AIFFEISEN-BODE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
NEGEN EN TWINTIGSTE JAARGANG Ho. 6
1 DECEMBER 1946
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
DE ALGEMEENE VERGADERING DER
CENTRALE BANK.
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
TELEF. 15867
KORT VERSLAG DER VERGADERING
GEHOUDEN OP 8 NOVEMBER J.L.
De voorzitter van den raad van toezicht, Prof. Dr. G. Minderhoud
opent de vergadering, heet allen welkom en vestigt de aandacht op
het feit, dat wij voor het eerst na 1939 weer in een vri) land kunnen
vergaderen. Hij herdenkt de 19 functionarissen in de organisatie, die
in den openlijken en bedekten strijd tegen den overweldiger het leven
lieten, Materieele verliezen leed de Centrale Bank met, zoo gaat de
voorzitter voort, en hoewel niet hetzelfde gezegd kan worden van de
locale banken, mag tocli geconstateerd worden, dat onze organisatie
bij het einde van den oorlog krachtiger en sterker was dan ooit te
voren. Niet alleen in Utrecht, waar de functionarissen na de laatste
Centrale Ringvergadering spontaan door de aangesloten banken zijn
gehuldigd, maar ook door de Hulpcentrales en de meeste locale
banken is met voorbeeldigen ijver en onversaagd gewerkt, ondanks de
zeer moeilijke omstandigheden, waarvoor ik gaarne hulde breng.
De aan de Centrale Bank toevertrouwde middelen zijn voortdurend
gestegen waar op 31 December 1939 voor het eerst de deposito s
het bedrag van 100 millioen gulden bereikten, was dit bedrag aan het
einde van 1944 tot bijna 700 millioen gestegen, terwijl na de geld-
saneering een bedrag van 1500 millioen, zegge anderhalf milliard,
werd bereikt. i j
Ongevraagd werden de boerenleenbanken bij de uitvoering van de
geldsaneering ingeschakeld door de Regeering, die blijkbaar meende,
dat zonder die banken finantieele maatregelen van zoo groot formaat
niet uit te voeren waren, een erkenning door de Overheid van de
belangrijke plaats, die de locale banken bij het landbouwcrediet
innemen. Hulde aan kassiers en bestuursleden, die zich door bergen
van werk en tallooze moeilijkheden, maar met een mooi eindresultaat,
hebben weten heen te slaan.
Niet alle kassiers waren voor hun nieuwe en omvangrijke taak
berekend: in de gevallen, dat de kassiers niet opgewassen bleken,
heeft de Centrale Bank door een bijdrage te verleenen in de pension-
neering, de verjonging van het corps kassiers bevorderd.
In den oorlogswinter 1944—1945 hadden zoowel de Centrale als de
locale banken met groote moeilijkheden te worstelen; vrees voor
oppakken, koude, geen licht, terwijl langen tijd het contact werd ver
broken, veroorzaakten achterstand in de administratie en om dezelfde
redenen kwam van de normale controle weinig terecht. De jaarverga
dering in 1945 kon dan ook niet gehouden worden. De geldsaneering
in den herfst van 1945 eischte weer meer dan 100 van de beschik
bare krachten, waardoor het tot den herfst van 1945 duurde eer de
raad van toezicht het accountantsrapport over 1944 m studie kon
nemen De Centrale Ringvergadering heeft het jaarverslag over 1944
eerst in November 1945 kunnen behandelen en zich geheel met het
Verslag met de winst- en verliesrekening vereenigd. Een algemeene
vergadering in den vorigen winter te houden was onmogelijk door de
onvoldoende verbindingen en logeergelegenheid, waarop werd be
sloten haar te verschuiven naar Juni 1946, in de hoop, dat dan ook
de rekening over 1945 gereed zou zijn. Dit laatste bleek evenwel een
illusie de geldzuivering maakte het onmogelijk tijdig gereed te zijn
en de accountants, zelf ook overkropt met werk, leverden het rapport
over 1945 eerst twee maanden geleden_in. In Juni van dit jaar was de
reisgelegenheid nog niet genoegzaam verbeterd en daar de rekening
over 1945 toch niet in die maand behandeld kon worden, heeft de
Centrale Ring zich met het voorstel van het Bestuur vereenigd, dat
de Verslagen en Rekeningen 1944 en 1945 te zamen zouden worden
behandeld in één algemeene vergadering in November 1946. De voor
schriften van de statuten konden niet worden nageleefd door de zeer
abnormale omstandigheden en ik hoop, dat de vergadering daarin
"Ongetwijfeld zult U zich verheugen over het resultaat van de laatste
twee jaren, dat voor de Centrale Bank nog veel gunstiger geweest
zou zijn, als niet het leeuwendeel naar den fiscus zou zijn afgevloeid.
Omdat de belastingdruk voor de locale banken minder zwaar was,
is er naar gestreefd de winst van de Centrale Bank binnen zeer be
scheiden perken te houden en de voordeelen zooveel mogelijk te doen
toekomen aan de locale banken. Gelukkig is er uitzicht, dat de meest
ruïneuze belastingheffingen voor de Centrale Bank zullen worden ver-
zacht zoodat de Centrale meer zorg aan den opbouw van haar eigen
reserves kan gaan schenken, hetgeen zeer noodzakelijk is om over
grooten finantieelen weerstand te kunnen beschikken in de storm-
achtige en bewogen dagen, die wij ongetwijfeld nog voor den boeg
hebben. Gelet op den omzet 'en vergeleken met Eindhoven maken
onze reserves nog een mageren indruk,
Indien wij den blik laten gaan over onze organisatie, hebben wij
reden tot groote dankbaarheid, maar redenen om de toekomst met
bezorgdheid in te zien zijn er te over. Finantieel en materieel is
Nederland in nog berooider toestand dan waarin het 150 jaar geleden
na den Franschen tijd verkeerde. In 1938 bedroeg onze nationale
schuld 4 milliard gulden; zij zal rekening houdende met de begrotings
tekorten over 1946 en.1947, oploopen tot 30 milliard. Onze staatsschuld
is nog niet geconsolideerd; enorme bedragen zal de Staat moeten
leenen om hetgeen wij noodig hebben te kunnen koopen; rente en
aflossingen zullen betaald moeten worden, hetgeen alleen kan ge
schieden, indien de goederen die wij aan het buitenland leveren en
de diensten die wij hem bewijzen, waardevoller zijn dan hetgeen wij
uit het buitenland betrekken. Export is dus noodig, waarom wij afzet
gebieden moeten vinden en onze producten concurrerend aan het
buitenland moeten kunnen aanbieden. Duitschland, eertijds onze groot-
ste afnemer, verkeert in de meest benarde omstandigheden en
Engeland, onze op één na beste klant, heeft thans dezelfde finantieele
zorgen als wij.
De wedloop tusschen loonen en prijzen is nog steeds gaande; laat
ons hopen, dat de Regeering zich daartegen schrap zet. Wij bevinden
ons op een hellend vlak en om verder afglijden te voorkomen is
nodig, dat meer geproduceerd dan geconsumeerd wordt en men met
een karige belooning tevreden is. Er is een maximum grens voor de
directe belastingen, waardoor een stevige heffing ineens tot delging
van een deel van onze Staatsschuld onvermijdelijk is en te verwachten
is, dat deze heffing van grooten invloed zal zijn op de deposito s en op
de vraag naar credieten.
Om het gat in de behoeften.van onze volkshuishouding te stoppen,
is het noodig dat flink gespaard wordt en hard gewerkt. Maar flink
sparen doet het volk alleen als het overtuigd is, dat het geld zijn
waarde zal behouden; het vertrouwen in ons ruilmiddel dient ten
spoedigste te worden hersteld. Om tot flink werken te prikkelen mag
de Overheid geen hoogere loonen in het vooruitzicht stellen, aange
zien hoogere loonen onvermijdelij'k leiden tot hoogere 'prijzen, hetgeen
hetzelfde is als afnemende koopkracht van het geld. Ons volk zal de
noodzaak van hard werken en vooral zuinig zijn het snelst inzien als
de Overheid het voorbeeld geeft; de vlotheid, waarmede deze geld
uitgeeft, is aanmerkelijk grooter dan vóór de oorlog. Inflatie wordt
in de eerste plaats afgespeeld ten koste van de kleinere spaarders;
inflatie is een sociaal onrecht en fnuikend voor de volkèmoraal.
Ook voor onze boerenleenbanken is het vertrouwen in de gaafheid
van ons geld een zaak van uitermate groot belang. Ons landbouw
crediet is slechts tot ontwikkeling gekomen doordat de deposito s de
aanvragen om voorschotten en credieten overtroffen. Zouden de spaar
gelden niet meer vlot binnenkomen, dan verliest het landbouwcrediet
zijn voornaamste steunpunt. i
Er is een gevaar verbonden aan het bij herhaling signaleeren van
een dreigende inflatie, het vertrouwen in den gulden zou er door
ondermijnd kunnen worden. Het lijkt mij goed in dit opzicht het
Engelsche voorbeeld te volgen, waar het volk bij monde van Lhurchill
bij herhaling te hooren kreeg hoe benard' de situatie was en dat
slechts bloed, zweet en tranen voor het Engelsche volk waren weg
gelegd, wilde het den strijd winnen.
Geve God, dat het bloéd voortaan buiten beschouwing moge
blijven, dan zullen wij ons de tranen kunnen besparen, mits wij er
het zweet voor over hebben.
Daarna worden de notulen van de algemeene vergadering van
1 Juni 1944 aan de orde gesteld en ongewijzigd vastgesteld.
Vervolgens worden goedgekeurd de rekening en verantwoording
over 1944 en die over 1945, benevens de voorstellen ten opzichte van
de gemaakte winst over 1944 en over 1945.
De voorzitter schorst nu de algemeene vergadering en opent de
algemeene vergadering van het Onderling Waarborgfonds. De notulen
van 21 December 1945 worden vastgesteld, de rekening en verant
woording over 1944 en 1945 goedgekeurd.