4 MONETAIRE PROBLEMEN IN DE HEDENDAAGSE WERELD spaaractie door een niet hierop ingesteld ambtelijk apparaat veel kosten zal vergen. Ten aanzien van de samenstelling van de spaarraad vreesden ten slotte enige leden, dat tengevolge van het grote aantal leden de des kundigen op het terrein van het spaarwezen een onevenredig kleine invloed zullen hebben te midden van de talrijke op dit gebied niet- deskundigen. Het gebele apparaat maakt volgens deze leden de indruk van te breed te zijn opgezet. Tot zover het voorlopig verslag der Tweede Kamer. Men zal bemerken, dat vele der door ons in ons vorig artikel naar voren gebrachte punten en bezwaren ook door de Kamer in het licht zijn gesteld. Het wachten is thans op de openbare behandeling van dit wets ontwerp. Onder bovenstaande titel werd door de Internationale Kamer van Koophandel (Nederlandsche Organisatie) een brochure uitgegeven, bevattende de resolutie van de raad van bestuur der Kamer, aan genomen in de zitting van December 1946. Na bestudering van de conclusies van haar commissie voor mone taire aangelegenheden, legt de Internationale Kamer van Koop handel aan de regeringen en de belanghebbende internationaile monetaire instellingen een verklaring voor met betrekking tot de grondslagen van de monetaire politiek, welke naar haar oordeel het meest beantwoordt aan de nood van de huidige wereldsituatie. Aan bedoelde verklaring ontlenen wij het volgende De huidige generatie, die tweemaal een oorlogsinflatie heeft door gemaakt en in de periode tussen de beide oorlogen een vernietigende deflatie, zou zich maar al te zeer bewust moeten zijn van de schade, welke door monetaire verstoringen wordt veroorzaakt. In de meeste landen bestaat het acute gevaar van een steeds voortschrijdende inflatie. Met het oog daarop brengt de Kamer de volgende opmer kingen en suggesties naar voren 1) In een aanzienlijke mate zijn de tendenzen tot prijsstijging het gevolg van niet-monetaire oorzaken, in hoofdzaak ontstaan uit door de oorlog te weeg gebrachte vernieling en desorganisatie, zoals het tekort aan goederen, inefficiënte productie en stijgende kosten, die grotendeels aan hogere lonen moeten worden toegeschreven. De meest essentiële taken zijn onder meer een toeneming van de productiekracht, een algemeen h rstel van de efficiency en vast beraden maatregelen om de vicieuze cirkel van stijgende lonen en prijzen te vermijden. Het moet nu wel algemeen duidelijk zijn, dat voordat voldoende voorraden beschikbaar zijn gekomen, een poging om de levensstandaard der volken alleen door verhoging der geld- lonen te verbeteren tot falen is gedoemd, omdat zij tot niets anders dan een stijging van de prijzen zal leiden, die de volwaardigheid van de nationale valuta's in gevaar brengt. 2) In vele landen is de inflationistische druk nog steeds groten deels het gevolg van monetaire oorzaken in de vorm van grote opeenhopingen van koopkracht, welke voortdurend worden ver groot door tekorten op het staatsbudget en door een politiek van buitengewoon goedkoop geld, die het aangaan van schulden bevordert en kunstmatig de geldswaardering van kapitaalsgoederen verhoogt. 3) Daarom is de eerste taak de vermeerdering van koopkracht tot stilstand te brengen door een zodanige vaststelling van het over heidsbudget, dat geen nieuwe bankbiljetten moeten worden gedrukt om het gat tussen overheidsuitgaven en -inkomsten te dekken. De overheidsuitgaven moeten het onderwerp zijn van een grondig onder zoek om overbodigheden te verwijderen en te beletten, dat een te groot administratief apparaat een ongunstige invloed op de over heidsfinanciën en de levensstandaard heeft, welke maatregel in alle landen na de oorlog moet worden genomen. De taak om de staats financiën te herzien, met een speciale nadruk op de vermindering der uitgaven en de herziening van het belastingstelsel, kan ten dele worden toevertrouwd aan onafhankelijke deskundigen in samenwer king met vertegenwoordigers van officiële lichamen. 4) Om het financiëel en economisch herstel te bereiken moet een land een vastberaden regering hebben, welke is verzekerd van stabili teit en voldoende levensduur. In de bezette gebieden berust de ver antwoordelijkheid noodzakelijkerwijze op de bezettende landen voor zover zij de regeringsmacht uitoefenen. 5) Indien het slechter worden van de toestand in enig land zover is voortgeschreden, dat ernstige inflatie dreigt, helpen geen fragmen tarische oplossingen, maar is het meer dan ooit nodig een alles omvattend schema vast te stellen, dat voorziet in een passend even wicht in de centrale en plaatselijke budgetten, de weder-vorming van voldoende monetaire reserves, een gezonde verhouding in de kosten- en prijsstructuur zowel intern als ten opzichte van andere landen, met voldoende beschikbare bronnen voor .de economische ontwikke ling. Buitenlandse betalingen uit hoofde van herstelbetalingen of uit anderen hoofde moeten worden aangepast aan de omvang van de leveringen, welke aan het buitenland kunnen worden gedaan zonder dat een buitengewone spanning in de financiële positie van de debi- teurenstaten teweeg wordt gebracht. 6) Terwijl pogingen worden gedaan om tot een blijvende politiek te komen, zijn helpende steunmaatregelen gewoonlijk onontbeerlijk, maar deze moeten zo spoedig mogelijk worden ingeschakeld in een meer solide schema. Bepaalde landen hebben buitenlandse financiële hulp dringend nodig, maar deze hulp moet worden gebruikt voor her stel van wat de oorlog heeft vernield of voor andere vormen van constructieve ontwikkeling, zoals aangegeven onder 5). Als zij wordt gebruikt om de plicht orde op zaken te stellen te ontwijken, kan de financiële hulp gemakkelijk een volslagen ramp worden. Anderzijds worden pr.actisch alle landen, zelfs zij, die een gezonde budgetaire positie hebben, voor binnenlandse moeilijkheden geplaatst, die inhaerent zijn aan een overgangsperiode van oorlog naar vrede. 1) Gedurende de oorlog, toen de voornaamste taak beperking van het particuliere verbruik was, trachtte de prijsbeheersing, gesteund door subsidies, quotering, beperking van loonstijging, distributie e.d. de prijsstijging ,te voorkomen. Nu de vrede is hersteld en het parti culiere verbruik moet toenemen, moet het prijzen- en kostensysteem weer normaal gaan functionneren en kan controle een beslissende hinderpaal voor grotere activiteit en vermeerdering van de productie blijken te zijn. Zodra de acute oorlogstekorten in de ene na de andere branche verdwijnen, moet de controle opgeheven worden. Met het oog op het grote tekort aan woningen zullen de huren nog enige tijd gereguleerd moeten worden, maar ook daar moet in elk land een geleidelijke aanpassing aan het nieuwe koopkrachtniveau van de nationale munt worden verkregen. 2) Overheidssubsidies zijn sinds het einde van de oorlog vaker verhoogd dan dat zij gelijkgebleven of verlaagd zijn. Deze subsidies moeten geleidelijk afgeschaft worden, niet alleen omdat zij de prijs- en kostenstructuur verwringen op zichzelf al een ernstig feit maar omdat zij het ogenblik, waarop een werkelijk evenwicht in de budgetten kan worden verkregen, uitstellen terwijl de tekorten be dragen vergen, welke voor de taak van het herstel moeilijk kunnen worden gemist. 3) Speciale aandacht moet worden geschonken aan het beperken van de hqidige hoogconjunctuur, die wordt veroorzaakt door een grote vraag naar verbruiksgoederen en gesteund door grote inves teringsactiviteit in industrietakken, welke noodzakelijk goederen voortbrengen. In overeenstemming met de in brede kring aanvaarde principes van moderne hoogconjunctuurpolitiek, is het de taak van de regering zulk een hoogconjunctuur te remmen door het bereiken van een werkelijk budgetair overschot, hetgeen o.m. betekent beper king van de uitgaven op elke doenlijke wijze, waaronder het uit stellen van openbare werken. Andere middelen moeten hieraan wor den toegevoegd, waaronder middelen om te waken tegen overdreven gemakkelijke voorwaarden op de geld- en kapitaalmarkten. Grote voorzichtigheid is geboden bij loons- en prijsverhogingen en met be trekking tot de industriële expansie. Het 'lijkt weinig waarschijnlijk, dat de volgende depressie zal ge lijken op de grote depressie van 19301933. Indien men een verge lijking wil maken, kan men het beter doen met de korte inzinking van 19201921. De Internationale Kalmer wenst er op te wijzen, hoe gevaarlijk het is voor brede kringen te veel te denken in de geest van de ervaringen van het verleden op een ogenblik, dat de fun damentele voorwaarden in vele opzichten totaal verschillend zijn. 4) Teneinde te waken tegen een toeneming van al te zware publieke schulden, moet in de toekomst een werkelijke vermindering worden bereikt gedurende iedere periode van relatief voorspoedige iaren. In het bijzonder moet, telkens indien de gelegenheid aanwezig is, deze worden aangegrepen om de opbrengst van oorlogsactiva te bestemmen voor het aflossen van schulden. Bovendien moet moeite worden gedaan om nieuw overheidspapier, hetzij op korte of lange termijn, zowel als bankbezit aan overheidspapier, in handen van het investerende publiek of van instellingen als verzekeringsmaatschap pijen en spaarbanken te brengen. 5) Gedurende de oorlog fiebben de schatkisten in sommige ge vallen hebben zij die nog een monopoliepositie op de geld- en kapitaalmarkt gehad en zijn zij als monopolisten in .staat geweest lagere rentetarieven vast te stellen ondanks al hun leningen. Maar zeer lage rentetarieven zijn niet noodzakelijk ongevaarlijk. De be stendiging van zulke tarieven zou de monetaire leiding moeilijker maken, omdat een van de middelen, die in het verleden nuttig zijn gebleken voor het beïnfluenceren van de economische ontwikkeling, buiten werking zal zijn gesteld. De schatkisten en andere monetaire autoriteiten zouden kunnen beginnen op dit gebied ook in soepele en niet in strakke lijnen te denken. Ten slotte moet de Kamer de nadruk leggen op het zo duidelijke, maar toch zo belangrijke feit, dat zonder vermeerdering van de pro ductie van goederen en diensten geen voortdurende verbetering van de levensstandaard kan bestaan en geen werkelijke basis voor de oplossing van de monetaire problemen kan worden gevonden. In feite moeten economische en monetaire politiek zo worden opge bouwd, dat zij de ontwikkeling van de beschikbare bronnen en het uitwerken van nieuwe ideeën, welke voldoende ruimte laten aan ondernemingslust en initiatief van diegenen, die risico's, verbonden aan elke economische vooruitgang, dragen, stimuleren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 4