ZOEKGERAAKTE SPAAR- EN
REKENING-COURANTBOEKJES
LANDBOUW EN VOEDSEL
VOORZIENING
77
digde bedrag niet meer bedraagt, dan de helft van het ge
wone tarief, berekend over de oorspronkelijke hypotheek.
Akten van royement: 16.50, vermeerderd met de kos
ten van doorhaling. Meerdere doorhalingen voor dezelfde
debiteur: voor iedere volgende doorhaling 3.75, vermeer
derd met de kosten van doorhaling.
Het hypotheektarief is een vast tarief, met dien verstande
evenwel, dat in het oog dient te worden gehouden, dat het
is ontworpen met het oog op normale omvang der werk
zaamheden en normale verschotten, zodat ingeval er buiten
gewone en veelvuldige werkzaamheden zijn te verrichten of
belangrijk hogere verschotten dan normaal gemaakt moeten
worden, de notaris bevoegd moet worden geacht naar eigen
inzicht het vaste tarief met een redelijk bedrag voor meer
der honorarium of met de hogere verschotten te verhogen.
Gelijk vanzelf spreekt, komen de kosten van de hypo
theek-akte en van het royement ten laste van de schuldenaar
(of borg) deze zal aan de bank veelal inlichtingen omtrent
de kosten vragen. Het is dan ook onze bedoeling om boven
staand tarief eveneens op te nemen in de nieuwe druk van
het Handboekje.
Het komt nog al eens voor, dat een spaarder bij de boe
renleenbank komt met de mededeling, dat hij zijn boekje
kwijt is. In dit tijdperk van papieren en formulieren is zoiets
ook niet te verwonderen. Daar de kassier der bank echter
niet gerechtigd is uitbetaling te doen zonder overlegging van
het boekje, geeft hij dan de raad nog maar eens flink te
gaan zoeken en meestal komt het verloren gewaande boekje
bij de eerstvolgende grote schoonmaak wel te voorschijn.
Toch komt het, ondanks uitgebreide zoekpartijen wel
een enkele keer voor, dat het boekje inderdaad nergens
meer te vinden is; het kan b.v. zijn verloren of ontvreemd.
In dergelijke gevallen staat de bank voor de noodzakelijk
heid een nieuw boekje uit te reiken. Dit gaat evenwel niet
zonder meer; de houder moet dan een verklaring (formu
lier 241 B, op zegel van 0.50) ondertekenen, waarbij hij
verklaart de bank te vrijwaren voor alle schade, welke mocht
voortvloeien uit abusievelijke betalingen, welke de bank
tegen aanbieding van het oude boekje mocht doen. Her
optreden van een dergelijke schade moet niet waarschijnlijk
worden geacht, daar de kassiers van de meeste (helaas nog
niet van alle) banken de goede gewoonte hebben niet eerder
tot uitbetaling over te gaan, dan nadat gebleken is, dat de
aanbieder ook rechtmatig houder van het boekje is en dat
het saldo volgens het boekje overeenstemt met het saldo
volgens het grootboek. In verband met het feit, dat schade
voor de bank echter niet volledig uitgesloten is, moet het
toch wel noodzakelijk worden geacht een verklaring als
bovenbedoeld te laten tekenen. Het tot nu toe voor hetzelfde
doel gebruikte ongezegelde formulier, 241 A, dat geen vrij
waring van de bank inhoudt, is door de Centrale Bank inge
trokken en zal door de afdeling Materiaal niet meer worden
verstrekt. De boerenleenbanken worden verzocht de even
tueel bij haar nog voorradige exemplaren niet meer te
gebruiken.
Voor zoekgeraakte rekening-courantboekjes dient voort
aan uitsluitend gebruik te worden gemaakt van formulier
242 B, waarbij de bank eveneens wordt gevrijwaard tegen
schade.
Zoals wel vanzelf spreekt, komen de kosten der te tekenen
verklaringen voor rekening van spaarder of rekening-
couranthouder.
Meerdere malen is ons gevraagd wat er moet gebeuren als
een rekening geheel is uitbetaald, zonder dat het boekje is
ingetrokken, terwijl de spaarder of rekeninghouder b.v. naar
het buitenland is vertrokken en niet meer te bereiken is. in
dat geval moet dus de fout begaan zijn, dat er is uitbetaald
zonder overlegging van het boekje; hopelijk doet zich in dat
geval geen schade voor door abusievelijke uitbetaling op het
niet-ingetrokken boekje; die schade zou dan namelijk voor
rekening van de kassier moeten komen. Afgezien van deze
onaangename situatie, zal dit boekje tijdens iedere jaar
controle en inspectie bij de controle op de in" omloop zijnde
boekjes ontbreken, zonder dat er een redelijke kans bestaat,
dat het ooit zal worden achterhaald.
Om hieraan een einde te maken kunnen het bestuur en de
raad van toezicht der bank besluiten zo'n boekje uit dë
administratie te verwijderen en hiervan aantekening doen
in het contröleregister. Aan de hand van de notulering van
deze besluiten kan de afdeling Inspectie het boekje eveneens
van haar administratie afvoeren.
Tenslotte nog iets over volgeschreven boekjes.
De afdeling Inspectie der Centrale Bank zal vooftaan
vasthouden aan het principe, dat ook alle volgeschreven
boekjes door haar moeten worden ingetrokken. De tot nu
toe in gebruik zijnde formulieren 069 en 256-L zullen voor
de intrekking niet meer in de plaats van de boekjes worden
geaccepteerd. Uit een oogpunt van controle is het nood
zakelijk, dat de boekjes zelf worden getoond. Nu is het ons
bekend, dat tegenwoordig lopende-rekeninghouders en ook
wel een enkele keer spaarders de volle boekjes terugwensen
ten behoeve van hun boekhouder of om ze aan de belasting-*
dienst te tonen. In deze gevallen zal het aanbeveling ver
dienen het boekje niet af te geven, doch aan de cliënt een
afschrift van dé rekening te verstrekken.
Door de heer Ir. J. S. Keyser, waarnemend directeur-
generaal van de voedselvoorziening, tevens lid van het
bestuur der Centrale Bank, werd in een dezer dagen gehou
den vergadering van de Friese Maatschappij van Landbouw
een rede uitgesproken over het bovenstaande onderwerp.
Van deze belangrijke rede, waarin de achtergrond van de
maatregelen op voedselvoorzieningsgebied en van de rege-
ringspolitiek met betrekking tot de landbouw nader werden
belicht, laten wij onderstaand kort overzicht, zoals wij dit in
verschillende bladen aantroffen, volgen:
De heer Keyser wijdde speciale aandacht aan de aan
rakingspunten, welkè tussen landbouw en voedselvoorzie
ning beslaan. De nauwe relatie tussen deze beide is men
gedurende de laatste jaren weer meer gaan beseffen.
Vóór de ooriog was onze landbouw geenszins ingesteld
op de binnenlandse voorziening, doch had vooral het
karakter van veredeling: grote invoer van grond- en hulp
stoffen, zoals kunstmest, veevoeder, machines en uitvoer van
veredelde producten. Dit was voor onze huishouding het
meest lucratief. Verband tussen onze landbouw en de eigen
voedselvoorziening, scheen nauwelijks te bestaan. In de oor
log is dit evenwel veranderd en heeft de relatie tussen voedsel
en landbouw voor ons meer betekenis gekregen. Dé land
bouw kreeg toen een directe voorzieningstaak voor het eigen
volk en heeft die thans nog. Enerzijds is het het wereld
tekort aan voedingsstoffen, anderzijds ons gebrek aan buiten
landse betaalmiddelen, dat een terugkeer tot de vóóroorlogse
toestanden belet. Nederland is namelijk niet langer een koop
krachtig land, «loch ook al was het dat, dan zou het zijn be
hoefte aan voedingsmiddelen niet kunnen dekken door aan
kopen op de internationale markt; ook ons land is hierin
afhankelijk van de Noodvoedselraad te Washington, die ons
aandeel in de exportoverschotten der exporterende landen
vaststelt.
Consequenties.
Uit deze relatie tussen landbouw en voedselvoorziening
vloeien onder de huidige omstandigheden voor de landbouw