AIFFEISEN-BODE
OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
DE TAAK VAN DE ORGANEN DER
BOERENLEENBANKEN (vervolg)
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TE IE F 15867
DERTIGSTE JAARGANG No. 2
1 AUGUSTUS 1947
HANDELINGEN, WAARVOOR GOEDKEURING VAN DE
RAAD VAN TOEZICHT VEREIST IS.
Art. 27 der statuten geeft een opsomming van de handelingen van
het bestuur, voor welke dit college de goedkeuring van de raad van
toezicht nodig heeft.
Teneinde niet onnodig in herhalingen te vervallen willen wij uit dit
artikel der statuten eerst uitlichten die handelingen van het bestuur,
welke reeds in art. 26 werden vermeld. Dit zijn de vaststelling van
rente en provisie voor voorschotten, credieten enz., de benoeming,
schorsing en ontslag van kassier, plaatsvervangend kassier en even-
tuëel verder personeel en de verlening van voorschotten en credieten,
uitgaande boven de in het huishoudelijk reglement der bank ge
noemde grens.
14. Beleggingen van gelden.
Art. 2 der statuten omschrijft de werkzaamheden, welke de boeren
leenbank verricht ter bereiking van haar doel. Vervolgens worden in
art. 5 de andere werkzaamheden opgenoemd, waartoe de boerenleen
banken bevoegd zijn. Onder deze laatste groep van werkzaamheden
komt als eerste voor
,,-het beleggen van gelden (waaronder te verstaan alle uitzettin
gen, in welke vorm ook ook dus in de vorm van aankoop van
effecten of onroerende goederen, enz. die niet zijn voorschot-
of credietverlening aan leden binnen de grenzen, hiervoor vast
gesteld bij huishoudelijk reglement en onder de voorwaarden,
voor de gewone voorschot- en credietverlening vastgesteld); het
beleggen mag ook geschieden bij niet-leden."
Het bestuur beslist dus over de belegging van gelden, die niet zijn
geplaatst bij voorschot- en credietnemers of bij de Centrale Bank.
Voor zodanige belegging is, behalve de goedkeuring van de raad van
toezicht, bovendien de goedkeuring der Centrale Bank nodig.
15. De verlening van bijzondere voor
schotten en credieten, borgtochten, garan-
ties, enz.
Alle voorschotten, credieten, garanties, borgtochten e.d., welke niet
geacht kunnen worden te behoren tot het gewone dagelijkse bedrijf
der bank, kunnen door het bestuur alleen worden toegestaan na be
komen goedkeuring zowel van de raad van toezicht als van de
Centrale Bank.
Als dergelijke posten worden in art. 27 'letter e genoemd
.voorschotten en credieten aan rechtspersonen, vennootschap
pen onder firma, leden van het bestuur of van de raad van
toezicht of aan de kassier; het aannemen als borg van rechts
personen, vennootschappen onder firma, leden van het bestuur
of van de raad van toezicht en gehuwde vrouwen; het aangaan
van garanties of borgtochten voor rechtspersonen, vennoot
schappen onder firma, leden van het bestuur of van de raad
van toezicht of de kassier."
Ook indien het bestuur toestemming wil verlenen tot het veranderen
der zekerheid voor een voorschot, crediet, garantie of borgtocht, waar
voor de toestemming van de raad van toezicht nodig is geweest, is
voor die verandering wederom de toestemming van de raad1 van toe
zicht vereist.
16. Onroerende goederen en gebouwen.
Voor de aankoop, het vervreemden of het bezwaren van onroerende
goederen, evenals voor het stichten van gebouwen heeft het bestuur
der boerenleenbank de toestemming nodig zowel van de raad van
toezicht als van de Centrale Bank.
17. Het aangaan van schikkingen of
dadingen.
Indien het bestuur ener boerenleenbank moet overgaan tot het in
rechten invorderen van schulden aan de bank, kan het vaak voor
komen, dat door de schuldenaars getracht wordt met de bank tot
overeenstemming te komen, teneinde de bestaande «schuld met een
bedrag, kleiner dan die schuld, geheel af te doen.
Het bestuur zal vanzelfsprekend in ieder voorkomend geval hebben
te beoordelen, wat het doen zal. Indien vast staat, dat van de betrok
kene geen verdere betalingen kunnen worden verwacht, zal het be
stuur wellicht tot de conclusie komen, dat het beter is het door de
schuldenaar aangeboden bedrag maar te accepteren, dan de kans te
lopen in bet geheel niets of vrijwel niets van hem te ontvangen. Het
spreekwoord, dat een half ei toch nog altijd beter is dan een lege
dop, vindt hier dan zijn toepassing.
Besluit het bestuur derhalve tot het aangaan van schikking en (dat
is het met de schuldenaar tot overeenstemming komen, terwijl de
zaak nog niet in rechten aanhangig is gemaakt) of dadingen (dat is het
tot overeenstemming komen ter beëindiging van een rechtsgeschil),
welke medebrengen, dat een gedeelte van een schuld aan de bank
wordt kwijtgescholden, dan is hiervoor de toestemming van de raad
van toezicht nodig.
Bedraagt het op deze wijze kwijt te schelden bedrag 1.000.of
meer, dan is bovendien de toestemming der Centrale Bank vereist.
18. Het opmaken van een bindende
voordracht voor het bestuur.
Art. 20 lid 4 bepaalt, dat bij huishoudelijk reglement kan worden
vastgesteld, dat de keuze van leden of plaatsvervangende leden van
het bestuur gebonden is aan een voordracht, opgemaakt door het
bestuur.
Is deze mogelijkheid in het huishoudelijk reglement inderdaad opge
nomen en wil het bestuur van deze bevoegdheid gebruik maken, dan
is voor het vaststellen der bindende voordracht de goedkeuring van
de raad van toezicht nodig.
De desbetreffende bepaling in het huishoudelijk reglement moet
tevens bevatten de mogelijkheid, dat een zeker aantal leden gelegen
heid heeft de bedoelde voordracht aan te vullen.
HANDELINGEN, WAARVOOR TOESTEMMING DER
CENTRALE BANK NODIG IS.
De handelingen van het bestuur, waarvoor dit de toestemming der
Centrale Bank nodig heeft, vinden wij opgesomd in art. 28 der
statuten. Ook ten aanzien van deze groep willen wij eerst vermelden
die handelingen, welke reeds in art. 27 ter sprake zijn gekomen, t.w.:
beleggingen, verlening van bijzondere voorschotten, credieten, enz.
veranderingen van gestelde zekerheid (alleen voor posten die oor
spronkelijk met toestemming der Centrale Bank zijn verleend), aan
kopen enz. van vaste goederen en stichten van gebouwen en het aan
gaan van schikkingen en dad.ngen, voor zover daardoor een bedrag
van tenminste 1.000.van een schuld aan de boerenleenbank wordt
kwijtgescholden.
19. Verlenen voorschotten en credieten.
De Centrale Bank heeft de bevoegdheid voor de verlening van voor
schotten en credieten door een boerenleenbank te bepalen, dat deze
bank daarbij gebonden is hetzij aan de z.g. dispensatie-regeling, hetzij
aan andere besluiten of voorschriften, voor zodanige gevallen vast
te stellen.
Van het bestaan van deze regelingen wordt aan de betrokken banken
kennis gegeven.
In die gevallen zijn die banken verplicht om voor de verlening
van voorschotten en/of credieten toestemming te vragen aan de
Centrale Bank.
Ook voor overschrijding van de in het huishoudelijk reglement vast
gestelde grenzen bij het verlenen van voorschotten en credieten is de
toestemming der Centrale Bank vereist.
Bestaat de zekerheid' voor een te verstrekken voorschot, crediet,
garantie of borgtocht uit effecten en wel uit effecten, die niet ter
beurze zijn genoteerd of niet ten laste van of niet volledig gegaran
deerd door Nederlandse publiekrechtelijke lichamen, dan is voor de
vaststelling van het bedrag van dat voorschot, crediet, enz. de toe
stemming der Centrale Bank vereist.
20. Aan- en verkoop van effecten.
Wenst het bestuur ener boerenleenbank ten behoeve der bank over