10 te gaan tot de aankoop of de verkoop van effecten, dan kan zulks slechts plaats vinden na daartoe bekomen toestemming van de Cen trale Bank. 21. Arbeidscontract, volmacht cn instructie. Reeds eerder wezen wij op de noodzaak en het nut van het ver strekken door het bestuur van een schriftelijke volmacht aan de kassier, alsmede van een instructie voor de kassier (zie punt 3). Het meest volledig zal deze aangelegenheid behandeld kunnen worden, indien voor de kassier wordt d^jgemaakt een arbeidscontract met volmacht en instructie. In dit contract kunnen dan alle punten, die van belang zijn voor het verrichten van de taak van de kassier schriftelijk worden vastgelegd. Echter is het ook begrijpelijk, dat in verband met de belangrijkheid van dit stuk en ter bevordering van zoveel mogelijk uniformiteit, vóór de vaststelling van arbeidscontract, volmacht en instructie de goedkeuring der Centrale Bank vereist is. 22. Overige handelingen. Tenslotte binden de statuten in art. 28, letters h en l alle hande lingen, die uit het doel der boerenleenbank voortvloeien, doch die in de statuten niet met name genoemd zijn en voorts alle handelingen, waarvoor volgens statuten van de Centrale Bank of volgens op deze statuten rustende reglementen of besluiten haar goedkeuring vereist is, aan de toestemming van de Centrale Bank. RAAD VAN TOEZICHT. Waar het ons hier uitsluitend te doen is om de taak van de verschil lende organen der boerenleenbanken, zullen wij ook de raad van toe zicht, evenmin als bij het bestuur, spreken over de wijze, waarop de leden van de raad van toezicht worden gekozen, noch over de samen stelling van die raad, de vergaderingen, besluiten enz. Men vindt een en ander uitvoerig vermeld in de artikelen 29 tot en met 32 der statuten. Zoals de naam reeds aanduidt, bestaat de taak van de raad van toezicht, in het algemeen gesproken, in het uitoefenen van toezicht en wel, zoals de aanhef van art. 33 luidt, op het beheer der bank. Dit toezicht omvat niet alleen het beheer van het bestuur der bank, maar ook de finantiële administratie van de kassier. Het begrip „toezicht" is moeilijk nauwkeurig te omschrijven, maar in de praktijk levert deze schijnbare vaagheid van het begrip toch meestal geen moeilijkheden op. Men houde altijd in het oog, dat er een scherp onderscheid bestaat tussen „beheer* en „toezicht". De raad van toe zicht dient zich dan ook te onthouden van alles, wat „beheer" is. Al is de taak van de raad van toezicht dan bok beperkt tot het uit oefenen van toezicht, zij is er zeker niet minder belangrijk om. Een goede raad van toezicht is een ,zeer gewichtige waarborg voor een goed beheer. Verschillende gevallen, waarin het bestuur ener boerenleenbank op een genomen besluit de goedkeuring van de raad van toezicht nodig heeft, behandelden wij bereids bij de uitvoerige bespreking van de taak van het bestuur. Wij zullen deze gevallen hier thans niet meer herhalen, maar wij willen allereerst enkele opmerkingen maken naar aanleiding van het verlenen of (weigeren!) van goedkeuring door de raad van toezicht aan door het bestuur genomen besluiten. Het verlenen van goedkeuring kan worden behandeld ih de gewone periodieke vergaderingen van de raad van toezicht, tenzij het spoed gevallen betrelt, in welke gevallen zo nodig een tussentijdse verga dering kan worden belegd. Wanneer de raad van toezicht goedkeuring weigert, zal hij dit ter kennis brengen van het bestuur. Betreft het een besluit, dat nood zakelijk genomen moet worden (b.v. de vaststelling der rente), dan zal het bestuur een nieuw besluit moeten nemen en dit wederom aan de raad van toezicht ter goedkeuring moeten voorleggen. Betreft het een besluit over iets, dat niet noodzakelijk moet worden gedaan (b.v. het verlenen van een voorschot), dan kan het bestuur de zaak opnieuw behandelen en een gewijzigd besluit nemen. Of het kan trachten de raad van toezicht er van te overtuigen, dat de goed keuring alsnog behoort te worden verleend. Het kan gewenst zijn om ter overbrugging van het meningsverschil een gecombineerde verga dering te houden hoewel wij over het algemeen geen voorstanders van gecombineerde vergaderingen zijn. Is het niet mogelijk voor bestuur en raad van toezicht om tot over eenstemming te komen en betreft het een aangelegenheid, welker afdoening ï-oodzakelijk is, dan schrijft art. 34 der statuten voor, dat bestuur en raad van toezicht zich tot de Centrale Bank wenden met het verz ek om advies uit te brengen. Wanneer de Centrale Bank een dergeliji advies uitbrengt (dit zal niet geschieden, dan nadat beide col leges gehoord zijn), zullen deze colleges aan dit advies gebonden zijn. De raad van toezicht mag, wanneer hij met een aan zijn goedkeuring onderworpen bestuursbesluit niet accoord gaat, in geen geval zelf een besluit nemen. Hij mag alleen goedkeuring verlenen of weigeren. I I ,1 I 4T i i - i «J* I i l i t lill I i Art. 33 der statuten vermeldt, dat verder inzonderheid tot de taak van de raad van toezicht behoren 1. Toezicht naleving wet en statuten. De raad van toezicht heeft te zorgen, dat wet en statuten door het bestuur en de kassier (eventuëel de plaatsvervangende kassier) worden nageleefd. Dit houdt in het toezien op de volgende punten a. of bestuur en kassier hun verplichtingen volgens de wet, de statuten en het huishoudelijk reglement en de wettig genomen besluiten hebben nagekomen en of zij, handelende bninen de grenzen van hun bevoegdheid, daarbij met voldoende besef van hun verantwoordelijkheid en in het belang der bank zijn te werk gegaan; b. of het bestuur de grenzen van zijn bevoegdheid niet heeft over schreden en o.a. in die gevallen, waarin dat volgens de statuten nodig was, goedkeuring of machtiging van de raad van toezicht, van de algemene vergadering of van de Centrale Bank heeft gevraagd c. dat ingeval van ontstentenis of tijdelijke verhindering van een bestuurslid of van de kassier deze worden vervangen d. of de individuële leden van het bestuur en de kassier hun taak naar behoren vervullen. Om dit toezicht naar behoren te kunnen uitoefenen en na te kunnen gaan of de wet en de statuten en het huishoudelijk reglement worden nageleefd, zullen de leden van de raad van toezicht met de verplich tingen van het bestuur en de kassier op de hoogte moeten zijn. O.m. zal de raad van toezicht dus hebben toe te zien, dat bestuur en kassier de vereisten hebben nagekomen omtrent a. de boekhouding en de controle; b. het aannemen, de opzegging en ontzetting van leden, het bijhou den van het ledenregister en het verstrekken van opgaven van en veranderingen in het ledenregister aan het Handelsregister; c. het verlenen van voorschotten en credieten en de belegging van gelden; d. het opnemen van gelden; e. de geheimhouding. Dit algemene toezicht op de naleving van wet en statuten door bestuur en kassier moet natuurlijk op gepaste en verstandige wijze worden uitgeoefend. Bij verschil van mening moet worden getracht door onderling overleg tot een goede oplossing te komen. De Centrale Bank is desgewenst bereid om haar bemiddeling te verlenën. Bij gebleken onregelmatigheden en zo dikwijls de belangen der bank naar zijn oordeel in gevaar komen, moet de raad van toezicht tussen beide treden. Dit is een uitvloeisel van de verplichting om toezicht te houden op de naleving van wet en statuten door bestuur en kassier. Zo nodig, aldus art. 33 f, moet de raad van toezicht een alge mene vergadering oproepen. Het spreekt vannzelf, dat dit laatste alleen moet gebeuren in geval van uiterste noodzaak. De raad van toezicht doet het nimmer zonder te voren de Centrale Bank te heb ben geraadpleegd. 2. Administratieve controle. Art. 33 lid 1 letter e draagt aan de raad van toezicht op om over eenkomstig de voorschriften der Centrale Bank toezicht te houden op de administratie der bank. Gezien de voortdurende groei der boerenleenbanken en het toe*» nemen der werkzaamheden, is in de statuten voor deze administratieve controle geen vaste vorm voorgeschreven, waardoor het mogelijk wordt de wijze van controle steeds te doen aanpassen aan de behoefte der banken individueel. Een nauwe samenwerking tussen bestuur en raad van toezicht, ook ten aanzien van de controle, is zeer gewenst. Zo is het nuttig en zelfs noodzakelijk, dat de raad van toezicht minstens éénmaal per jaar tezamen met het bestuur (waartoe dan bij uitzondering een gecom bineerde vergadering kan worden belegd) nagaat 1. of de schuldbekentenissen, credietformulieren en dergelijke stukken in orde zijn; 2. of de finantiële toestand van schuldenaren en borgen voort zetting van het bestaande voorschot, crcdiet of garantie wettigen; 3. of de hypothecair verbonden goederen en effectenonderpanden voldoende overwaarde hebben; 4. of de zekerheidstelling van de kassier voldoende is. Voorts kan de jaarlijkse controle der boekjes door de raad van toezicht tezamen met het bestuur verricht worden. 3. Recht op onderzoek. Het behoeft geen betoog, dat, om na te kunnen gaan of het 'bestuur steeds met voldoende besef van verantwoordelijkheid en in het belang der bank en hare leden is te werk gegaan, en ook om te kunnen con stateren, dat er geen plichten verzuimd of bevoegdheden overschreden zijn, de raad van toezicht de beschikking zal moeten hebben over de nodige gegevens. Daartoe is bij art. 33 lid 2 bepaald, dat elk lid van de raad van toe zicht, door deze gecommitteerd, het recht heeft te allen tijde de boeken en bescheiden der bank te onderzoeken en hare bezittingen op te nemen. De notulenboeken van het bestuur, de schuldbekentenissen, de hypotheekgrossen en de credietformulieren, de dagboeken en de groot boeken enz. moeten düs op verlangen van de raad van toezicht aan deze of aan een lid, door deze aangewezen, worden overgelegd. In lid 3 van ditzelfde artikel wordt voorts aan de raad van toezicht het recht toegekend, zich bij zijn toezicht door een deskundige van de Centrale Bank te doen bijstaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 2