatste jaren is het helaas enige malen voorgekomen, dat vooral in het veenkoloniale gebied gewapende overvallen hebben plaats ge vonden op boerenleenbanken in enkele gevallen zónder, in andere gevallen helaas wèl met succes voor de overvallers. In verband met deze roofovervallen is door enkele boerenleenbanken de vraag gesteld of het niet gewenst is een verzekering tegen dit risico te sluiten, welke maatschappijen hiervoor in aanmerking kwamen en hoeveel de premie hier voor zou bedragen. De principiële vraag is derhalvemoet dit risico afzonderlijk verzekerd worden? Door de Centrale Bank en de bij haar aange sloten boerenleenbanken is destijds opgericht het Onderling Waarborgfonds, welk waarborgfonds onder meer dient tot tegemoetkoming in scha den, door de boerenleenbanken eventueel te lijden door brand, diefstal, beroving, oplichting 11

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1949 | | pagina 11