3 Wederom verstaan de boerenleenbanken haar plicht en in samen werking met de Centrale Bank komt het kapitaal voor bijzondere doeleinden tot stand, een nieuw blijk van eendracht en solidariteit. De regering geeft de boeren de gevraagde steun, echter ten koste van de vrijheid van de boer. In de beginperiode van deze depressietijd hebben ook buiten gewoon belangrijke en schokkende gebeurtenissen op finantiëel terrein plaats, vooral na 21 September 1931, de dag, waarop Engeland de gouden standaard verlaat. Een algemene angst maakt zich van het beleggend publiek meester. Bij de boerenleenbanken hebben grote onttrekkingen van geld plaats, aan welke opvragingen de Centrale Bank echter ten volle kan voldoen. Ter vergroting van de liquiditeit komt de dis pensatieregeling tot stand. Zorgen baren in 1937, na cfe devaluatie, de enorme stijging der mid delen en de ongekend lage renten van beleggin gen op korte termijmi en ook zelfs de matige ir'ente van hypotheken (3 pet.). De rente van de boeren leenbanken wordt sterk verlaagd en deze maat regel, gevoegd bij het dreigend oorlogsgevaar in September 1938 en daarna (Anschlusz van Sudeten- Duitsland, bijeenkomst te Mtinjchen en de bezetting van Tsjecho-Slowakije) lieten niet na hun invloed uit te oefenen. Stegen de spaargelden imi 1937 nog met 25 milllioen, in 1938 namen ze nog met slechts 3 millioen toe Dan volgt 1939, het sterk bewogen jaar met de ingrijpende en ontstel lende wereldgebeurtenis sen. Op 1 September 1939 ontketent zich de oorlog tussen Engeland en Frankrijk enerzijds en Duitsland ander zijds, een oorlog, die ten slotte geheel Europa in vuur en vlam zal zetten en leidt tot de overrompeling ook van ons land op 10 Mei 1940. Opmerkelijk is, dat hoewel er een daling der spaargelden intreedt, de oorlogsgebeurtenissen zelf in Nederland geen paniekstemming van het beleggend publiek tengevolge hebben zoals in Augustus 1914. De organisatie heeft ook in Mei 1940 een goed figuur geslagen door het stelsel der hulpcentrales, waardoor het mogelijk was de gelden reeds in de eerste dagen na de capitulatie daarheen te dirigeren, waar ze nodig waren voor opvragingen. Bij de rampzalige bezettingsperiode wilde spreker niet lang stil staan. De herinneringen hieraan zouden een wanklank vormen op deze jubileumsdag. Daarom alleen enkele ,,close-ups" statutenwijziging 1940, de druk der nieuwe zware belastingen in 1942, de moeilijkheden met de Coöp. Raad, de eveneens mislukte pogingen om het boeren leenbankwezen te interesseren bij de Landelijke Hypotheekbank (tot financiering van hypotheken op Joodse eigendommen), de strijd om het lidmaatschap van de bedrijfsgroep voor de geld- en effectenhandel (ten slotte met succes bekroond), de verordening tot regeling van het bedrijfsleven, het overlijden van de heer Stroink, de goed verzorgde berichtendienst der Centrale Bank, de hongerwinter met zijn grote ellende, vooral voor de grote steden in het Westen des lands, maar ook met de goede zorgen van de zijde van de boerenleenbanken. En tenslotte Mei 1945 de bevrijding, einde van de meest rampzalige tijd, maar tegelijkertijd weer het begin van nieuwe moei lijkheden en problemen de geldsanering (in welke tijd overduidelijk bleek de goede verstandhouding van het personeel met de directie en de goede geest, die onder het personeel heerst, de effectenregistratie, de grote uitbreiding van het giroverkeer, de deblokkeringsmaat- regelën met alle daaruit voortvloeiende moeilijkheden, de weder opbouw van boerderijen met de bijzondere problemen van Wieringer- meer en Walcheren, de bijzondere bedrijfscredieten (mede aanleiding tot het in het leven roepen van de afdeling C van het Onderling Waarborgfonds), de financiering van de woningbouw, de betalingen voor Landbouwherstel, de steunverlening lichte gronden en de rogge- steun. Voorts de herstelcredieten en de oprichting van de Herstelbank (waarvan de jubilaris tot commissaris werd benoemd), het dreigend inflatiegevaar en de Stichting tot daadwerkelijke bestrijding van dat gevaar (van welke stichting de jubilaris bestuurslid is), de moeilijk heden met de belegging van het overvloedige geld, de belasting problemen en de grote offers, die Centrale en boerenleenbanken zich moeten getroosten, ten slotte de sterke toeneming van de handel in deviezen. De heer Visser eindigde met een persoonlijk woord tot de jubilaris, waarbij getuigd werd va/n diens karaktereigenschappen en de gave om de problemen tot de juiste proporties teru<* te brengen. Wèl is, aldus de heer Visser, de jubilaris impulsief, maar de nuchtere werke lijkheidszin neemt spoedig de overhand en dan wordt met benijdens waardige humor de beklemming, ontstaan door de felle reactie bij elk opdoemend probleem en ernstige moeilijkheid, afgeschud en met voortvarendheid naar een oplossing gestreefd. Eerlijke en oprechte spontaniteit en drang naar eenvoud, een mede leven ook met de huiselijke zorgen der leden van het personeel, alle deze eigenschappen, die de jubilaris sieren, hebben ook de harten veroverd van het personeel', dat weet, dat het op de heer Hooft Graafland kan vertrouwen, dat werklust, capaciteiten en ijver door hem naar waarde worden geschat, maar omgekeerd ook, dat lanter- fanteirij en dagdieverij spontaan en fel worden veroordeeld. Met een enkel woord omtrent de goede samen werking tussen de beide directeuren, die welis waar de zaken van twee verschillende kanten be lichten, maar diejuistmede daardoor ten slotte altijd tot een gezamenlijke op lossing komen, besloot de heer Visser zijn zowel door jubilaris en perso neel als ook door de aan wezige gasten met grote aandacht aangehoorde en met een enthousiast ap plaus beloonde irede. Namens de hoofden der afdelingen voerde de heer Hendriksen, plaats vervangend hoofdinspec teur der Centrale Bank, het woord, daarbij in het bijzonder wijzend op de sportiviteit, welke het op treden van de heer Hooft Graafland kenmerkt. Vanuit het personeel werd nog een kort woord gesproken door de heer J. A. IJsselstijn als oudste in dienstjaren. Uit de boerenleenbanken had zich een huldigingscomité gevormd, dat bij monde van de voorzitter, de .heer Baron van der Borch tot Verwolde, als blijvend aandenken aan deze dag enkele geschenken namens de boerenleenbanken aanbood, gelijk de vorige sprekers, de heren Visser en Hendriksen dit gedaan hadden namens bestuur en raad van toezicht der Centrale Bank en namens de mede-directeur van de jubilaris en het personeel. Ten slotte wachtte de jubilaris de niet gemakkelijke taak om een dankwoord te spreken. Ik heb, aldus de heer Hooft Graafland, in het gezicht van deze datum lang geaarzeld wat te doen het feit uitsluitend in eigen huis en kring te herdenken of toe te stemmen in een meer breed opgezette viering. Gezien echter de van zovele zijden gekomen verzoeken om zich op die dag voor een gezamenlijke herdenking van het heugelijk feit beschikbaar te willen stellen, heeft spreker ten slotte gemeend zich daaraan niet te mogen onttrekken. Ten slotte mag men de dankbaarheid, welke men gevoeld voor het feit, dat het ons gegeven is een dergelijke mijlpaal in het leven te bereiken, toch ook wel openlijk tonen. De wijze, waarop de jubilaris deze dag had willen zien, is door de heer Visser zeer juist aangevoeld, door het feit te plaatsen tegen de historische achtergrond van de talloze gebeurtenissen, welke zich gedurende deze 25 jaar in de Centrale Bank en in de organisatie hebben afgespeeld. De heer Hooft Graafland achtte de rede van de heer Visser buitengewoon gelukt. Gaarne gewaagde de jubilaris van de goede verstandhouding tussen de beide directeuren, hoe zeer ook verschillend geaard, een verstand houding, welke de directie in staat stelt om bij alle verschil om de opdoemende problemen en moeilijkheden te bezien, ten slotte toch leidt tot een homogeen optreden naar buiten. Met weemoed herdacht de spreker degenen, die ons in deze 25 jaar ontvallen zijn. Maar we moeten voort, we mogen niet bij de herinneringen blijven staan, vele grote vraagstukken wachten op een oplossing en spreker rekent daarbij gaarne op de medewerking, zowel van chefs als per soneel. Met enkele humoristische zinnen memoreert de jubilaris de wijziging, welke zich iro de loop der jaren en inzonderheid tijdens en na de laatste wereldoorlog in de samenstelling van het personeel der Cen trale Bank heeft voltrokken ,n.l. het daarin opgenomen worden van dames. De Centrale Bank, aldus de heer Hooft Graafland, is een bijzonder mooie instelling met een commerciële en een sociale zijde. Het dienen van de Centrale Bank en van de gehele organisatie geeft grote satisfactie en het is voor spreker altijd een mooie taak geweest.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 3