HAIFFEISEN-BODE OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT CREDIETVERLENING UIT DE INHOUD DERTIGSTE JAARGANG No. 8 1 FEBRUARI 1948 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 U T R ECHT TELEF. 15867 Van verschillende zijden is reeds de vraag gesteld of en in hoeverre door de nieuwe Beschikking Deblokkering 1945 en de Afwikkelingsbeschikking Geldzuivering 1947 wijziging is gekomen in de regeling, die gold voor de credietverlening. Het antwoord op deze vraag is: ,,Neen!" Dit neemt niet weg, dat wij van deze gelegenheid gebruik zullen maken om de voor de credietverlening geldende voor schriften in het kort nog eens de revue te laten passeren. Jn de nieuwe Beschikking Deblokkering 1945 is art. 19 der oude beschikking ongewijzigd overgenomen, terwijl de door de Nederlandsche Bank gegeven algemene vergunningen no. 40 en no. 5 7 ongewijzigd bleven gehandhaafd. Volgens genoemd art. 19 is het verrichten van overschrijvingen of uitbetalingen, waarmede credietverlening of beschikken over bestaand crediet gepaard gaat, verboden, tenzij met inacht neming van door of namens de Minister van Financiën te stellen regels. Het principe, aan deze regel ten grondslag liggend, is, dat elke credietverlening door banken, ongeacht haar juridische vorm en ongeacht of al dan niet zekerheid is gegeven, ver boden is. Ook doet in principe niet ter zake, indien zeker heid wordt gesteld, in welke vorm deze gegeven wordt, borgtocht, hypotheek, verpanding van effecten, vorderingen, zekerheidsoverdracht, enz. Anders uitgedrukt: zowel het openen van een crediet in lopende rekening als het geven van voorschotten door banken is verboden. Uiteraard was het niet mogelijk deze uiterst rigoureuze regeling onverkort te handhaven, zodat al spoedig door de Nederlandsche Bank bij de algemene vergunning no. 40 regelen werden gesteld binnen de grenzen waarvan het ver lenen van crediet wèl mogelijk was. Ook bij de algemene vergunning no. 40 wordt het begrip crediet in algemene zin gebezigd en kan dus crediet verleend worden zowel in de vorm van voorschot als van crediet in lopende rekening. Met het punt of en in hoeverre het verleende crediet moet worden gedekt door het stellen van zekerheid, laat de alge mene vergunning no. 40 zich niet in. Dit staat ter beoor deling van de credietgever. De algemene vergunning no. 40 heeft dus betrekking op het verstrekken van nieuwe voorschotten en op het openen van credieten in lopende rekening, alsmede op het laten beschikken over nieuw verstrekt voorschot en in het debet van reeds bestaande als wel nieuw geopende credieten* in lopende rekening. De algemene vergunning no. 40 laat nu toe om zonder nadere toestemming van de Nederlandsche Bank crediet te verlenen tot ten hoogtse 50.000.of op 26 September 1945 bestaande credieten te verhogen met ten hoogste 50.000.(onder crediet dus ook te verstaan: voor schotten) Voor het openen van credieten (hieronder ook te ver staan: voorschotten) boven 50.000.of verhoging daar van met een bedrag van meer dan 50.000.is de toe stemming van de Nederlandsche Bank nodig. Verder bepaalt de algemene vergunning in welke gevallen De vele vragen, welke ons dagelijks van de zijde der boeren leenbanken bereiken in verband met de afwikkeling der geld zuivering, hebben ons stof geleverd om een groot deel van dit nummer te vullen: het hoofdartikel behandelt de mogelijkheden van credietverlening onder de thans geldende bepalingen, ter wijl de belangrijkste ingekomen vragen met de daarop door ons gegeven antwoorden de rubriek „Vraag en Antwoord vullen. De afdeling inspectie doet een dring end beroep op de banken er toe mede te werken de voorgenomen volledige inspecties in 1948 werkelijkheid te doen worden. Wist UNatuurlijk weet U het, maar wellicht kan het geen kzvaad de aandacht nog eens op verschillende punten te vestigen. Gebrek aan plaatsruimte noopte ons helaas de rubriek In het kort ditmaal te laten vervallen. ten laste van het geopende of bestaande crediet mag worden beschikt, welke verklaringen de credietnemers moeten af geven, enz. Ten laste van het debet van het crediet mag slechts worden beschikt voor de betaling van: a. lonen, salarissen, pensioenen, wachtgeldep en lijfrente, zulks tot een bedrag, dat resteert na aftrek van loon belasting, bijdragen in sociale 'verzekeringen en pen sioenstortingen. Ten aanzien van de lonen en salarissen dient een verklaring te worden overgelegd, dat deze voldoen aan de van regeringswege vastgestelde normen; interest; kosten van levensonderhoud met dien verstande, dat ten hoogste een bedrag van I 00.per week ten laste van de debetrekening kan worden opgenomen; door de credietnemer gewaarmerkte facturen en soort gelijke documenten betreffende geleverde goederen en verrichte diensten; e. belastingen en retributies; f. pachten en huren; g. de tegenwaarde in Nederlands Courant van reismiddelen in buitenlandse geldsoort door ingezetenen, die in het bezit zijn van een deviezenvergunning tot het verkrijgen van zodanige reismiddelen. Buiten deze gevallen mag niet ten laste van het crediet worden beschikt. Op beschikking in strijd hiermede kan door de bank, waarbij de rekening (voorschot of lopende reke ning) wordt aangehouden, geen 'beroep worden gedaan tegenover s Rijks schatkist. Is b.v. zakelijke zekerheid ge geven, dan betekent dit dus, dat ten aanzien van het bedrag, waarover ten onrechte werd beschikt, de gestelde zakelijke zekerheid in ieder geval tegenover het Rijk (de fiscus) niet geldend gemaakt kan worden. Wat de betaling van facturen voor geleverde goederen betreft (zie hierboven onder letter d) diene nog, dat de bedoeling en strekking der algemene vergunning is, dat uit sluitend onder goederen worden verstaan die roerende b. c. d.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1948 | | pagina 1