nAIFFEISEN-BOPE Jiibileiim Jhr. IMr. W. C. Hooft Graafland OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT DE TAAK VAN DE ORGANEN DER BOERENLEENBANKEN NEGEN EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 12 1 JUNI 1947 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 INLEIDING. Wij hebben ons voorgesteld in enkele artikelen een beschrijving te geven van de taak, welke de organen der boerenleenbanken, zoals deze in de statuten worden genoemd, hebben te vervullen. Inzonderheid hebben wij hierbij het oog op de vele nieuwe functio narissen, welke de laatste jaren hun intrede bij de boerenleenbanken hebben gedaan, terwijl het wellicht ook de bestaande functionarissen welkom zal kunnen zijn zich aan de hand van deze artikelen nog eens opnieuw op hun taak te bezinnen. Voor de beantwoording van vragen, welke naar aanleiding van of in betrekking tot onze beschouwingen mochten rijzen, zullen wij ons gaarne beschikbaar stellen. Wanneer wij een woordenboek der Nederlandse taal opslaan, vin den we voor orgaan vermeld werktuig, instrument, lid. In de laatste betekenis kennen we- allen onze lichaamsorganen, onze zintuigen, dat zijn delen van ons lichaam, die bestemd zijn een bepaalde functie te verrichten. In overdrachtelijke zin kunnen we dit bij de boerenleenbanken toe passen deze hebben, evenals het lichaam, verschillende organen en elk van die organen heeft een bepaalde functie, een welomschreven werking te verrichten. En evenals in ons lichaam alle organen tezamen een organisch geheel vormen, dat harmonisch samenwerkt, evenzo dient het ook bij de boerenleenbanken te zijn verschillende organen met verschillende functies, doch tenslotte allen op de goede wijze samenwerkend tot het verkrijgen van een goed sluitend geheel. Indien één der organen niet op de juiste wijze functionneert, zal dit onmiddellijk tengevolge hebben, dat de harmonische samenwerking verbroken wordt en dat het geheel niet werkt, zoals het behoort. De lezers zullen goed doen bij lezing van de beschrijving der organen en hun taak het bovenstaande steeds voor ogen te houden. ORGANEN DER BOERENLEENBANKEN. Artikel 19 van de statuten der boerenleenbanken luidt als volgt De bank regelt en bestuurt hare belangen door middel van de volgende organen a. het bestuur b. de raad van toezicht c. de algemene vergadering. Volledigheidshalve willen we hieraan toevoegen (en ook de statuten stellen zich blijkens de volgorde op dit standpunt), dat hoewel de kassier niet genoemd wordt onder de organen, het blijkens de redac tie der statuten toch de bedoeling is de opsomming van de organen der boerenleenbank te lezen als volgt bestuur en raad van toezicht (bijgestaan door de kassier en eventueel verder personeel) en de algemene vergadering. De statuten handelen achtereenvolgens over het bestuur (artt. 20 tot en met 28), de raad van toezicht (artt. 29 tot en met 34), de kassier en eventueel het verdere personeel (artt. 35 en 36), bepalin gen, geldend zowel voor bestuur, raad van toezicht als kassier (artt. 37 tot en met 39) en tenslotte de algemene vergadering (artt. 40 tot en met 46). BESTUUR. Als zeer korte omschrijving van de taak van het bestuur zegt de eerste zin van art. 26 ,,Het bestuur bestuurt de bank". We kunnen dus als algemene taak van het bestuur aangeven, dat dit belast is met de algemene leiding der zaken. Het bestuur treedt naar buiten op als ,,de bank". Naast de algemene taak van het bestuur inzake beheer en leiding der bank staat, dat de dagelijkse werkzaamheden gewoonlijk verricht worden door de kassier en het eventuële verdere personeel. Zoals boven reeds omschreven, worden de bevoegdheden en verplichtingen van het bestuur genoemd in de artt. 20 tot en met 28 der statuten. Wij komen hierop aanstonds nog nader terug. De bestuursdaden mogen in geen geval met de statuten in strijd Het was in de felle bewogenheid in het economisch leven in de jaren na de vorige wereldoorlog, dat de heer Hooft Graafland zijn intrede deed als directeur der Centrale Bank. Het bankapparaat der Centra'le moest worden aangepast aan de hoge technische eisen, welke werden gesteld, vooral aan de finan ciering der grote landbouwcoöperaties. Het werd wenselijk geacht naast de fungerende corypheën op organisatorisch en juridisch gebied de heren van den Hurk en Gezelle Meerburg een directie lid aan te stellen, dat volkomen met het moderne technische bank bedrijf op de hoogte was. Als zodanig trad op 1 Juni 1922 de heer Hooft Graafland in functie, die na de voltooiing van zijn rechtskundige studie aan de Universiteit van Leiden vele jaren in het commerciële bankwezen werkzaam was geweest. De overgang van het commerciële naar het coöperatieve bank wezen met zijn bijzondere structuur en afwijkende doelstelling viel in den beginne vreemd. De eigenaardige bekoring, we'lke uitgaat van dit credietwezen, dat de mens in het middelpunt van de belangstelling plaatst en ten doel heeft de finantiële onafhankelijkheid en zelf standigheid van de boer te verzekeren en de economische vooruitgang van het platteland te bevorderen, beving ook hem spoedig. Met volle inzet van zijn persoon heeft de heer Hooft Graafland gedurende de afgelopen kwart eeuw de belangen van- de organisatie voorgestaan. Dank zij de nieuwe wegen, door hem ingeslagen, om de banktech- nische outillage van de Centrale Bank aan te passen aan de hoge eisen, welke werden gesteld, is zij in staat aan alle redelijke verlangens van de cliënten der aangesloten banken en van de .grote landbouwcoöperaties te voldoen. Het zou de jubilaris niet aangenaam zijn hem op deze plaats verder in het zonnetje te zetten; daarom volstaan we hier met dit enkele woord. Maar toch meenden we op dit gedenkwaardig jubileum even te mogen wijzen, omdat we anders te kort zouden doen aan de ver diensten van de jubilaris. We houden ons er van overtuigd, dat èn om de kwaliteiten van de persoon van de heer Hooft Graafland èn om zijn werk de belang stelling uit de organisatie algemeen zal zijn. zijn. Zij moeten direct of indirect daaruit voorvloeien. Behalve op de zo juist vermelde artikelen der statuten moet hierbij gelet worden op de statutaire omschrijving van het doel der bank (art. 2) en op de bepalingen aangaande het bedrijf (artt. 2 tot en met 9). Hetgeen aan het bestuur alleen is opgedragen, zal het mogen doen zonder andere organen daarin te kennen. Dit wil echter niet zeggen, dat het zulks altijd behoort te doen zonder andere organen er in te kennen. Is er iets zeer belangrijks, dat formeel tot de bevoegdheid van het bestuur alleen behoort, dan zal het over het algemeen gewenst zijn, dat het bestuur de raad van toezicht en soms ook de leden vergadering raadpleegt. Een omschrijving van wat onder .belangrijke zaken" dient te worden verstaan, kan moeilijk worden gegeven. Dit zal door de betrokken besturen voor ieder voorkomend geval afzon derlijk moeten worden beoordeeld. Behalve datgene, wat door de statuten aan het bestuur is opge dragen, schrijven de statuten voor verschillende handelingen ook uidrukkelijk voor een nadere goedkeuring door andere instanties (b.v. raad van toezicht, algemene vergadering of soms ook de Centrale Bank). Hierover straks nader. Opgemerkt zij nog, dat alle handelingen, waarvoor de statuten geen goedkeuring van andere instanties als bovengenoemd eisen, behoren tot de bevoegdheid van het bestuur alleen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1947 | | pagina 1