IN HET KORT ADVERTENTIES INDIEN U TWIJFELT 7 MANDATEN ZOMERMELKTOESLAG 1947 De volgende mandaten zijn verloren geraakt: no. B 013984 ad 50.afgegeven aan J. Hiemstra te Kooten, no. 095 ad 150.afgegeven aan A. de Wit te Oudenrijn, no. 4467 ad 25.afgegeven aan J. A. van Miltenburg, Groenedijk B 73 te Vleuten en No. 2236 ad 237.50 aan J. Kok, Birktstraat 57 te Soest. Deze mandaten mogen bij aanbieding, anders dan door de rechthebbenden, niet worden uitbetaald. FINANCIËLE EN ECONOMISCHE VARIA Een halve eeuw Friese coöperatieve zuivelexport. Dezer dagen bestond de „Frico", de Friese Coöperatieve Zuivel-Export-Vereniging, 50 jaar. In 1898 werd door een zestal fabrieken de vereniging op gericht. Om de kwaliteit van de Friese zuivelproducten te verbeteren zou dit centraal verkooporgaan de export en de verdere verzorging van het product, zoals dit van de fabriek kwam, op zich nemen. De eerste boter werd verzonden op 14 April 1899 naar Groot-Brittannië, waar enkele vertegen woordigers waren aangesteld. Thans zijn bij de vereniging aangesloten 48 Friese coöpe ratieve zuivelfabrieken, waaraan 1 1.000 a 12.000 boeren de melk van ongeveer 120.000 koeien leveren. Aanvankelijk leverde de Frico alleen boter en kaas af, maar toen de crisisjaren de afzet van deze producten steeds moeilijker maakten, zocht men naar nieuwe wegen om de afzetmogelijkheden van de melk der Friese fabrieken te ver groten. De Frico bevorderde, dat de deelgenoten met de productie van caseïne begonnen. Later werd tot de fabricage van melkpoeder overgegaan. De voor 1948 geprojecteerde uitvoer van boter ad 10.000.000 kg is thans reeds overschreden. Er wordt een prijs besomd, die boven de productieprijs ligt. Het in alle landen bestaande tekort aan vet opent voor de Friese boter- export voor de komende jaren gunstige perspectieven. (Econ. Voorlichting). De Verzekeringskamer jubileert. Naar aanleiding van de débacles bij de Algemene Maat schappij van Levensverzekering en Lijfrente te Amsterdam, zowel als bij de Maatschappij Kosmos in 1921, kwam in I 922 de wet op het levensverzekeringbedrijf tot stand en begon de Verzekeringskamer op 1 September 1923 haar zegenrijke werk. Het duurde nog tot 15 November van dat zelfde jaar voor de wet volledig in werking trad. De Verzekeringskamer viert derhalve deze maand haar zilveren jubileum. Gedurende de 25 jaar, d^t de Verzekeringskamer thans toezicht houdt op het levensverzekeringbedrijf, is de ver zekeringsgedachte bij het Nederlandse volk sterk gegroeid. Dat dit mogelijk was is voor een niet gering deel te danken aan de wetenschap, dat dé Kamer met zorg over de belangen van de verzekerden waakt. Als bewijs hiervan mag wel gelden dat, toen de zuivering van de destijds bestaande maatschap pijen eenmaal was geschied hetgeen uiteraard enige jaren in beslag nam het bedrijf harmonisch is uitgegroeid. In het door de Verzekeringskamer uitgegeven gedenkboek wordt melding gemaakt van de huidige moeilijke periode voor het gehele verzekeringbedrijf, zulks in verband met het van overheidswege omlaag brengen van de rentevoet tot 3 Redenen voor bezorgdheid behoeven echter bij de verzekerden niet aanwezig te zijn: de Verzekeringskamer staat gereed door haar adviezen het belang van de verzeker den op zo goed mogelijke wijze te dienen. Het arbeidsveld der Kfimer is niet beperkt tot de levens verzekering; ook spaarkassen en bouwspaarkassen vallen onder haar toezicht. Het streven is om het gehele verzeke ringswezen in Nederland onder het toezicht van de Kamer te doen vallen. (Financieel Dagblad). Nederland en de F.A.O. In deze maand komen de bij de Food and Agriculture Organisation (F.A.O.) aangesloten landen in voltallige ver gadering bijeen. Behandeld zullen worden de vaststelling van taak en werkwijze van de F.A.O. De F.A.O. kan slechts advies geven en richtlijnen uitstippelen, maar alleen de regeringen der aangesloten landen hebben het in hun macht deze adviezen tot uitvoering te brengen. Ondanks het feit, dat de F.A.O. over een voor deze wereldorganisatie betrekkelijk gering budget beschikt (name lijk 5 millïoen) moesten vele van de voor 1948 geprojec teerde werkzaamheden worden geschrapt, daar slechts 20 landen (waaronder Nederland) van de 57 deelnemende landen hun contributies geheel hadden voldaan. Daar de contributie voldaan moet worden in de valuta van het land, waar de zetel der organisatie gevestigd is, was voornamelijk dollargebrek de oorzaak van het in gebreke blijven der overige landen. De plaats, waar de hoofdzetel der F.A.O. definitief zal worden gevestigd, is nog niet bepaald. (Algemeen Agrarisch Archief). Plattelandsbevolking. Op 1 Januari 1948 telde de bevolking van Nederland 9.7 1 4.01 7 mannen en vrouwen. Hiervan wonen er 1720.01 1 in gemeenten met minder dan 5000 inwoners, dat is 1 7.8 Voorts wonen er 2.964.229 in gemeenten van 5000 tot 20.000 inwoners of wel 30.8 In gemeenten met meer dan 20.000 inwoners woonde 51.4 der bevolking. Vergelijken we deze cijfers met die van vroegere jaren, dan blijkt tot voor de oorlog een aanzienlijke verschuiving van de bevolking van de plattelands- naar de stedelijke ge meenten. In 1899 woonde nog 34.3 der Nederlandse bevolking in gemeenten beneden de 5000 inwoners. Dat percentage is nu dus bijna gehalveerd. De invloed van de typisch agrarische provincies als Gro ningen, Friesland, Drenthe, Zeeland en Gelderland neemt af. Deze provincies telden in 1880 nog 34 van de bevolking; in 1948 nog 25.6 Het aantal kleine gemeenten met min der dan 5000 inwoners loopt steeds meer terug. In 1899 waren er in Nederland nog 918 van zulke gemeenten, in 1945 nog slechts 650. Met recht is al eens opgemerkt dat, wil het platteland zich in betekenis handhaven, het accent meer zal moeten worden verlegd van het aantal naar de kwaliteit van de agra rische bevolking. (De Landbode). of de bestaande pensioenregeling in overeenstemming is met de tegenwoordige omstandigheden, vrage U inlich tingen en nadere voorstellen van de Centrale Bank. Bestuur, raad van toezicht en kassier der Coöperatieve Boeren leenbank „Nootdorp" geven met groot leedwezen kennis van het overlijden van hun geachte voorzitter van het bestuur de heer J. A. POST, in de ouderdom van 70 jaar. Van de oprichting der bank af, gedurende ruim 30 jaren, heeft hij met hart en ziel de belangen der vereniging behartigd. Zijn persoon en werk zullen bij ons steeds in dankbare herinne ring blijven.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1948 | | pagina 7