VERNIEUWING HYPOTHECAIRE INSCHRIJVINGEN EN BESLAGEN TE NIJMEGEN SPAARBUSJES 69 ook gedacht worden aan ontwatering en hèrontginning. De schadelijke invloed van het water moet worden weggenomen. Verder moet de gehele bedrijfsinrichting worden ver beterd. Door al deze dingen kunnen wij meer produceren. Spreker vraagt zich verder af: Wat moet hiernaast gedaan worden om beter te produceren? Het betere product is bijna altijd meer lonend en hiermede kunnen wij de concurrentie het beste doorstaan. Rekening dient ook te worden gehouden met de export. Voor het betere product kunnen hogere prijzen worden bedongen. Een grote mogelijkheid zit ook in het opvoeren van de binnenlandse consumptie. Nederland is thans echter te arm en in ruil voor deviezen is uitvoer van landbouwproducten naar het buitenland van belang. Hiervoor moeten we echter kwaliteitsproducten hebben. Naast meer en beter produceren moet ook goedkoper ge produceerd worden. Hierdoor zullen de producten in het binnenland beter kunnen worden afgezet en zullen wij met het buitenland^ beter kunnen concurreren. Rationalisatie en mechanisatie zijn slechts hulpmiddelen, zij het ook belangrijke. Zij kunnen de moeilijkheden echter niet oplossen. Door coöperatie en federatie kan hier veel bereikt worden. Perceelsvorm- en indeling zijn over het algemeen dus danig, daf z'j zich niet lenen voor het gebruik van machines. Deze verkeerde indeling is een grote handicap. Voor een goede exploitatie moeten de percelen goed zijn ingedeeld en moet naar verbetering gestreefd worden. Hierbij komt echter een moeilijk probleem aan de orde, n.1. dat van het grond gebruik. Deze vraag is of wij niet moeten komen tot pach- tersdwang. Spreker vindt dit zeer belangrijk. Bij pachters- dwang is men niet meer vrij zelf een pachter te kiezen. Hierdoor kan men bij verkopingen en verpachtingen de toe wijzing enigszins in de hand houden. Op het ogenblik zijn er ondernemers genoeg in de land bouw en het aantal moet niet worden uitgebreid. Valt een ondernemeer uit, dan kunnen met de vrijkomende grond kleine bedrijven vergroot worden. Dit zal echter alleen mogelijk zijn als er pachtersdwang is. Ten aanzien van de vervreemding van landbouwgronden zit men met dezelfde kwestie. Van een normaal bedrijf zou de grond wel onder erfgenamen verdeeld kunnen worden, doch het zal maar door één persoon gepacht mogen worden. Dit kan echter ook weer alleen bereikt worden door pach tersdwang. Een moeilijk punt is hierbij de pacht- en grondwaarde. Hiermee zijn wij geheel uit de koers geraakt en we kunnen geen vergelijkingen meer maken. Vroeger was de grond van het kleine bedrijf altijd duurder dan van het grote bedrijf. Dit was onjuist, doch dit kwam doordat naar deze grond meer vraag was. De grondprijs behoort gebaseerd te zijn op de opbrengstwaarde. Hiervoor beschikken wij echter nog over te weinig gegevens. Ten aanzien van de regeling van het grondgebruik is er één radicale oplossing, n.1. rationalisatie van de grond. Per soonlijk heeft spreker hiertegen geen principiële bezwaren, doch ook op practische gronden is dit volkomen uitgesloten. Een consequente doorvoering van boerenland in boeren hand zou voor de pachters veel nadeel kunnen betekenen. Kan door bepalingen verkregen worden, dat versnippe ring wordt tegengegaan, dan zijn we al mooi op weg. De heer Staf wil tenslotte nog op één punt terugkomen, n.1. hoe het nu is en wat de toekomst ons brengen zal. Het is zó, dat wij op het ogenblik zeker niet tevreden zijn in de landbouw. Dit spruit echter voort uit het feit, dat de boeren ongerust zijn. De prijzen zijn laag en wij hebben geen zekerheid door de internationale onrust en nationale spanningen. Wij zien het spook van inflatie, van instorting, enz. (De boer is altijd degene, die teruggezet wordt en het is te begrijpen, dat wij bang zijn nog verder teruggezet ta- worden). De landbouw is echter van grote betekenis en neemt een belangrijke plaats in de samenleving in. Met onze kwaliteitsproducten kunnen wij de concurrentie met het buienland aan. Daarbij is de Nederlandse boer zeker een evengoed werker als de buitenlandse boer. Wij kunnen daarom met optimisme de toekomst tegemoet zien, want voor de Nederlandse boer is er nog een toekomst. Met betrekking tot bovengenoemde aangelegenheid wordt ons van o verheidszij de het navolgende medegedeeld: Als gevolg van de oorlogsgebeurtenissen zijn op 20 Sep tember 1944 onder meer geheel verloren gegaan de hypo- theekregisters van het hypotheekkantoor te Nijmegen, waarin de borderellen, bedoeld in art. 1231 van het Burgerlijk Wetboek en die nodig zijn om hypothecaire inschrijvingen te bewerkstelligen, waren overgenomen. Hierdoor kan het publiek zich niet meer volledige gegevens verschaffen inzake de hypothecaire bezwaardheid van per celen gelegen binnen de kring van het genoemde hypotheek kantoor. In het belang van het publiek zijn maatregelen getroffen (gepubliceerd in Staatsblad H 265), waardoor ver nieuwing van alle hypothecaire verbanden en beslagen op onroerend goed, welke vóór 21 September 1944 werden in- of overgeschreven op genoemd hypotheekkan- ioor, kan plaats hebben. Hel tijdvak voor vernieuwing duurt één jaar en is aange vangen op I Januari 1948. De hypothecaire schuldeiser zal zelf (door tussenkomst van een notaris) voor de aanvraag tot vernieuwing het initia tief moeten nemen. Voor degenen, die geldleningen hebben verstrekt op onderpand van onroerende goederen, gelegen binnen de kring van het hypotheekkantoor te Nijmegen, is het zaak «iun inschrijvingen, daterende van vóór 21 September 1944, in het jaar 1948 te doen vernieuwen. Hiermede verzekeren belanghebbenden zich het behoud van dezelfde rechten en dezelfde rang, die zij door de oor spronkelijke inschrijving verkregen hadden. Ook na 31 December 1948 zullen herinschrijvingen nog steeds kunnen worden bewerkstelligd, maar de rang hiervan wordt dan bepaald door de datum van de nieuwe inschrij ving. Zodanige vernieuwde hypotheek zal daardoor eerst rang nemen na de op de dag der vernieuwde inschrijving reeds geboekte hypotheken. Tot zover de officiële mededeling. Hoewel wij bereids aan de bij ons aangesloten boeren leenbanken, welke onder het hypotheekkantoor Nijmegen ressorteren, rechtstreeks mededeling van het bovenstaande hebben gedaan, leek het ons goed de officiële mededeling ook in ons blad op te nemen, daar de mogelijkheid niet is uitgesloten dat ook banken, die niet in het ressort van het genoemde hypotheekkantoor gelegen zijn, met hypothe caire onderpanden binnen de kring van dit kantoor te maken hebben. Voor het invoeren van spaarbusjes blijkt een grote belang stelling te bestaan. Tot ons genoegen kan de aflevering snel plaats vinden, doch men gelieve bij bestellingen er even op te letten, dat men de gewenste nummering opgeeft. Overigens wordt bij een minimum aantal van 25 stuks de naam van de bank op de busjes aangebracht. Voor het overige mogen wij verwijzen naar de voorgaande mededelingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1948 | | pagina 5