NEDERLAND'S DEVIEZENPOSITIE 5 Aan het eind der vorige maand werd door Minister Lieftinck aan de Tweede Kamer een nota aangeboden, in welke nota een overzicht werd gegeven van de deviezenpositie van ons land. Dat deze nota nu bepaaiLd opwekkende lectuur zou zijn, zal wel niemand verondersteld hebben. Integendeel was men er algemeen van overtuigd, dat onze deviezenpositie zorgelijk was. Een dergelijke algemene veronderstelling is echter nog geheel iets anders dan wan neer men zwart op wit de nuchtere cijfers vóór zich ziet staan. Want inderdaad, onze deviezenpositie eist de grootst mogelijke zorg en ons gehele volk zal zich er op moeten instellen, dat van een terug keer tot de vooroorlogse goederen-bevoorrading voorlopig geen sprake zal kunnen zijn. De nota, die niet zozeier nieuws bevat, dan wel dat zij in staat is ons van de ernst van de toestand te overtuigen, laat alleree-st zien, dat de traditionele positie van Nederland als crediteurland i-n de oorlog aanzienlijk is aangetast, hetgeen leidde tot een ontwrichting van de betalingsbalans. We mogen wel als bekend veronderstellen, dat fle exportcapaciteit van het Nederlandse bedrijfsleven tengevolge vande oorlog sterk is verminderd, wat tot gevolg had, dat het deel van de invoer, dat gedekt werd door de uitvoer, zeer belangrijk is gedaald. De inkomsten uit het verlenen van diensten (voorheen een belang rijke steun voor de betalingsbalans) liepen eveneens zeer sterk terug. Verder is daar de ineenstorting van het Nederlandse achterland (Duitsland) en het, althans tijdelijk, wegvallen van Indië als bron van inkomsten. Had Nederland nu kunnen volstaan met een jaarlijkse invoer op het normale vóóroorlogse peil, dan zouden bovengenoemde factoren toch al reeds in staat zijn geweest onze betalingsbalans volkomen uit haar voegen te lichten. Aangezien echter de invoerbeho fte gedurende de eerste periode na de oorlog een vólkomen abnormaal karakter heeft gedragen (physieke uitputting van de bevolking, kapitaalsuitgaven voor de wederopbouw, nieuwe opbouw van een militair apparaat), treedt de periode van de grootste deviezenbehoefte juist op nu Nederland nog niet in staat is uit eigen kracht de benodigde deviezen op te brengen. Evenwicht in de betalingsbalans zal op zijn vroegst over enige laren kunnen worden bereikt, zodat ons land gedurende de overgangs tijd in aanzienlijke mate is aangewezen op kapitaalimport. Ook moet nog worden opgemerkt, dat hoewel de finantië'le positie van Nederland niet zoveel verschilt van die der overige door Duits land bezet geweest zijnde landen, ons land tengevolge van de late datum der algehele bevrijding slechts in mindere mate heeft kunnen profiteren van de direct na de bevrijding geboden hulp der gealliëer- den. Bovendien is ons land tot dusverre ook nog niet geholpen met een Amerikaans reconstructiecrediet, zoals b.v. Engeland. Het jaar 1947 wordt in de nota als het moeilijkste jaar genoemd. De door het Centraal Planbureau voor dit jaar opgestelde betalings balans vertoont voor de goederen en diensten een tekort van niet minder dan 2234 mililioen. Volgens de daarnaast opgestelde kapitaalsbalans kan dit tekort door kapitaalsmutaties zover gedekt worden, dat ten slotte nog een passief saldo van 609 millioen resteert. Goederen-uitvoer Rente en dividend uit het buitenland Vrachten en passages Havenverkeer Luchtvaart Transito (saldo) Overige diensten aan het buitenland Saldo goederen en diensten Aflossing obligaties in particulier bezit Overmaking saldi van particulieren uit Indië Overmaking van gelden door ondernemingen Credietverlening door het buitenland Gebruik van buitenlandse saldi Verkoop van buitenlandse effecten Goudoverdracht Saldo 2664 Bovenstaande cijfers leiden onvermijdelijk tot de conclusie, dat voor ons land nog moeilijke jaren te wachten zijn. Het is helaas gebleken, dat de mogelijkheden tot het opnemen van reconstructieleningen geringer zijn dan aanvankelijk werd aangeno men. Tenzij op ruimere schaal buitenlands bezit wordt geliquideerd, moet dit noodzakelijkerwijs tot gevolg hebben, dat het tempo van de wederopbouw dienovereenkomstig wordt vertraagd. Sinds het begin van dit jaar is de toestand nog ongunstiger gewor den door de sindsdien opgetreden internationale prijsstijging. Zolang de algemene politieke onzekerheid voortduurt, zal de inter nationale credietverlening niet volledig op gang kunnen komen, waar door het herstel zou worden vertraagd. Aangezien de Belgische franc en de dollar tot de voor ons land meest schaarse valuta's behoren, komen in eerste instantie Belgische en Amerikaanse effecten voor verkoop in aanmerking. Het totaal aan liquideerbare Amerikaanse effecten wordt, zonder deelnemingen, geschat op 571 millioen. Aangezien een veel groter deel van onze invoer dan vóór de oorlog afkomstig is uit dollar- en sterlinggebieden, is er grote behoefte aan beide valuta's. De afleveringen door Amerika geschieden thans in belangrijk sneller tempo dan vorig jaar, zodat het bedrag aan overlopende posten aan het einde van dit jaar belangrijk minder zal zijn dan bij de opstelling van het programma werd aangenomen. Er bestaat echter goede hoop, dat in de naaste toekomst het eerste gedeelte van het bij de Internationale Bank voor Herstel en Weder opbouw aangevraagde crediet ad 500 milioen, welk gedeelte 100 millioen groot zal zijn, ter beschikking zal komen, terwijl uit hoofde van vrijwillige liquidatie van Amerikaanse effecten door omzetting in de binnenlandse dollarlening een tweede bedrag van 100 mi'llioen verwacht wordt. De pondenbalans is relatief gunstiger naar alle waarschijnlijkheid zal voor 1947 het evenwicht in de civiele sector met eigen middelen kunnen worden bereikt. Van de tot dusverre door ons land verkregen buitenlandse credieten ad 1847 millioen was per eind Maart 1947 1389 millioen opge nomen. In het buitenland heeft ons land (Indië niet medegerekend) een bedrag van 5 milliard geïnvesteerd. Vergelijkt men dit laatste cijfer met dat der verleende er dieten, dan schijnt het, dat onze crediteurpositie toch nog gehandhaafd is. Helaas zijn er nog zoveeil onzekere factoren, dat de Minister zich niet in staat acht een uitspraak te doen over onze netto-positie in deze. Ten aanzien van de liquidatie van Amerikaanse effecten meent de regering, dat aan vrijwillige liquidatie de voorkeur dient te worden gegeven. Slechts indien een vrijwillige liquidatie niet voldoende dollars zou opleveren om het deviezentekort aan te zuiveren, zou de regering gedwongen zijn tot vordering van effecten over te gaan. Gewezen wordt op het verschil tussen de handel van Nederland met de Europese landen (inclusief Engeland) enerzijds en met de Ver enigde Staten van Amerika anderzijds. Immers naar de Europese landen kan Nederland uitvoeren en naarmate onze exportcapaciteit toeneemt, zijn de financiële problemen met deze landen te gemakke lijker tot oplossing te brengen. Anders staat het met Amerika de vraag naar Amerikaanse goe deren is in ons land practisch onbegrensd, maar (afgezien van enkele speciale producten) heeft Amerika weinig behoefte aan Nederlandse producten. Het probleem van het nadelige saldo op de handelsbalans met Amerika is dan thans ook zeer moeilijk op te lossen. De regering zal het opnemen van buitenlandse credieten door het bedrijfsleven zoveel mogelijk bevorderen. De prognose van de betalingsbalans voor 1947 luidt als volgt 3906 20 142 59 373 38 39 4577 2234 106 4 320 2664 Het is dan ook in het licht van de zorgelijke deviezenpositie van ons land noodzakelijk gebleken nog scherper dan tot dusverre toe te zien op een zo nuttig mogelijk gebruik van de beschikbare deviezen. Hi raan zullen maatregelen worden verbonden, die er op gericht zijn de deviezeninkomsten zoveel mogelijk op te voeren. Er is een prioriteitencommissie ingesteld onder de persoonlijke leiding van de Minister van Financiën, teneinde opnieuw te onder fin millioenen guldens) Goederen en Diensten 1620 Goederen-invoer 179 Reisverkeer 330 Consumptie in het buitenland 30 Overige diensten 7 Aankoop militaire goederen 30 Departementale uitgaven (excl. Nationale Schuld) 147 Interest Ned. Staat 2234 4577 Kapitaalverkeer. 140 Saldo goederen en diensten 98 Aflossing regeringscredieten 94 Emigratie 907 Credietverlening aan het buitenland 498 265 53 609

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 5