INDIEN U TWIJFELT BESTRIJDING VAN HET INFLATIEGEVAAR 28 De werknemers hebben dus thans van al hun inkomsten belasting te betalen. Deze verzwaring van lasten is evenwel g compenseerd door verlaging van de verschuldigde loonbelasting, tenminste voor de werknemers met de lagere inkomens. Waren ongehuwd en voorheen reeds loonbelasting verschuldigd bij een weekloon van 11.10, thans eerst bij 17.50. Een ongehuwde met 35.weekloon betaalde vóór 1 Juli 3.39, nu 3.10. Bij hetzelfde weekloon betaalde een gehuwde zonder kinderen voorheen 2.27, thans 1.49. In verband met de ingevoerde loonbelasting voor de kinderbijslagen is een vergelijking voor de gehuwde werknemers met kinderen moeilijker, Gehuwden met 4 kinderen betaalden vóór 1 Juli 1.1, bij een inkomen van 60.20 50.loon en 10.20 kinderbijslag) aan belastingen totaal ongeveer J 2.per week. Nu 1.05 aan loonbelasting. De werkgever moet de door de werknemer te ontvangen kinderbijslag (deze bijslag wordt immers achteraf en driemaandelijks uitbetaald) bij elke loonbetaling bij het loon optellen. Hij moet daarbij rekening houden met het aantal kinderen en dagen waarvoor de werknemer aanspraak op kinderbijslag heeft. Voor vaste arbeiders loopt dat in de regel wel los. Voor tijde lijke werkkrachten die bovendien niet altijd in loondienst werken en wier vrouwen ook nu en dan mee uit werken gaan en daardoor onder bepaalde voorwaarden ook aanspraak op kinderbijslag hebben, levert de berekening van de kinderbijslag wel eens moeilijkheden op. Teveel en soms ook te weinig is niet buitengesloten. De Minister heeft daar mee reeds rekening gehouden door te bepalen, dat de belastinginspec teur gemachtigd is tot afwijkende berekening van de aanspraak op kinderbijslag, verder op herberekening en tot teruggaaf van belasting. Herinnerd zij, dat de kinderbijslag voor de eerste drie kinderen 40 ct. en voor de meerdere kinderen 50 ct. per gewerkte dag en per trek- gerechtigd kind bedraagt. Een volle week wordl op 6, een volle maand op 26 arbeidsdagen geteld, terwijl voor man en vrouw tezamen per kwartaal ten hoogste 78 dagen wordt uitgekeerd. Als arbeidsdagen gelden ook niet-gewerkte dagen, waarover b.v. wacht-, overbruggings-, ziekengeld enz. wordt uitgekeerd. Het aantal kinderen komt voor op het kinderbijslagboekje van de werknemer. Van werknemers, met wie een dienstverband voor kortere of lan gere tijd is aangegaan, en die dus in dienstbetrekking blijven, ook wanneer zij z.g. werk aannemen, moet van het wekelijks uitbetaald bedrag van de aanneemsom, vermeerderd met de eventuele kinder bijslag, loonbelasting worden ingehouden. Anders staat het echter met aangenomen werk (aardappel- en bietenrooien, korenzichten, bessen en bonenpluk, planten en rooien van bloembollen, enz.), dat wel in het bedrijf van de werkgever, maar niet in dienstbetrekking, b.v. door losse of seizoenarbeiders wordt verricht. In deze gevallen moeten de arbeiders van de aannemingssom inkomstenbelasting betalen. De werkgever is dan verplicht en zulks reeds van 1 Jan. 1,1. af van de uitbetaalde aanjnemingssommen z.g. voorheffingen in te houden en aan de fiscus af te dragen. Indien de aannemer zich door anderen laat bijstaan, wordt de aan nemingssom over allen verdeeld, waarbij gezinsloon, verdiend door man, echtgenote en minderjarige kinderen als één bedrag wordt be schouwd Met aanspraken op kinderbijslag door de betrokken aan nemers behoeft de werkgever geen rekening te houden. De in te houden voorheffingen bedragen voor ongehuwden 10 pet., gehuwden zonder kinderen 7 pet., met 1 kind 5 pet., 2 kinderen 4 pet. en met fj}. me®r kinderen 2 pet. van hun deel van de aanneemsom. Bij arbeidsongeschiktheid tengevolge van ziekte en ongeval komt het heel vaak voor, dat de wettelijke uitkeringen rechtstreeks door of door tussenkomst van de werkgever worden uitbetaald. In land- en tuinbouw is dat regel, wanneer de werkgevers zijn aan gesloten bij de bedrijfsvereniging en wanneer het vaste of losvaste arbeiders betreft. Gedurende 6 weken worden de uitkeringen boven dien aangevuld tot het volle loon. Van' 1 Juli 1.1. af moet bij het loon ot aanvullend loon in deze gevallen ook ziekengeld of ongevallen- uitkering worden opgeteld en eveneens de eventuele kinderbijslag. r^ni gezamenlijk bedrag wordt de loonbelasting ingehouden. Nu het geval, wanneer ziekengeld of ongevallenuitkering aan de arbeider rechtstreeks wordt verstrekt door het uitvoeringsorgaan Kaad van Arbeid of BV.). De wergever behoeft van dergelijke uit- eringen geen loonbelasting in te houden. De arbeider wordl voor de uitkeringen aangeslagen in de inkomstenbelasting, ook wanneer ze over een jaar lager zijn dan 200.—. De werkgever behoeft dan even min rekening te houden met de eventuele kinderbijslag, behalve over die weken waarin hij de uitkeringen supoleert. Een andere belangrijke wijziging betreft de verhoogde geldswaarde van door werknemers genoten vreij kost en inwoning, warme- en koffiemaaltijden en soms ontbijt. Voor werknemers tot en met week lonen van 40.is de geldswaarde vanaf 1 Juli 1.1. kost en inwoning f 12—, warme maaltijd f 5.60 en koffiemaaltijden 2.80. Voor andere emolumenten in natura (aardappel, melk, vuur en licht, brandstof, enz.) geldt als waarde de gemiddelde prijs ter plaatse van verbruik. Voor dienstwoning de geschatte huurwaarde. In de landbouw is in de col lectieve arbeidsovereenkomsten de waarde van de belangrijkste emolumenten (dienstwoning, aardappelland, kost en inwoning) bij de vastgestelde lonen inbegrepen. Bij genot van deze emolumenten moet dus ter verkrijging van het te betalen geldloon eerst korting plaats hebben. Voor dienstwoning meestal maximaal 4 en voor kost en inwoning f 10.iot 12.per week. Ter verkrijging van het loon, waarvan1 loonbelasting moet worden betaald, moet dat geldloon weer worden vermeerderd met de waarde, welke de fiscus voor die emolu menten heeft vastgesteld. Niet altijd komen die bedragen met elkaar overeen. of de bestaande pensioenregeling in overeenstem ming is met de tegenwoordige omstandigheden, vrage U inlichtingen en nadere voorstellen van de Centrale Bank. Enige wijziging is ook gebracht in de groepering van de werknemers. Onder groep II vallen thans behalve de gehuwden z nder kinder aftrek en ongehuwden, die de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt ook ongehuwden, die ten minste vijf jaar achtereen een echtelijk huis houden gevormd hebben. Dat is b.v. het geval met een echtelijk huis houden, dat met één of meer uit het huwelijk geboren kinderen is voortgezet of met één of meer eigen of aangehuwde kinderen, die tot het echtelijk huishouden behoord hebben. De inhouding van loonbelasting over overwerkgeld is wel eens nadelig voor de werknemer. De Minister heeft nu bepaald, dat de inspecteur op verzoek van de werkgever aan het eind van ieder kwar taal vergunning kan verlenen tot herberekening van de daarvoor ver schuldigde loonbelasting. Voor het eerst over het le kwartaal van dit jaar. De ^thans geldende bepalingen samenvattende, komen zij in de practijk hierop neer, dat de werkgever eerst het totale bruto-loon van de betrokken werknemer moet vaststellen. Dit bruto-loon kan bestaan uit verdiend geldloon, overurengeld, vacantiebom, voorschot accoord- loon, afrekening accoordloon. Dit loon moet dan tenminste in de landbouw worden verminderd met de waarde van de genoten emolumenten volgens collectief contract en daarna vermeerderd met de bedragen volgens de fiscus. Gesteld, dat een vaste landarbeider met een weekloon voor de dienstwoning 4.per week betaalt, terwijl de geschatte huurwaarde 6.— per week bedraagt. Het week loon, waarvan loonbelasting moet worden ingehouden, is dan niet 36.plus 4.40.maar 36.plus 6.f 42. Zoals bekend mag de werkgever van het loon van de arbeider in houden 1 pet. voor de ziektewet en moet hij inhouden 2 pet. voor het ziekenfondsenbesluit. Verder is ook nog mogelijk, dat een werk nemer via zijn werkgever premie betaalt voor een wettelijk erkend pensioenfonds. Dat is b.v. reeds het geval in het bloembollenbedrijf en volgend jaar vermoedelijk ook in de landbouw en meerdere takken van de tuinbouw. Welnu, van ziektewet- en pensioenpremie behoeft geen loonbelasting te worden betaald. Deze premies worden dus eerst van het bruto-loon afgetrokken. Met dé 2 pet. ziekenfondspremie is dat niet het geval. Deze premie, welke eveneens naar het brutoloon wordt berekend komt voor loonbelasting niet voor aftrek in aanmerking. Bij het netto-loon, verkregen door het totale bruto-loon te vermin deren met eventuele premie voor ziektewet en pensioenfonds, wordt de door de werknemer in het loontijdvak te ontvangen kinderbijslag en de sociale uitkeringen door of via de werkgever verstrekt, opgeteld. Van het dan verkregen bedrag wordt de loonbelastinig berekend en ingehouden. Ten slotte nog iets over de 4y2 pet. vereveningsheffing, welke de werkgever heeft te betalen. Deze wordt geheven van het bruto-loon. eventueel verminderd met ziektewet- en pensioenpremie. Dus niet van kinderbijslag en sociale uitkeringen. Verder zij herinnerd, dat loom voor aangenomen werk, uitgevoerd wel in het bedrijf, maar niet door personen in dienstbetrekking, van de betaling van verevenings heffing is vrijgesteld. De Stichting tot daadwerkelijke bestrijding van het inflatiegevaar heeft zich onlangs gewend tot de voorzitter van de Raad van Minis ters, teneinde haar bezorgdheid te kennen te geven met betrekking tot 's lands financiën. Wij laten hieronder een sterk verkorte weergave van het door de Stichting gezonden memorandum volgen. Hoewel de regering bij verschillende gelegenheden melding heeft gemaakt van een streven om met behulp van ambtelijke diensten tot een rationalisatie van de overheidsdienst en een verlaging van de uitgaven der staatshuishouding te komen, over welk voornemen de Stichting zich uiteraard verheugt, vreest zij niettemin, dat het tempo, waarin cp die wijze resultaten worden verkregen, te traag is om ons zwaar getroffen volk baat te brengen en de noodzakelijke verlichting van s lands financiële positie te bereiken. Indien geen krachtige maatregelen worden genomen ter beperking van het overheidsapparaat, is de mogelijkheid niet uitgesloten, dat de nationale productie zal teruglopen, hetgeen onvermijdelijk moet lei den tot nog grotere moeilijkheden en een werkelijke afbraak vam het staatsapparaat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 6