INSPECTIES BOERENLEENBANKEN IN 1948 VEREN1GINGSNIEUWS 62 Het bovenstaande is in strijd met door ons gegeven ant woorden op vragen, gesteld door verschillende boerenleen banken, waarbij uitdrukkelijk werd gezegd, dat b.v. een wederkerige (onderlinge) verzekeringmaatschappij of verenigingen ingevolge de wet van 1855 of stichtingen (de twee laatstgenoemden voorzover zij een bedrijf uitoefenden) geen beleggingsrekening konden krijgen. Deze antwoorden zijn thans door de feiten achterhaald en kunnen derhalve als vervallen worden beschouwd, zodat voor de genoemde licha men thans wèl een beleggingsrekening geopend kan en mag worden. Van de door de vragensteller genoemde lichamen komen dus slechts de coöperatieve landbouwverenigingen niet voor de beleggingsrekening in aanmerking; alle andere genoemde lichamen wèl. Nu de moeilijkheden, verbonden aan de geldsanering, de betaling van belastingen en de uitvoering van een overstel pend aantal giro-opdrachten, voor het grootste deel zijn overwonnen, hopen wij, dat de hulpverlening door de afde ling Inspectie der Centrale Bank aan de locale boerenleen banken zal kunnen worden beperkt tot enkele gevallen. Aannemende, dat onze verwachtingen in deze niet beschaamd zullen worden, ligt het in onze bedoeling om de controle op de administratie en het beheer van de aangesloten boeren leenbanken in 1948 wederom volledig te doen plaats vinden. Teneinde aan dit voornemen uitvoering te kunnen geven zijn wij echter genoodzaakt de medewerking van de kassiers in te roepen en wel voor het volgende: Ie. Zodra de balans per 31 December 1947 gereed is, ge lieve men dit te berichten aan de afdeling Inspectie der Centrale Bank. Het komt nog vaak voor, dat de balans eerst wordt ingezonden na de gehouden inspectie, terwijl ook met deze inzending als regel nog wordt gewacht tot de balans door de algemene vergadering is goedgekeurd. Teneinde echter zo vroeg mogelijk met de inspectie werkzaamheden te kunnen beginnen, worden wij gaarne terstond in kennis gesteld met het gereed komen der balans. 2e. Iedere boerenleenbank zal er zorg voor dienen te dra gen, dat de grootboeken in overeenstemming zijn met de boekingen in de dagboeken. Vele banken hebben in 1947 reeds regelmatig saldi- staten van grootboek II en grootboek III opgemaakt, alsmede mutatiestaten van grootboek 1, teneinde de cijfers, vermeld op de maandelijkse saldibalansen, te controleren. Voor een vlot verloop van de door de Centrale Bank te verrichten controle zal het nodig zijn, dat de inspec teurs bij hun bezoek aan de banken de beschikking hebben over saldistaten van grootboek II en grootboek III en over tellingstaten van de ontvangsten en uitgaven van grootboek 1 per een datum, welke zo dicht mogelijk bij de datum der aangekondigde inspectie ligt. Heeft de inspectie der boerenleenbank plaats in de eerste helft, van een maand, dan zal in het algemeen gebruik kunnen worden gemaakt van de zo juist ge noemde staten, opgemaakt per de eerste van de betref fende maand. Heeft de inspectie daarentegen plaats in de tweede helft van een maand, dan is het gewenst, mede met het oog op te verzenden contrölebiljetten, de beschikking te hebben over staten van een zo recent mogelijke datum. Wij doen een dringend beroep op de kassiers om te zorgen, dat de genoemde saldi- en tellingstaten gereed zijn en overeenstemmen met de dagboeken. 3e. Voor een goede controle op de uitgegeven boekjes zal het nodig zijn, dat steeds de juiste nummers (serie- letters en -nummers) boven de folio's (eventueel de kaarten) vermeld zijn. Tevens zorge men er voor, dat de ingetrokken boekjes in volgorde van inschrijving in het contróleregister ge reed liggen, terwijl dient te worden nagegaan of voor alle boekjes, welke vervangen zijn en waarbij het volle boekje in het bezit van de betrokkene bleef, een ge tekende verklaring aanwezig is. Van eventueel ontbrekende boekjes houde de kassier steeds zorgvuldig aantekening. Wij vertrouwen," dat de kassiers der boerenleenbanken hun volle medewerking zullen willen verlenen, teneinde de in specties der banken zo vlot mogelijk te doen verlopen. Gaarne betuigen wij reeds bij voorbaat onze dank hiervoor. Wij beginnen ditmaal met een persoonlijk jubileum. Op 9 Januari 1948 herdacht de heer H. C. M. van Dijk, kassier der Coöperatieve Boerenleenbank te Houten de dag, waarop hij jroor 25 jaar in deze functie werd benoemd. Gaarne wil len wij ook op deze plaats de heer van Dijk met zijn jubileum gelukwensen en hem dank zeggen voor alles, wat gedurende deze reeks van jaren door hem in het belang der bank te Houten is verricht. Het aantal boerenleenbanken, dat haar vijftigjarige be staan herdenkt, is uiteraard nog niet groot. Volgens onze gegevens zal dit in 1948 bij slechts tien der bij ons aange sloten banken het geval zijn. In de maand Januari hebben drie boerenleenbanken dit jubileum herdacht en wel de Coöperatieve Boerenleenbanken te Netterden (op 17 Januari) en die te Nibbixwoud en Spanbroek (beide op 26 Januari). Van harte wensen wij bestuur, raad van toezicht en kas sier van deze „halve eeuwers" geluk met dit jubileum en zeggen wij allen, die op een of andere wijze hun krachten aan deze banken hebben gegeven en nog steeds geven, op recht dank voor alles, wat door hen in het belang van het landbouwcredietwezen is verricht. Ten aanzien van de banken te Nibbixwoud en Spanbroek mag bovendien nog melding worden gemaakt van het zeld zame feit, dat de heren J. Koopman (voorzitter van het bestuur der bank te Nibbixwoud) en A. Stam (voorzitter van het bestuur der bank te Spanbroek) op 26 Januari gedu rende vijfig jaar als zodanig in functie waren. Met recht mogen deze heren gerekend worden tot de pio niers onzer organisatie, tot de mannen, die in de jaren vóór 19TT0 overtuigd en doordrongen waren van de noodzaak om te komen tot de oprichting van coöperatieve boerenleen banken. Zij hebben de moeilijkheden der landbouwers mede gemaakt en mede ondervonden, zij kennen de strijd, welke nodig is geweest om te komen tot de eigen banken voor de landbouw. Thans na vijftig jaar mogen zij met grote dankbaarheid terugzien op de afgelegde weg. Het landbouwcredietwezen neemt thans in het economisch leven van ons land en inzon derheid van dat ten plattelande een zeer belangrijke plaats in en deze plaats is mede te danken aan de toewijding van zo vele functionarissen, die hun tijd en hun krachten aan de boerenleenbanken hebben gewijd. Wij wensen de heren Koopman en Stam zeer in het bijzon der geluk met hun jubileum en zeggen hen dank voor het geen zij gedurende zo lange reeks van jaren in het belang van de beide boerenleenbanken en mede daardoor in het belang van onze gehele organisatie hebben gedaan. Het ligt in de bedoeling van de heer Koopman zijn functie thans neer te leggen. Van harte hopen wij, dat ook daarna niet alleen de bank te Nibbixwoud, maar ook onze gehele organisatie zijn volle belangstelling zullen mogen blijven behouden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1948 | | pagina 6