bij het gouden jubileum
82
de crediettermijn aangepast is aan de behoefte van het
bedrijf.
Vijf leden zijn een afwijkende mening toegedaan en ad
viseren geen nieuwe vorm van coöperatieve credietbanken in
te voeren, maar de Volksbanken van Schulze-Delitsch te
propageren in de streken, waar het grootlandbouwbedrijf
overheersend is, en de Raiffeisenbanken daar waar in hoofd
zaak het kleinbedrijf wordt aangetroffen.
Terwijl men het in de boezem van het landbouwcomité
in 1897 nog niet eens kon worden over de vorm, zou in
1896 de Nederlandsche Boerenbond het initiatief nemen tot
de oprichting van boerenleenbanken volgens het systeem
Raiffeisen en zich bezig houden met het propageren van deze
instellingen.
Deze boerenbond had vooral veel aanhang in het Zuiden,
en in katholieke streken in het Noorden van ons land. Ook
prot. christelijke landbouwers konden als lid worden aange
nomen, maar de deelname van deze laatste was betrekkelijk
gering.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat gezien het initia
tief van deze bond en de nog weifelende houding van -het
landbouwcomité, de eerste boerenleenbanken volgens het
systeem Raiffeisen, zowel in het Noorden als in net Zuiden,
opgericht werden in streken, met een vrijwel uitsluitend of
in meerderheid katholieke bevolking. Het blijkt uit de namen
der zes banken die de oprichters waren van de Centrale Bank
te Utrecht en gememoreerd werden in de Raiffeisen-Bode van
Juni 1938, namelijk Uithoorn, Wognum, Berkhout, Netter-
den, Angerlo (Giesbeek), Eerbeek en Didam.
De oorzaak van de oprichting van twee Centrale Banken,
de ene te Utrecht op 12 Juni 1898 en de andere te Eind
hoven op 24 Dec. 1938, vindt dan ook niet zijn oorzaak in
het verschil in levensbeschouwing. Er waren andere beweeg
redenen voor dc stichting van twee Centrale Banken. Het
verschil van mening over de rechtsvorm der locale banken,
waarbij de Eindhovense groep op verschillende gronden de
geschiktheid van coöperatieve rechtsvorm in twijfel trok en
de voorkeur er aan gaf om de banken de vorm te geven van
een vereniging volgens de Wet van 1855, was wel een van
de voornaamste.
DE LAATSTE 10 JAREN IN VOGELVLUCHT
Algemeen overzicht
De herdenking van het 40-jarig jubileum der Centrale
Bank had plaats in de Algemene Vergadering van 8 Juni
1938. Het bestuurslid de Heer Nengerman, die de feestrede
hield, wees er op, dat er alleszins reden was aan de gevoelens
van dankbaarheid, die allen bezielden, uiting te geven, omdat
trots alle grote en schokkende gebeurtenissen op internatio-
naal-politiek, economisch en juridisch terrein in het verleden
en trots de langdurige crisis en malaisetijd sinds 1930, de
organisatie zich niet alleen had kunnen handhaven, doch als
geheel genomen ongedeerd en ongeschokt uit de moeilijk
heden te voorschijn was gekomen.
Sindsdien zijn er 10 jaren verstreken en daarmede een
tijdperk, waarin wij de grootste ramp beleefden van de oorlog
en bezetting; een tijdperk van afbraak en vernieling; van
tyrannie en van terreur. En weer stemt het tot dankbaarheid...
Maar laat ons niet vooruitlopen en eerst het tijdvak nader
beschouwen.
Het is echter niet de bedoeling in dit artikel de gebeur
tenissen in onze organisatie gedurende dit decennium in
bijzonderheden te beschrijven. De meest gedenkwaardigen
zullen we slechts in vogelvlucht memoreren.
In 1938 begon het er voor de landbouw beter uit te zien.
De bedrijfsuitkomsten gaven voor het eerst sinds 19 30 een
gunstiger beeld.
Hoezeer dit ook tot verheugenis stemde, het was toch te
betreuren, dat de oorzaak gezocht moest worden in de vrees
voor een naderende oorlog. Verschillende landen, waar
onder ook Nederland, begonnen met het oog op de oorlogs
dreiging voorraden te vormen, waardoor de prijzen der land
bouwproducten stegen.
De lage rentevergoeding sinds 1937 noodzakelijk ge
worden wegens de zeer lage rentevoet voor beleggingen op
korte en lange termijn en het dreigend oorlogsgevaar
lieten niet na hun invloed uit te oefenen. Na de sterke stij
ging der middelen in 1937, nog een gevolg van de deva
luatie, beliep die in 1938 nog slechts een paar millioen
gulden.
Dan volgde 1939, het sterk bewogen jaar met de opeen
volgende, aangrijpende en ontstellende wereldgebeurtenis
sen. Op 1 September 1939 ontbrandt de oorlog tussen Enge
land en Frankrijk enerzijds en Duitsland anderzijds en die
tenslotte geheel Europa in vuur en vlam zou zetten en ook
ons land in de rampen dreigde te betrekken.
Het was opmerkelijk, dat er bij het uitbreken van de
wereldoorlog in September 1939 geen paniekstemming bij
het beleggend publiek te constateren viel, zoals in Augustus
1914.
Was in 1914 sprake van een grote verwarring en van runs
op banken, werd toen de beurs voor lange tijd gesloten en
volgde er een algemeen moratorium; in 1939 vielen er wel
opvragingen te constateren, maar deze waren echter, in het
bijzonder bij onze boerleenbanken, betrekkelijk gering, de
beurs bleef opengesteld en ook een bankenmoratorium
bleef uit.
Een dergelijk moratorium, waarbij slechts de beschikking
over beperkte bedragen wordt toegestaan, werd wel op
10 Mei 1940, na de overrompeling van ons land, uitgevaar-
°De organisatie heeft in de eerste oorlogsdagen een goed
figuur geslagen, door het stelsel der hulpcentrales, juist bij
tijds in April 1940 ontworpen.
In 1939 had het bestuur zich herhaaldelijk beraden over
de maatregelen, te nemen bij eventuele evacuatie en in geval
van bezetting. Er werd geïnformeerd bij de Finse Centrale
Bank, die een bezetting door de Russen had meegemaakt en
bij de Centrale Kas in België, dat in 19141918 bezet was
geweest.
Voorts werd overleg gepleegd met de autoriteiten in
Nederland, belast met de evacuatie.
Het gevolg van een en ander was, dat in April 1940 enige
richtlijnen aan onze banken konden worden gegeven bij
evacuatie en in geval van bezetting.
Toen de Duitse overrompeling op 10 Mei 1940 een feit
werd, was onze organisatie er enigszins op voorbereid om