HAIFFEISEN-BODE
1898
1948
OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
DE FEESTELIJKE ALGEMENE t
VERGADERING VAN 25 MEI 1948
UIT DE INHOUD
EÉN EN DERTIGSTE JAARGANG No. 1 JULI 1948
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TELEF. 15867
De voorzitter van de raad van toezicht Prof. Dr. G. Min-
derhoud opent de vergadering en zegt, dat het denkbeeld
om het 50-jarig bestaan der Centrale Bank op feestelijke
wijze te vieren blijkbaar in goede aarde is gevallen gelet op
het feit, dat het aantal bezoekers meer dan 2500 bedraagt,
en op de grootse bloemenhulde.
Vervolgens deelt hij mede, dat een groot aantal gasten
aanwezig is; hij heet ieder met een persoonlijk woord wel
kom, evenals de Heer Visser, die gelukkig thans zover her
steld is, dat hij weer in ons midden kan zijn; Prof. Weststrate,
die een gedenkboek geschreven heeft, de Jubileum-Commissie
en anderen. 1 enslotte wendt hij zich tot allen, die tezamen
hebben gewerkt om onze instelling de boeren- en tuinders
stand tot hulp en heil te doen zijn. De voorzitter meent, dat
ten aanzien van het bedrijfscrediet de Nederlandse boeren
stand zich onafhankelijk gemaakt heeft en niemand meer
naar de ogen behoeft te zien en dat er geen beter middel is
om boeren en tuinders te brengen tot een gepast gevoel van
eigenwaarde dan de coöperatie. Hij houdt de vergadering
echter voor, dat „coöperatie" geen toverformule is, maar eist
naast saamhorigheidsgevoel, gezond verstand, kennis van
zaken, deugdelijk beheer, enz. Met een gevoel van dank
baarheid en bevrediging kunnen wij op de verlopen halve
eeuw terugzien en met Gods zegen zullen wij ook in de toe
komst slagen. Met deze woorden opent de voorzitter de
vergadering.
Hierna leest de voorzitter twee te verzenden telegrammen
voor, waarin de vergadering hare aanhankelijkheid aan H.M.
de Koningin en H.K.H. Prinses Juliana betuigt.
De notulen van de algemene vergadering, gehouden op
10 Juni 1947, welke te voren aan de leden zijn toegezonden,
worden onveranderd goedgekeurd en vastgesteld.
De voorzitter benoemt vervolgens de stembureaux en
gaat dan over tot behandeling van de rekening en verant
woording over 1947 met balans en verlies- en winstrekening.
Deze worden goedgekeurd en de vergadering gaat accoord
met het voorstel van het bestuur om van het winstsaldo
250.000.onder „Crediteuren" te boeken, 400.000.
toe te voegen aan de „Reserve voor risico effecten" en
1.000.000 aan de Reserve waardoor deze zal stijgen
tot 6.500.000.—.
De vergadering van de Centrale Bank wordt geschorst en
die van het Onderling Waarborgfonds geopend; van deze
laatstgenoemde worden de notulen der algemene vergadering
van 10 Juni 1947 vastgesteld, machtiging wordt gegeven om
voor het jaar 1947 de bijdragen slechts voor de helft te
Dat dit eerste nummer van ons blad in de nieuwe jaargang
tevens liet eerste na de herdenking van het 50-jarig bestaan der
Centrale Bank', gedeeltelijk \wg in het teken van die herdenking
staatcal wel niemand verwonderen. De lezers treffen in dit
nummer dan ook allereerst aan het gebruikelijke verslag van de
algemene vergaderingzij het ditmaal jn feeststemming. De
Jubileumcommissie uit de boerenleenbanken verzocht ons
opname van haar verslag, aan welk verzoek wij uiteraard gaarne
hebben voldaan.
Tenslotte laten wij in een nabetrachting op het feest volgen
een bloemlezing uit de reacties, welke ons naar aanleiding van
de viering van ons jubileum hebben bereikt. Deze vele reacties
hebben ons bijzonder getroffen en, eerlijk gezegd, enigszins
beschaamd gemaakt. We zijn er zeer dankbaar voor.
Het gezdone leven in onze organisatie gaat verder; daarvan
getuigt ook de verdere inhoud van ons blad: Vragen bij de
afwikkeling van de geld zuivering.
Tenslotte de vaste rubrieken: Verenigingsnieuws, Mede
delingen en Advertenties.
innen, terwijl de rekening en verantwoording over 1947
wordt goedgekeurd.
Na heropening van de vergadering der Centrale Bank
wordt, daar niemand het woord verlangt voor de rond
vraag, het woord gegeven aan de voorzitter van het
bestuur, Dr. S. E. B. Bieretna, voor het uitspreken
van zijn herdenkingsrede. Deze meent aan een drietal
nationale herdenkingen, het Regeringsjubileum van Hare
Majesteit, het 300-jarig onafhankelijk volksbestaan en het
tot stand komen van de Grondwet te mogen herinne
ren, omdat de nationale gevoelens bij uitstek door onze krin
gen worden gedeeld. Tegen de achtergrond van deze her
denkingen is het geoorloofd aandacht te vragen voor het
50-jarig bestaan van onze bloeiende organisatie met 180.000
leden en 700.000 spaarders.
De Heer Bierema schetst daarna de toestand van land- en
tuinbouw in het jaar van oprichting der Centrale Bank, ver
volgens de regeringsmaatregelen om land- en tuinbouw in
staat te stellen de moeilijkheden te boven te komen, hoe in
boerenkringen zelf de hand aan de ploeg geslagen werd en
hoe vooral de Nederlandse Boerenbond het initiatief nam tot
oprichting van boerenleenbanken. Hij wijdt een woord van
warme hulde en oprechte dankbaarheid aan de nagedachtenis
van Friedrich VFilhelm Raiffeisen. Hierna brengt de Heer
Bierema in herinnering hoe moeizaam maar geleidelijk de
Centrale Bank groeide, de uitzonderlijk moeilijke positie,
waarin zij in de bezettingsjaren verkeerde, maar waaruit onze
organisatie ongebroken en ongeschokt te voorschijn is geko
men, zodat zij het grootste spaarinstituut in den lande vormt.
Hij wijst er op, dat daardoor aan de eigenlijke taak der
boerenleenbank, het verlenen van voorschotten en credieten,
voldaan kan worden; dat zij haar zegenrijk werk verspreidt
over het gehele platteland en zelfs in menige kleine of grotere
stad. Hij meent echter, dat daarmede de taak der Centrale