VRAAG EN ANTWOORD VERGELIJKING DER BOEKJES MET DE REKENING 67 Vraag: Volgens vraag en antwoord, opgenomen onder no. 8 in de Raiffeisen-Bode van I Februari 1948 moeten geblokkeerde bedragen, binnengekomen na 2 Januari 1948, indien de gerechtigde reeds een optiereke ning heeft, ongeacht de grootte van het bedrag ten gunste van de optierekening worden bijgeschreven. Indien thans A., die bij de boerenleenbank een geblokkeer de rekening had van 500.of minder, welke rekening dus is omgezet in optierekening, aan de X.-bank opdracht geeft het saldo zijner geblokkeerde rekening ad b.v. 2000. over te schrijven naar de boerenleenbank, moet deze dan dit bedrag van 2000.boeken ten gunste van de optie rekening ten name van A. De geblokkeerde rekening ad 200.bij de X.-bank zou dan in feite zonder machtiging omgezet kunnen worden Antwoord: De 2000.geblokkeerd tegoed mag niet ten gunste van de optierekening bij de boerenleen bank worden bijgeschreven. In art. 3 lid 6 der Afwikkelingsbeschikking Geldzuivering is n.1. uitdrukkelijk bepaald, dat overschrijving van geblok keerd tegoed, als bedoeld in art. 7a lid 1 en 2 van de Beschikking Deblokkering 1945 niet mag geschieden ten gunste van de optierekening. Volgens art. 7a lid 1 is toegestaan de overschrijving van het totaalsaldo ener geblokkeerde rekening bij de ene bank ten gunste van de bestaande of nieuw te openen geblokkeerde rekening ten name van dezelfde rekeninghouder bij een andere bank. Het 2e lid van art. 7a heeft betrekking op gedeeltelijke overschrijving van een saldo tegoed op geblokkeerde reke ning naar de geblokkeerde rekening ten name van dezelfde rekeninghouder bij een andere bank met speciale vergunning van de Nederlandsche Bank. De 2000.wordt dus niet op optierekening, maar op een nieuw te openen geblokkeerde rekening goedgeschreven. 2. Vraag: Rekeninghouder A. heeft een optierekening met een tegoed van 450.Door de Rijksdienst voor Landbouwherstel wordt ten gunste van zijn geblok keerde rekening overgeschreven een bedrag van 800. Volgens vraag en antwoord no. 8 in de Raiffeisen-Bode van 1 Februari j.1. komen deze 800.op optierekening, zodat deze thans groot wordt 1250.Is dit wel juist? De bijschrijving op geblokkeerde rekening heeft toch ten doel, dat deze 800.voor betaling van belasting gereserveerd wordt en niet t.z.t. tengevolge van de toevallige aanwezigheid van de optierekening buiten medeweten van en tegen de be doeling van de' inspecteur der belastingen in, vrijkomt. Antwoord: Het door ons op bovenbedoelde vraag no. 8 ge geven antwoord is juist. De uitkeringen van de Rijksdienst voor Landbouwherstel moeten wel door de inspecteur der belastingen gefiatteerd worden, doch deze fiattering heeft een ander doel dan het safe stellen van even tueel nog verschuldigde belasting. Is dit laatste inderdaad het geval, dan kan de inspecteur altijd nog de geblokkeerde rekening van de desbetreffende gerechtigde aanwijzen als fiscaal geblokkeerde rekening, over eenkomstig het bepaalde in art. 4 d van de Beschikking Deblokkering 1945. De uitkering van de door de Rijksdienst voor Landbouw herstel uitbetaalde oorlogsschadebij dragen op geblokkeerde rekening heeft niet zozeer een fiscaal doel als een monetair doel en is tevens om de controle op de besteding van deze bijdragen mogelijk te maken, n.1. de controle of de bijdrage inderdaad wel wordt besteed voor herstel der schade, Bij overboeking op de optierekening wordt het monetaire doel, n.1. het voorkomen, dat door uitbetaling van bijdragen in de oorlogsschade in verhouding tot de aanwezige goederen voorraad te veel geld in circulatie komt, voldoende vastge houden, daar-de bedragen op optierekening slechts geleidelijk in de sfeer overgaan en men meer of minder in de verwachting leeft, dat op het moment van vrijkomen de goederenvoor raad voldoende zal zijn toegenomen om de vermeerdering van de geldcirculatie te kunnen opvangen. 3. Vraag: A. ontvangt ten gunste van geblokkeerde reke ning een uitkering van 800.van de Rijks dienst voor Landbouwherstel. A. heeft noch een geblok keerde rekening, noch een optierekening. Moet deze 800. dan op nieuw te openen geblokkeerde rekening geboekt wor den? Wij menen van wel. Antwoord: Wij zijn het met deze mening eens. De 800. worden op een nieuw te openen geblokkeerde rekening van de begunstigde geboekt. 4. Vraag: Kan voor geblokkeerde gelden, na 2 Januari 1948 op geblokkeerde rekening gestort, ook machtiging tot omzetting worden gevraagd? Antwoord: Het doet niet terzake op welk tijdstip het ge blokkeerde tegoed op de rekening is ontstaan. Zodra een geblokkeerde rekening met een saldo van meer dan 500.aanwezig is, kan machtiging tot omzetting worden gevraagd. Indien na 2 Januari 1948 ten gunste van geblokkeerde rekening een bedrag van 500.of minder wordt overge schreven ten gunste van iemand, die geen geblokkeerde reke ning of optierekening heeft, dan geldt voor deze nieuw te openen geblokkeerde rekening dat zij op het moment van ontstaan automatisch in een optierekening wordt omgezet. Daalt na 2 Januari 1948 het saldo geblokkeerd van aan vankelijk meer dan 500.tot 500.of minder, dan is ook deze rekening automatisch in optierekening omgezet. Ten aanzien van de vergelijking der spaarbank- en reke ning-courantboekjes met de desbetreffende rekeningen in de grootboeken willen wij gaarne het volgende onder de aan dacht der banken brengen: Meermalen wordt de vraag gesteld waarom op de stortings bewijzen en kwitanties van de spaarbank niet vermeld staat: Saldo spaarbankboekje De bedoeling van deze vragenstellers is, dat zij het inge vulde bedrag van het saldo later zullen kunnen vergelijken met de betreffende rekening in het grootboek. Aan deze handelwijze zijn naar onze mening echter be zwaren verbonden en wel de volgende: Indien het saldo, vermeld op stortingsbewijs of kwitantie, niet overeenstemt met het saldo der grootboekrekening, zal de kassier genoodzaakt zijn de spaarder te gaan bezoeken of hem te verzoeken ten kantore der bank te willen ver schijnen, hetgeen alles tijd kost en derhalve vrij omslachtig moet worden genoemd. Het is daarom verstandiger om bij aanbieding van een boekje, alvorens verdere handelingen te verrichten, dit boekje in de eerste plaats te vergelijken met de desbetreffende groot boekrekening. Temeer is dit het geval, aangezien het wel eens is voor gekomen, dat een spaarder het saldo van zijn spaarbank boekje zelf verhoogde en op deze wijze meer opnam dan zijn tegoed bedroeg. Na bijwerking der rekening in het groot boek bleek op de spaarrekening een debetsaldo voor te komen, waarvan de invordering nog al enige bezwaren op leverde. Voorts bestaat de mogelijkheid, dat een uitbetaling of giro-opdracht niet in het boekje is afgeschreven, waardoor bij verdere opname eveneens een debetsaldo zou kunnen ontstaan. Vergelijking van het saldo van het boekje met het saldo van de desbetreffende grootboekrekening is eveneens nood-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1948 | | pagina 3