FINANCIEEL OVERZICHT
De onderlinge verschuivingen in de spaargelden
en de creditsaldi in lopende rekening als gevolg
van de deblokkeringsmaatregelen waren zeer
aanzienlijk. Zoals te verwachten was, zijn de
geblokkeerde saldi aanzienlijk afgenomen, waar
tegenover de optie-, beleggings- en vrije gelden
toenamen. Een en ander moge uit onderstaand
overzichtje blijken, waarin de mutaties, welke
pér saldo in de spaargelden en de creditsaldi
tezamen plaats hadden, >zijn opgenomen.
Alhoewel in het totaalbedrag der beleggingen
geen wijziging kwam, waren de onderlinge ver
schuivingen groot. Er vond een verschuiving
plaats van beleggingen op korte termijn naar
beleggingen op lange termijn. Het schatkist
papier verminderde namelijk met 10 mil-
lioen, waartegenover de effectenportefeuille
met 7 millioen en de deelnemingen in
onderhandse leningen met 2 millioen toe
namen.
.1948
Van 1 Januari30 November
toename afname
Geblokkeerd
3LS-9
Optie
Belegging
Vrij
82,5
3I5-9
216,0
afname per saldo
99.9
De obligatiemarkt heeft in de afgelopen maand
geen in het oog lopende veranderingen te zien
gegeven, zoals blijkt uit een vergelijking van de
noteringen der belangrijkste staatsfondsen met
die van de vorige maand (zie het elders in dit
artikel opgenomen koersstaatje). Daartoe be
stond ook weinig aanleiding .Voor het ogenblik
zijn er geen aanwijzingen, waaruit men zou
kunnen afleiden, dat zich in dc naaste toekomst
belangrijke veranderingen op de kapitaalmarkt
zullen voltrekken. Hierbij hebben wij uiteraard
het oog op de mogelijkheid van een verheffing
van het rentepeil, welke noodwendig tot uit
drukking zou moeten komen in een daling van
de obligatiekoersen. Weliswaar overwogen dit
maal de koersverliezen, doch deze bleven tot
enkele gedeelten van procenten beperkt, zodat
daaraan geen bepaalde conclusies kunnen wor
den verbonden.
Bij twee gelegenheden is de laatste tijd nog eens
gebleken, hoe zeer prof. Lieftinck zijn ministe
riële hart verpand heeft aan de goedkoop-geld
politiek en het daarbij behorende renteschema.
Nóch bij de behandeling van het wetsontwerp
afwikkeling geldzuivering in de Tweede
Kamer, nóch bij de regeling, welke voor de
spaarbanken moest worden vernieuwd voor de
door deze instellingen op korte termijn bij de
schatkist uitgezette gelden, heeft de minister
zich laten verleiden tot enige concessie op het
punt van het rentetype. Met name is prof. Lief
tinck niet gezwicht voor de krachtige aandrang
om de rentevoet van de investerings- en beleg
gingscertificaten van 3J4 tot 3^ te ver
hogen, terwijl ook de spaarbanken nul op het
request kregen en zich hebben moeten schikken
in een bestendiging van de rentevergoeding van
2/ °/o voor jaardeposito (onder bepaalde voor
waarden, welke in dit verband weinig ter zake
doen). De minister vreesde terecht, dat zulk een
renteverhoging niet zonder terugslag zou kun
nen blijven op de algemene rentevoet. Of de
goedkoop-geld politiek nog gedurende lange tijd
kan worden volgehouden, staat te bezien.
Op het ogenblik wordt het werkelijke beeld van
de staatsfondsenmarkt versluierd door de bëlas-
tingvraag, verband houdende met de betaling
van bijzondere heffingen en oude belastingen.
Men kan aannemen, dat de kooplust voor deze
waarden grotendeels daaruit voortspruit. D<xdi
binnen enkele maanden zal deze vraag sterk
verminderen, zodat de beleggingsmarkt dan ge
heel op eigen kompas zal moeten varen. De
spoeling is trouwens toch reeds dunner gewor
den nu de minister heeft toegestaan, dat de
investerings- en beleggingscertificaten eveneens
voor voldoening van de bijzondere heffingen
mogen worden gebruikt.
Met rasse schreden nadert overigens de fatale
datum (1 Maart 1949), waarop de inschrijvin
gen in het grootboek 1946 zoals bekend uit
geblokkeerd geld verkregen ter beurze vrij
verhandelbaar zullen worden. Op 30 Septem
ber jl. stond van deze inschrijvingen nog uit
een bedrag van 1.416 millioen tegen r.759
millioen per 30 Juni 1947. Gezien het gedwon-
(in millioenen
guldens)
29,8
103,7
216,0
15