DE NIEUWE
BELASTINGVRIJE RESERVES
19
23. het opmaken van rekening en balans, alsmede van de verlies- en
winstrekening en de overlegging van deze stukken aan het bef
24. het opmaken van de~maandoverzichten met maandelijkse saldi-
balans en het voorleggen hiervan aan het bestuur
25. het periodiek opstellen van een begroting en voorlegging hiervan
aan het bestuur
26. het ontvangen van cliënten, het voorlopig bespreken van aan
vragen om voorschot en crediet, het bespreken van moeilijkheden,
welke de clienten hebben
27. na goedkeuring van aanvragen om voorschot of crediet door het
bestuur, het zQrgen voor de eventueel nog vereiste toestemming
van raad van toezicht en/of Centrale Bank
28. het bestuderen van circulaires en voorschriften der Centrale
Bank, van bedrijfsgroepen, van wettelijke bepalingen, zorgen voor
de richtige uitvoering van een en ander
29. zorgen voor het systematisch opbergen van brieven, bescheiden,
boeken enz.
30. het aanlegen en bijhouden van een borgenregister.
Inderdaad is de taak van de kassier wel zeer veel omvattend, ge
tuige bovenstaande opsomming van werkzaamheden, waarbij we ons er
geenszins mede vleien niets te hebben overgeslagen naar alle waar
schijnlijkheid zull-en aan deze lijst nog wel allerlei werkzaamheden
van meer bijzondere aard zijn toe te voegen. Maar ook zonder geheel
volledig te zijn is de lijst reeds indrukwekkend genoeg. Met' recht
kan de kassier een .manusje van alles" worden genoemd, inzonder
heid bij de kleinere banken, waarbij geen werkverdeling kan worden
toegepast en bij welke de kassier derhalve alle werkzaamheden ver
richt, van postzegels plakken tot het verwerken van .tonnen" gelds
toe.
Bij grote banken met meerder personeel kan vanzelfsprekend wèl
een werkverdeling worden toegepast, terwijl hier ook sprake zal kun
nen zijn van interne controle (waaronder we wil-len verstaan een zo
danig interne organisatie der werkzaamheden, dat twee of meer zelf
standig en onafhankelijk van elkaar werkende personen dezelfde uit
komsten verkrijgen, indien zij bepaalde gegevens op verschillende
wijze verwerken, waarbij de verkregen resultaten met elkaar*kunnen
worden vergeleken).
Bij deze grote banken, inzonderheid ook wanneer een werkver
deling als hierboven wordt toegepast, heeft de kassier meer de taak
van bedrijfsleider, terwijl verschillende administratieve beslomme
ringen door het personeel worden overgenomen.
Naast de caoaciteiten voor het te verrichten werk dient de kas
sier van een boerenleenbank echter nog andere eigenschappen te
bezitten hij moet vertrouwen inboezemen en beschikken over tact
om met de mensen om te gaan.
Gedurende de laatste jaren ziin de aan de kassiers der boerenleen
banken te stellen eisen steeds hoger geworden het maatschappelijk
leven is steeds ingewikkelder geworden, de maatregelen van over
heidswege steeds veelvuldiger, de circulaires van de Centrale Bank
mitsdien voortdurend overvloediger. De omvang der zaken breidt
zich gestadig uit en het publiek stelt steeds hogere eisen.
Vroeger was het contante geldverkeer hoofdzaak en de voorschol
en credietverlening eenvoudig van aard en constructie, evenals de
daarbij te gebruiken akten.
Thans is er een grote uitbreiding gegeven aan het giro- en chèque-
verkeer, terwijl' het geldverkeer, mede als gevolg van de geldsanering,
aan bepaalde en ingewikkelde voorschriften is gebonden (waarbij de
niet-nakoming van deze voorschriften gelijk wordt gesteld met mis-
driif en daaraan evenredig kan worden gestraft).
De zekerheid voor aangevraagde voorschotten en credieten neemt
belangrijk ingewikkelder vormen aan dan voorheen (effecten, vorde
ringen in vreemd geld, hypothecaire vorderingen, polissen, enz.).
Vele clienten der boerenleenbanken laten hun opdrachten tot aan-
en verkoop van effecten over deze banken lopen.
Dan zijn er nog de overheidsbetalingen, de credieten in verband
met de wederopbouw, terwijl nog voortdurend nieuwe vraagstukken
opdoemen.
De sterke ontwikkeling van verscheidene boerenleenbanken stelt
de vraag van mechanisering der boekhouding aan de orde.
Doch genoeg hierover het zal thans iedere lezer wel voldoende
duidelijk zijn geworden, dat aan de kassiers der boerenleenbanken
in het algemeen andere en hogere eisen gesteld moeten worden dan
vroeger het geval was.
Er zal bij de boerenleenbanken steeds meer behoefte komen aam
mensen met een voldoende opleiding en ontwikkeling en een behoor
lijke administratieve scholing en met een juist begrip van de grote
betekenis van een vlot lopende coöperatieve boerenleenbank.
Het zal mede de taak van de Centrale Bank zijn hieraan zoveel mo
gelijk mede te werken door het organiseren van cursussen ter verdere
scholing van functionnarissen bij de boerenleenbanken. Zodra de
handen meer vrij komen, doordat minder bijstand verleend behoeft
te worden bij die banken, waarbij de moeilijkheden tengevolge van de
geldsaneringsmaatregelen nog niet geheel- zijn overwonnen, zal daar
mede een aanvang gemaakt worden. Nu reeds is ter perse een hand
leiding voor de administratie, in het bijzonder ten dienste van kas
siers en personeel bij de boerenleenbanken.
(Wordt vervolgd).
De thans tot stand gekomen wet Belastingherziening 1947 biedt
enkele nieuwe reserveringsmogelijkheden, waarover wij hieronder een
enkele aantekening willen laten volgen. Wij zullen daarbij kort zijn,
omdat niet alle mogelijkheden, welke bovengenoemde wet biedt, voor
de boerenleenbanken van belang kunnen worden geacht. Anderzijds
is het toch ook igoed, dat men iets af weet van de thans geboden
nieuwe reserverihgsmogelijkheden,
Wij willen voorop stellen, dat deze nieuwe wet de bevoegdheid
geeft tot nieuwe manieren van reserveren; er is hier derhalve geen
sprake van een verplichting. j
Voor het eerst valt met de nieuwe reserveringsmogelijkheden reke
ning te houden bij het' opmaken van de fiscale balans, betrekking
hebbend op het boekjaar 1946 (dit geldt voor de boerenleenbanken)
of op het boekjaar 1945/46 (dit geldt voor de boerenleenbanken-
handelsverenigingen, die niet op 31 December afsluiten).
Tot dusverre kwamen voor de vennootschapsbelasting Izulks
conform art. 10 'lid 3 van het besluit op de inkomstenbelasting) als
aftrekbare passiva slechts in aanmerking:
a. de tegenover bepaalde natuurlijke of rechtspersonen bestaande
verplichtingen (crediteurenposten)
b. verplichtingen, welke plegen te ontstaan uit reeds bestaande
rechtsverhoudingen (b.v. garantiereserves voor opgeleverd werk
of verkochte goederen).
Weliswaar was bij afzonderlijke ministeriële beschikking de moge
lijkheid tot belastingvrije winstreserves geschapen, doch dit betrot uit
sluitend diè gevallen, waarin bedrijfsmiddelen verloren waren gegaan,
hetzij door oorlogsgeweld, hetzij door andere rampen. Volgens ge
noemde beschikking kan bij verplichte of voorgenomen vervanging van
genoemde bedrijfsmiddelen het bedrag, waarmede de schadeuitkenng
de fiscale boekwaarde op het moment van het teloorgaan overtrett,
belastingvrij worden gereserveerd. r.
Thans de nieuwe mogelijkheden tot belastingvrije reservering, tr
zijn nu drie fiscaal toegestane reserves bijgekomen, t.w.
1. de egalisatiereserve (dienend tot gelijkmatige verdeling van
kosten en lasten, b.v. een onderhoudsreserve);
2. de reserve assurantie eigen risico;
3. de onbelaste reserve.
De onder 1 en 2 genoemde reserves zijn niet nieuw; men zal ze zich
nog wel herinneren uit de tijd van de winstbelasting, zodat ze thans
dus weer opnieuw te voorschijn treden. Voor deze beide reserves geldt
de beperking, dat zij slechts aftrekbaar zijn tot het bedrag, dat met
haar aard in overeenstemming is.
Een geheel nieuwe verschijning is de reserve, genoemd onder 4, de
onbelaste reserve. j' t
Voert men deze reserve in, dan komt dit hierop neer, dat een deel
der winst, zander dat aan dit deel een bepaalde bestemming wordt
gegeven buiten de heffing van de inkomsten-, vennootscba.ps- en
ondernemingsbelasting (wat deze laatste betreft, alleen naar de be
drijfsopbrengst) wordt gelaten.
Het hoofddoel van deze methode is het mogelijk maken om nieuwe
verliezen te compenseren met oude winsten. Deze z.g. verticale com
pensatie was vroeger slechts mogelijk ten aanzien van oude verliezen
met de winsten van de twee navolgende jaren.
Vanzelfsprekend zou het ook thans mogelijk zijn geweest het
systeem te kiezen om bij nieuwe verliesjaren tot restitutie op vroegere
belastingaanslagen over te gaan. Indien men dit had ée£aan zou de
Staat feitelijk de reservevorming van het bedrijfsleven hebben moeten
overnemen. Men heeft echter de voorkeur gegeven aan het vormen
van een onbelaste reserve. Door een deel van de winst in de onder
neming voorlopig onbelast te laten, is de weg geopend om latere ver
liezen hiermede te verrekenen.
Het spreekt vanzelf, dat het niet is toegestaan een onbelaste reserve
tot onbeperkt bedrag te vormen er zijn maximumbedragen vastge
steld, zowel voor het totaal der reserve als voor de jaarlijkse toen-ame
Omtrent deze maximumbedragen kan het volgende worden opge
merkt
1. als maximaal bereikbaar bedrag (totaalbedrag der reserve) geldt
het hoogste van de hieronder volgens a of b berekende bedragen
a. 20 van de fiscale boekwaarde der lichamelijke zaken, welke
voor de uitoefening van het bedrijf worden gebruikt (onder deze
lichamelijke zaken worden verstaan de bedrijfsmiddelen als bedrijfs
gebouwen, terreinen, machines, bedrijfsinventaris en transportmid
delen) of van de op zodanige zaken gevestigde zakelijke /echten
(b.v. erfpacht) plus 10 van de fiscale boekwaarde der bedrijfs
voorraden, plus (voor landbouwbedrijven) het bedrag van de pacht,
beklemhuur oi erfpachtcanon over de afgelopen 7 jaar.
(Dit laatste is een tegemoetkoming aan de pachters, voor wie de
grond, als niet behorende tot het bedrijfsvermogen, geen factor vormt
ter bepaling van het maximumbedrag der reservé).
Van belang is nog, dat aanspraken op vergoeding voor teloorgegane
zaken, als in bovenstaande omschrijving worden bedoeld, met die
zaken worden gelijkgesteld, zolang vervanging van het teloorgegane
waarschijnlijk is te achten.