6
HÉT BEDRIJFSCHAP VOOR VEE EN
VLEES EN DE COÖPERATIEVE
SLACHTERIJEN.
VERENIG1NGSNIEUWS.
IN MEMORIAM G. W. DE JONG.
stand, kwam tot stand in samenhang met het herstel van de
volledige vrije beurshandel op 1 April 1947. Krachtens de
beschikking van 27 Maart 1947 vindt de afrekening van de
tegenwaarde van alle buitenlandse activa voortaan ten volle
plaats op vrije rekening of in betaalmiddelen. Slechts zijn
de bepalingen, volgens welke vorderingen uit hoofde yan af
lossing op buitenlandse effecten, betaalbaar gesteld vóór
1 Juli 1946, worden afgerekend op een lossingsrekening,
vooralsnog gehandhaafd. (Wordt vervolgd).
Door het Bedrijfschap voor Vee en Vlees is het besluit
genomen, dat 30 van de baconvarkens in coöperatieve
en 70 in particuliere fabrieken moet worden geslacht, ter
wijl geleverd moest worden daar, waar genoemd Bedrijfschap
zulks het meest wenselijk oordeelde.
De Stichting voor de Landbouw richtte zich te dezer zake
tot de Minister van Landbouw. De Minister zegde in ant
woord hierop toe, dat getracht zal worden de eventueel inge
schakelde coöperatieve bedrijven zoveel mogelijk diè var
kens te laten verwerken, die door de leden der coöperatie
zijn gecontracteerd. Echter moest de Overheid in de eerste
plaats rekening houden met de meest efficiënte verwerking
der varkens. Dit antwoord was, zoals het Overijsselsch Land
bouwblad van 16 October 1947 opmerkte, geruststellend
en logisch. Men kan in een economisch geleide staat wel ver
wachten, dat in de eerste plaats met het landsbelang rekening
wordt gehouden. Dat het echter mogelijk is in een democra
tisch geregeerd land de belangen van de éne groep onder
geschikt te maken aan die van de andere, achten wij, aldus
genoemd blad, in ons vrije Nederland onbestaanbaar. De
werkelijkheid leert echter anders.
In feite wordt door deze wijze van doen aan de boer het
recht tot coöperatie ontzegd. Coöperatie en organisatie zijn
de twee pijlers, waarop de boerenstand steunt en die haar
hebben gebracht op een peil, dat elke critiek kan doorstaan.
Coöperatie en organisatie zijn het geweest, die de boer
hebben vrijgemaakt van de vaak knellende banden van het
particuliere bedrijfsleven, die hebben medegewerkt en hem
hebben gestimuleerd zijn bedrijf steeds rationeler te maken.
Hierdoor was onze landbouw in de voorbije oorlogsjaren in
staat dusdanig te produceren, dat zij ons volk zelf kon voor
zien van de eerste levensbehoeften. Wat zou er van onze
voedselvoorziening zijn terechtgekomen als de landbouw met
behulp van coöperatie en organisatie niet dit peil had bereikt?
Door onwetendheid of het niet begrepen worden of baat
zuchtig eigenbelang wordt de boer weer in zijn vrijheid
beknot. Men houdt geen rekening met zijn belangen en met
de belangen van ons volk. De boer wordt de weg opgedre
ven, die leidt naar het particuliere winstbejag. Niet de sociale
rechtvaardigheid geeft hier de richting aan, doch het kapi
talistische eigenbelang. Fel moet het protest zijn, ook van de
individuele boer.
Een dergelijke maatregel, zo gaat het blad verder, mag
een vrije boer in een vrij democratisch Nederland zich niet
laten aanleunen. De geleide economie, hoe onontbeerlijk ze
thans ook is, mag nimmer de éne groep aan de andere ten
offer brengen.
Het begint er bedenkelijk veel op te lijken, dat dit thans
het geval is. Eén van de pijlers, waarop de boerenstand
steunt, is men bezig te verbrokkelen, zonder dat men oog
schijnt te hebben voor de rampzalige gevolgen.
Met evenveel recht als men de boer opdraagt aan welk
bedrijf hij zijn varkens moet leveren, kan men hem noodzaken
zijn melk aan een particuliere fabriek te leveren of zijn
kunstmest en veevoeder van een particuliere handelaar te
betrekken.
Men voelt de ongerijmdheid. Een dergelijke maatregel is
ontoelaatbaar en moet ongedaan worden gemaakt.
Het gaat hier om het principiële recht van de boer, of hij
zijn producten coöperatief mag afzetten en aankopen.
De strijd, aldus besluit het blad, zal niet gemakkelijk zijn,
want zij moet gevoerd worden tegen tegenstanders, die over
millioenen beschikken. De kracht van de boer ligt echter in
de trouw aan zijn coöperatie. Als de boerenstand zich aan
eensluit, schouder aan schouder gaat staan, ook als lid van
de coöperatieve slachtveeverkoopvereniging, dan zal zonder
twijfel de overwinning aan hem zijn.
Op 1 October 1947 nam de heer J. F. Burgers afscheid
van zijn functie als kassier der Coöperatieve Boerenleenbank
te Spankeren.
Wij zouden van deze wisseling van kassier geen bijzondere
melding maken, ware het niet, dat de heer Burgers vanaf de
oprichting der Bank in 1910 de kassiersfunctie heeft vervuld,
derhalve gedurende 37 jaar.
Met recht mag de heer Burgers dus tot de veteranen
onzer organisatie worden gerekend en mede daarom is het
ons een behoefte de heer Burgers ook in ons blad ten afscheid
een woord van hartelijke dank toe te roepen voor alles, wat
door hem in het bejang van de bank te Spankeren is gedaan.
Door het toegewijde werk van zovelen is onze organisatie
geworden tot wat zij thans is en neemt zij een plaats in ons
economische leven in, die moeilijk meer ledig te denken
zou zijn.
Wij wensen de heer Burgers toe nog geruime tijd van de
rust te mogen genieten en wij hopen, dat zowel de bank te
Spankeren als de Centrale Bank en de gehele organisatie de
volle belangstelling van de thans rustende kassier zullen
mogen blijven behouden.
Bij de Coöperatieve Boerenleenbank te Beverwijk was het
de heer F. Ph. P. Braun, die zijn 25-jarig kassiersjubileum
mocht herdenken. Wij wensen de heer Braun geluk met dit
heugelijk feit.
De Coöperatieve Boerenleenbank te Doetinchem mocht
herdenken, dat zij voor 25 jaar werd opgericht. Het meest
gedenkwaardige van dit feit was wel het drievoudige persoon
lijke jubileum, dat tegelijkertijd werd gevoerd, n.1. dat van
de heren H. Hiddink, voorzitter van het bestuur, B. Jansen,
lid van het bestuur en W. Hissink, lid van de raad van toe
zicht. Gaarne willen wij ook op deze plaats zowel de bank
als de genoemde functionarissen met dit viervoudig jubileum
geluk wensen. Wij hopen, dat zij als het kan nog tal van
jaren hun krachten aan de bank zullen mogen blijven wijden.
Een uitgesteld jubileum werd herdacht door de Coöpe
ratieve Boerenleenbank te Hilversum. In 1942 bestond deze
bank 25 jaar, doch in verband met de oorlogsomstandig
heden is dit feit in alle stilte voorbij gegaan. Nu de bank
30 jaar bestond, werden beide jubilea tezamen herdacht.
Wij feliciteren bestuur, raad van toezicht en kassier met deze
herdenking.
Op 2 October 1947 overleed te Leeuwarden in de leeftijd
van 65 jaar de heer G. W. de Jong, kassier der Coöperatieve
Boerenleenbank „Leeuwarden N.K." en inspecteur der Cen
trale Bank.
Op zeer jeugdige leeftijd hij was 22 jaar werd hij
bij de oprichting der bank in 1 904 als kassier gekozen en in
1909 d oor de Centrale Bank om zijn bijzondere kwaliteiten
aangezocht als inspecteur der Centrale Bank in Friesland
op te treden.