7
ECONOMISCH NIEUWS
Inzonderheid brengt spr. hulde aan de echtgenooten en verloofden
van de personeelsleden, die er door hun standvastigheid en opoffe
ring, inzonderheid in den hongerwinter 1944/1945, zooveel toe hebben
bijgedragen om den moed te behouden^
Dank v/ordt gebracht aan het huldigingscomité, aan de banken voor
hun bijdragen, aan de ringen voor hun bloemenhulde, aan den calli-
graaf Geert de Groot voor de vervaardigde oorkonde.
Deze oorkonde wordt dan door spreker onthuld en onder applaus
aan de aanwezigen getoond.
De tekst wordt door den Heer Hooft Graafland voorgelezen.
Hierna was het woord aan den heer Bierema, voorzitter van het
bestuur der Centrale Bank, die eenige woorden wijdde aan de bange
jaren, welke achter ons liggen.
Spr. memoreerde allereerst de persoonlijke offers, die deze jaren
van onze organisatie hebben geëischt, om daarna stil te staan bij de
materieele schade, welke werd aangericht.
Gewaagd werd van de moeilijkheden met den Ned. Coöp. Raad, ter
wijl gememoreerd werd, dat het personeel der Centrale Bank met
slechts één uitzondering volkomen betrouwbaar kon worden geacht.
Het goede werk, gedaan door de hulpcentrales in 1944/'45 werd
herdacht.
Het bestuur der-Centrale Bank prijst zich gelukkig het jongere
personeel, dat door de dreiging van den arbeidsinzet verplicht was
pnder te duiken, ook in dien tijd te hebben kunnen steunen.
Met dankbaarheid werd herdacht de hulp, welke vele boerenleen
banken in den hongerwinter hebben geboden door het zenden van
voedsel.
Op 18 Mei 1945 kon reeds weer de eerste circulaire aan de banken
worden toegezonden en werd met nieuwen moed het werk aange
vangen. Helaas kwam al spoedig de geldsaneering nieuwe moeilijk
heden brengen en werd van directie en personeel veel gevraagd.
Ook deze spreker wijst op den grooten invloed, welke de vrouw
heefi op het werk en de geestkracht van den man.
Tenslotte wordt nog een blik op de toekomst gericht en eindigt
spreker met het uitspreken van den wensch, dat alle krachten dienen
te worden ingespannen om ook in de toekomst de belangrijkste taak
der Centrale Bank te doen verrichten tot heil van het geheeje land.
De secretaris-penningmeester van het huldigingscomité, de heer Van
Zwieten doet dan mededeeling van de wijze, waarop deze middag is
tot stand gekomen. De heer Van Zwieten verkeerde in de mogelijk
heid om ook gedurende den hongerwinter regelmatig de Centrale Bank
te bezoeken en is toen vaak weggegaan onder den indruk van de
uiterst moeilijke omstandigheden, waaronder directie en personeel hun
werk moesten verrichten. Plannen om te helpen waren er wel. maar
de uitvoering bleek in vele gevallen niet mogelijk.
Spr. dankt voor het vele werk en de voorlichting in verband met de
geldsaneering en ziet dezen middag als een poging om den onder-
lingen band te versterken.
555 boerenleenbanken hebben bijgedragen, hetgeen niet wil zeggen,
dat de overigen niet wilden. Tientallen brieven met sympathiebetui
gingen werden door het comité ontvangen.
Het ligt in de bedoeling om voor allen, die bij de hulpcentrales zoo
veel goed werk hebben gedaan, binnenkort eveneens een middag te
organiseeren. Ook deze spreker dankt allen voor hun medewerking.
De heer Hqoft Graafland ziet zich dan voor de moeilijke taak ge
plaatst om een passend woord te vinden tegenover al deze hulde.
Spr. verklaart dat inzonderheid de winter 1944/'45 geen gemakke
lijke tijd was. Men zegt wel, da,t moeilijkheden spoedig vergeten
worden, maar deze tijd zal toch niet licht door ons worden vergeten.
Het werk geschiedde slechts moeizaam en de omstandigheden waren
primitief.
Spr. herinnert aan het ééne potkacheltje, dat dien winter kon bran
den en memoreerde, hoe allen, die nog naar de bank kwamen, zich
's morgens daaromheen schaarden, teneinde allereerst kennis te nemen
van ,,het" nieuws", dat door enkele dapperen getrouw iederen dag
werd opgenomen.
De hulp der boerenleenbanken op voedselgebied was schitterend.
Door allen werd er als het ware een sport van gemaakt om te zor
gen, dat de bezetters onze organisatie niet in de war stuurden.
Spr. maakt dan nog melding van het feit, dat op 10 Mei 1940 velen
van het personeel 's morgens om 7 uur reeds aanwezig warenf ten
einde te zien, wat er voor de bank gedaan kon worden. Dat is de
stemming, aldus de heer Hooft Graafland, die we met alle krachten
moeten trachten onder alle omstandigheden te bewaren.
En hiermede was het meer officiëele gedeelte ten einde.
Hetgeen door de goede zorgen van het comité aan eetbaars en
drinkbaars aan de aanwezigen werd aangeboden, was zoodanig, dat
iedereen hierover enthousiast was.
Door een drie-tal leden van het personeel werd de „Geldsaneering"
opgevoerd tot groote hilariteit der aanwezigen.
De heer Van Zwieten droeg een stuk voor, waarbij steeds door alle
aanwezigen in spreekkoor moest worden geantwoord. Een zestal be
kende persoonlijkheden der Centrale Bank werden aldus ,,in het zon
netje gezet", meestal onder groote vreugde van de „slachtoffers".
Een strijkje verzorgde het muzikale gedeelte.
Nadat tenslptte nog verschillende foto's waren gemaakt,, werd te
ongeveer zes uur op verzoek van den heer Van der Borch tot Ver-
wolde door alle aanwezigen staande ons volkslied gezongen (gelijk dit
in den loop van den middag met het Friesche volkslied was geschied),
waarmede ook deze huldigingsmiddag weliswaar weer tot het ver
leden behoord, maar in de herinnering van alle aanwezigen zeer zeker
nog langen tijd zal worden behouden.
VOORSTELLEN TOT UITBREIDING VAN DEN
WERELDHANDEL EN DE WERKGELEGENHEID
Over bovengenoemde voorstellen, welke werden uitgewerkt door
een deskundigen staf van de regeering der Vereenigde Staten ter
voorbereiding van een internationale conferentie over handel en
werkgelegenheid en die aan de Vereenigde Volkeren ter overweging
worden aangeboden, is bij de Algemeene Landsdrukkerij een brochure
verschenen. Naar aanleiding van deze voorstellen is reeds van des
kundige Nederlandsche zijde onder oogen gezien, welke gevolgen de
Amerikaansche voorstellen eventueel kunnen hebben voor den Neder-
landschen Landbouw.
Wij willen hieronder in het kort weergeven wat de bovenbedoelde
voorstellen inhouden, om daarna te laten zien, welke bezwaren van
deskundige zijde tegen deze voorstellen, in het bijzonder met betrek
king tot den Nederlandschen landbouw, naar voren worden gebracht.
Allereerst wordt in de genoemde brochure een analyse van de
voorstellen gegeven.
Hierin wordt gezegd, dat de Vereenigde Volkeren na den oorlog
voor de principiëele keuze stonden zullen de landen tegen elkander
strijden om rijkdom en macht of zullen zij samenwerken tot veiligheid
en wederzijdsch voordeel? Deze keuze, zoo zegt de inleiding, werd
in beginsel te San Francisco beslist en is sedertdien door de over-
groote meerderheid der betrokken regeeringen bekrachtigd. De taak
voor de naaste toekomst is nu deze beslissing te belichamen in ge
meenschappelijke instellingen én deze instellingen zoo te steunen,
dat de proef kan gelukken.
Zal zij slagen, dan is het noodig, dat de Vereenigde Volkeren op
ieder gebied van gemeenschappelijk belang, inzonderheid op econo
misch gebied, samenwerken. Zij zullen dan ook moeten trachten over
eenstemming te brengen in hun politiek ten aanzien van den inter
nationalen handel en de werkgelegenheid. Een internationale handels
organisatie moet nog worden opgericht. Te dien einde wordt thans
voorgesteld, dat de Vereenigde Volkeren een internationale confe
rentie voor handel en werkgelegenheid bijeenroepen.
Als oorzaken van belemmering van den internationalen handel
worden genoemd
1. beperkingen, die door de regeeringen worden opgelegd
2. beperkingen, die door particuliere combinaties en kartels wor
den opgelegd
3. vrees voor verstoring van de markten voor zekere primaire
goederen
4. onregelmatigheid en de vrees voor onregelmatigheid, van pro
ductie en werkgelegenheid.
Tenslotte wordt dan gewezen op de noodzakelijkheid van het tol
stand komen van een internationale handelsorganisatie.
Na deze irfleiding en analyse volgen in de brochure dan de voor
stellen zelf.
Achtereenvolgens worden besproken
A. De behoefte aan internationale economische samenwerking
B. Voorstellen betreffende werkgelegenheid
C. Voorstellen betreffende een internationale handelsorganisatie.
Het overgroots deel van de voorstellen wordt ingenomen door de
onder C. genoemde, waaruit reeds blijkt, welk een zeer bijzondere
aandacht geschonken wordt aan den handel en alles wat daarop be
trekking heeft. Men zou geneigd zijn hieruit de conclusie te trekken
dat Amerika bij deze voorstellen het standpunt heeft ingenomen, dat
indien het den handel goed gaat, het geheele economische leven zai
bloeien.
Het grootste deel van de voorstellen sub C. wordt ingenomen door
een schets van de beginselen, volgens welke men een internationale
handelsorganisatie zou willen zien ingericht.
Als doeleinden van de organisatie worden genoemd
1. Internationale commerciëele samenwerking te bevorderen door
de instelling van een apparaat tot overleg en samenwerking
tusschen de leden-regeeringen betreffende de oplossing van
vraagstukken op het gebied van internationale handelspolitiek
en handelsbetrekkingen.
2. De leden in staat te stellen een toevlucht tot wereldhandel
vernietigende maatregelen te vermijden, door op een weder-
keerige en wederzijdsche voordeelige basis' steeds ruimer wor
dende gelegenheden te verschaffen voor hun handel en econo
mische ontwikkeling.
3. Aan alle leden den toegang, op voet van gelijkheid, te verge
makkelijken tot den wereldhandel en de wereldgrondstoffen, die
noodig zijn voor hun economische welvaart.
4. In het algemeen nationale en internationale actie te bevorderen,
welke ten doel heeft productie, uitwisseling^ en verbruik van
goederen te vergrooten, tarieven en andere handelsversperringen
te verlagen en alle vormen van differentiëele behandeling in den
internationalen handel af te schaffen en aldus bij te dragen
tot een zich uitbreidende wereldeconomie, tot het vestigen en
in stand houden in alle landen van een hoog peil van werk
gelegenheid en reëel inkomen en tot het scheppen van econo
mische omstandigheden, welke leiden tot het behoud van den
wereldvrede.
Verder wordt dan de algemeene handelspolitiek geregeld en wei
door algemeene commerciëele bepalingen, tarieven en preferenties,