4
accoordstempel en -handtekening der Nederlandsche Bank,
kantoor Deviezenvergunningen te Amsterdam, kunnen de
emigranten zich dan tot een deviezenbank wenden, welke
laatste de nodige deviezen onder intrekking der verklaring
aan hen verkoopt tegen betaling der guldenstegenwaarde op
basis van de betreffende officiële koers.
Indien het cliënten van boerenleenbanken betreft, kunnen
deze laatsten zich onder overlegging van vorenbedoelde
verklaring en van het paspoort van betrokkenen tot de
Centrale Bank, als deviezenbank, wenden, welke vervolgens
de benodigde deviezen in bankpapier en cheque s, dan wel,
voorzover het de U.S.A. en Canada betreft, in reischèque's
der American Express Company, opzendt en het paspoort
gelijktijdig terugzendt, voorzien van de vereiste aantekening
aangaande de afgegeven deviezen. De afgifte van voren
bedoelde reischèque's betekent voor de emigranten een
grote vergemakkelijking, daar deze reischèque's overal in de
U.S.A. resp. in Canada inwisselbaar zijn.
In dit verband verdient het nog aanbeveling, dat de boerenleen
banken in voorkomende gevallen er de aandacht van haar cliënten
op vestigen, dat deze laatsten zich voor het aankopen der deviezen,
op de wijze als bovenbedoeld tot haar resp. de Centrale Bank, als
deviezenbank, kunnen wenden, zonder in dat opzicht ook maar in het
minst gebonden te zijn aan verwijzingen van enige zijde naar (een)
bepaalde deviezenbank(eyi).
In principe wordt, nadat op bovenomschreven wijze aan
emigranten deviezen zijn verstrekt en medegenomen naar
het buitenland, geen verdere toestemming tot overmaking
van gelden naar het buitenland gegeven, behoudens in zeer
bijzondere gevallen.
Het gevolg daarvan is, dat diè emigranten, die bij een
boerenleenbank over meer tegoed beschikken dan door hen
benodigd voor hun reis naar het buitenland en voor boven
bedoelde aankoop van deviezen, het resterende tegoed
krachtens deviezenbepalingen bij de boerenleenbanken
dienen te laten uitstaan.
Het moment, waarop in dit verband de deviezenbepa
lingen haar invloed beginnen te laten gelden, breekt aan,
zodra de emigrant naar het buitenland is vertrokken, m.a.w.
zodra deze zijn woonplaats of gewoonlijk verblijf naar het
buitenland heeft verlegd en uit dien hoofde volgens de
deviezenbepalingen niet-ingezetene is geworden.
Alsdan zal in de eerste plaats voor het verder aanhouden
van guldenstegoeden bij boerenleenbanken ten name van de
niet-ingezetenen vergunning bij de Nederlandsche Bank moe
ten worden aangevraagd.
De wijze, waarop en de vorm, waarin zodanige vergun
ningsaanvraag zal moeten worden ingediend, is afhankelijk
van het aantal periodieke mutaties, welke op het betreffende
tegoed zullen plaats vinden; dit in hoofdzaak weer als
gevolg van het feit, dat de niet-ingezetene, behalve een
guldenstegoed bij de boerenleenbank, bovendien nog andere
activa hier te lande heeft, zoals huis(zen), boerderij (en)
land (erijen), effecten e.d.
De strekking hiervan zal uit het volgende wel duidelijk
worden
IHeeft de niet-ingezetene uitsluitend een guldenstegoed,
uitstaande bij de boerenleenbank, waarop behoudens
de periodieke rentebijschrijvingen door de boerenleen
bank, enkele betalingen aan ingezetenen, b.v. jaarlijkse
betaling van premie(s) wegens (een) voor rekening van
de niet-ingezetene hier te lande nog lopende verzeke-
ring(en) geen verdere mutaties zullen plaats vinden,
dan zal in de eerste plaats bij de Nederlandsche Bank een
vergunningsaanvraag ingediend moeten worden tot het
aanhouden van het tegoed van de niet-ingezetene bij de
boerenleenbank, terwijl dan verder voor iedere mutatie
op dat tegoed, hetzij in debet, hetzij in credit en in
welke vorm ook, steeds tevoren afzonderlijk vergunning
moet zijn aangevraagd aan en verkregen van de Neder
landsche Bank, kantoor Deviezenvergunningen te Am
sterdam.
Op dit laatste maken alleen een uitzondering mutaties
betreffende;
a. het betalen door de niet-ingezetene van hier té lande
verschuldigde belastingen;
b. het periodiek bijschrijven der boerenleenbankrente;
c. het afschrijven van kosten, rechtstreeks met het te
goed zelf verband houdende, zoals boerenleenbank-
kosten, -provisie e.d.;
welke mutaties zonder vergunning der Nederlandsche
Bank op het tegoed van de niet-ingezetene mogen plaats
vinden. Hoewel in een eenvoudig geval als hier bespro
ken niet direct noodzakelijk, kan het onder bepaalde
omstandigheden, b.v. met het oog op enkele periodieke
betalingen als verzekeringspremies e.d. aanbeveling Ver
dienen, dat de niet-ingezetene vóór zijn vertrek naar het
buitenland bij onderhandse acte een ingezetene heeft
aangesteld als zijn gemachtigde/vertegenwoordiger, als
hoedanig ook de boerenleenbank zou kunnen fungeren.
De acte van volmacht ware bij de boerenleenbank te
deponeren. Verder verdient het aanbeveling het spaar-
resp. het rekening-courantboekje bij de Centrale Bank
te deponeren, aangezien deze boekjes toch niet naar het
buitenland mogen worden meegenomen.
2. Heeft de niet-ingezetene, behalve een guldenstegoed op
rekening bij de boerenleenbank, bovendien nog andere
activa (beleggingen) hier te lande, zoals huis(zen),
boerderij (en)land (erijen)effecten e.d., dan zullen
daaruit periodieke inkomsten voor de niet-ingezetene
voortvloeien, zoals huur, pacht, rente en dividend, ter
wijl anderzijds daaruit periodieke lasten voor de niet-
ingezetene ontstaan, zoals onderhoudskosten, kosten van
beheer alsmede, ingeval de onroerende goederen met
hypotheek zijn bezwaard, hypotheekrente en -aflossing,
welke posten, indien zij over de rekening bij de boeren
leenbank worden geleid, even zovele mutaties op die
rekening tengevolge hebben, steeds van dezelfde aard
en periodiek terugkerend.
Teneinde te voorkomen, dat voor al deze mutaties
steeds weer afzonderlijk vergunning moet worden aan
gevraagd aan en verkregen van de Ned. Bank, is in
daartoe geëigende gevallen door de Ned. Bank de
mogelijkheid open gesteld een zgn. „bijzondere reke
ning' (ook een guldensrekening) ten name van de niet-
ingezetene te openen en wordt zulks ook, uiteindelijk
overigens te harer beoordeling, door de Ned. Bank ver
plicht gesteld.
In de vergunningsaanvraag aan de Ned. Bank om tot
het openen van zodanige „bijzondere rekening" ten
name van een niet-ingezetene te mogen overgaan, moe
ten de periodieke mutaties als vorenbedoeld, duidelijk
en volledig worden omschreven en zo mogelijk met
bewijsstukken worden gestaafd.
In de vergunningsaanvraag kan dan tevens worden
verzocht een eventuëel bij de boerenleenbank ten name
van de niet-ingezetene reeds aanwezig guldenstegoed als
eerste post op de „bijzondere rekening" te mogen over
boeken, terwijl voorts naam en adres van de door de
niet-ingezetene bij onderhandse acte aangestelde ge
machtigde/vertegenwoordiger (een ingezetene dus)
moet worden vermeld.
In deze gevallen is nl„ in tegenstelling met hetgeen dien
aangaande sub I werd vermeld, de aanstelling van een
gemachtigde/vertegenwoordiger noodzakelijk met het
oog op. het beheer over en het verrichten der periodieke
betalingen resp. het in ontvangst nemen der periodieke
inkomsten voortvloeiende uit de beleggingen van de
niet-ingezetene.
Wordt een vergunningsaanvraag tot het openen ener
„bijzondere rekening" door de Ned. Bank goedgekeurd,
dan kan de boerenleenbank dus alle daarin met name
genoemde en omschreven mutaties in het vervolg auto-