DE AGRARISCHE AFDEELING VAN DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE JAARBEURS 3 is de z.g. middenkoer*. Dit is de koers, waartegen de effecten- handelaren afrekenen met cliënten, die een ongelimiteerde order (ook wel genoemd „bestens order") hebben gegeven. Als iemand bijv. opgeeft, een aandeel Koninklijke Olie voor hem te koopen, zonder een koerslimite te noemen, en de koers schommelt dien dag van 240 tot 260, krijgt hij afgerekend tegen 250. Men kan ook een z.g. gelimiteerde order opgeven, bijv. om een aandeel Koninklijke Olie te koopen tegen een koers van ten hoogste 245. Dan krijgt men afgerekend tegen den koers, waarvoor de com missionair werkelijk heeft gekocht. Is hij er in geslaagd, om te koopen voor bijv. 242, dan krijgt men afgerekend tegen 242. Booze tongen echter fluisteren, dat er commissionairs zijn, die in zulke gevallen afrekenen tegen 244 of 245, teneinde een niet-officiëele provisie er bij te verdienen. Wanneer wordt afgerekend tegen middenkoers, is het koersverschil niet voor rekening van den commissionair, maar voor rekening van den z.g. hoekman. Dit is een beursbezoeker, die als het ware specialist in een bepaald fonds of een bepaalde categorie fondsen is en bij wien zich veel orders plegen op te hopen. Hij staat op .een vaste plaats in het beurslokaal, die ,,de hoek wordt genoemd, ook al is het hoek. De beursbezoekers, die „bestens orders in bijv. Koninklijke Olie hebben uit te voeren, geven deze op aan den hoekman van dit fonds. Dit zijn natuurlijk zoowel koop- als verkooporders en de hoekman krijgt dus bijv. 150 aandeelen te koopen en 130 te ver- koopen. De 130 stuks, die hij ver'koopen moet, levert hij natuurlijk aan degenen, die hem een kooporder hebben opgegeven, zoodat hij per saldo nog 20 stuks moet bijkoopen. Als hij er in slaagt deze beneden middenkoers te koopen, is het voordeelige koersverschil voor hem. Als de handel in een fonds zeer druk is, spreekt men van handel in een „open." hoek („open", omdat het een komen en gaan is tusschen die hoek en andere deelen van de beurs). De noteering geschiedt in procenten van de nominale waarde, behalve bij Amerikaansche aandeelen, die in dollarë worden genoteerd. Ziet men dus in de prijscourant een Amerikaansch aandeel op 8 ge noteerd, dan behoeft dit in het geheel niet een bewijs van zwakte van dat aandeel te zijn, want de nominale waarde kan bijv. 5 zijn (er worden in de V.S. en ook in Engeland vrij dikwijls aandeelen in kleine bedragen uitgegeven). Het kan echter ook zijn, dat de nominale waarde 20 is. Nog een derde mogelijkheid is, dat het aandeel geen nominale waarde heeft, want het is in de V.S. mogelijk, aan deelen zonder nominale waarde uit te geven. Bij de beoordeeling van den koers van Amerikaansche en andere buitenlandsche fondsen, moet men ook altijd rekening houden met het feit. dat de noteering geschiede tegen een vasten koers van de buitenlandsche munt, die soms afwijkt van den werkelijke^ koers. De .Amerikanen", die aan de Amsterdamsche beurs worden ge noteerd, zijn een zeer belangrijk object van den beurshandel, speciaal voor het speculatief aangelegde gedeelte ervan. Zij zijn bijna alle certificaten van aandeelen, uitgegeven door hier te lande gevestigde administratiekantoren. De beurshandel is in Amsterdam contante handel, d.w.z. de ge kochte effecten moeten altijd contant worden betaald. Hierop is slechts één uitzondering; in aandeelen van de Nederlandsche Handel- Maatschappij kan termijnhandel worden gedreven, d.w.z. handel, waarbij de koopprijs moet worden voldaan op éen toekomstigen afre keningsdatum (rescontre-datum), het eind van de maand of van een kwartaal. Het is niet om het belang van deze uitzondering, dat wij melding van haar maken, maar om het belang, dat de termijnhandel heeft aan de meeste groote buitenlandsche beurzen. In Londen is de termijnhandel regel. Iedere veertien dagen is er een rescontre. Dit systeem vergemakkelijkt het speculeeren. Verwacht iemand aan het begin van een rescontre-periode stijging van den koers van een be paald fonds, dan koopt hij het en als zijn verwachting werkelijkheid wordt, verkoopt hij het.vlak voor den rescontre-datum. Geld heeft hij hiervoor in het geheel niet noodig; op den rescontredatum strijkt hij eenvoudig de winst op. Niet elk fonds kan ter beurze worden genoteerd. De. Vereeniging voor den Effectenhandel beslist over de toelating tot de noteering. Geen fonds wordt toegelaten, als niet tenminste 500.000.er van aan het publiek is uitgegeven. Rest nog te vermelden, dat de effectenbeurs krachtens de Beurs wet van 1914 onder toezicht van de regeering staat. Deze heeft bijv. het recht de beurs te sluiten, een recht, waarvan zij gebruik maakt in buitengewone omstandigheden (bijv. bij oorlog of oorlogsgevaar), wanneer het open laten van de beurs het risico zou meebrengen van een catastrophale koersdaling. Aan de 47ste Koninklijke Nederlandsche Jaarbeurs was verbonden een agrarische afdeeling, op welke afdeeling, zooals bekend, ook de Centrale Bank met een stand uitkwam. De agrarische afdeeling werd op 10 September j.1. officiëel geopend door den heer Ir. C. Staf, Directeur-Generaal van den Landbouw. Bij deze gelegenheid werd door Ir. Staf de volgende rede uit gesproken „Tien jaren na de opening van de eerste Agrarische Aideeling van de najaarsbeurs zijn wij thans bijeen om na de bevrijding wederom de Agrarische Afdeeling te openen. In 1936 y/erd n.1. voor de eerste maal een Agrarische Afdeeling aan de Jaarbeurs toegevoegd. De belangstelling voor de inzendingen bleek reeds dadelijk zeer groot te zijn, maar groeide nog belangrijk in vol gende jaren. Hetgeen vertoond werd op de „Agrarische Jaarbeurs werd aangepast aan de behoefte, waarbij overal bleek, dat nog vele wenschen tot verdere ontwikkeling leefden. In deze ontwikkeling is een onderbreking gekomen doordat de bezetter in 1942 verder voortgaan onmogelijk maakte. Nu, na een lange onderbreking, is weer met volle kracht begonnen. De belangstelling voor de deelneming bleek zeer groot en liet is verheugend, dat de Raad van Beheer van de Koninklijke Nederland sche Jaarbeurs met medewerking van het Ministerie van Oorlog een belangrijke oppervlakte, op een voor het doel zeer geschikt terrein voorloopig in gebruik heeft ontvangen. De landbouw kan den steun, welke kan worden £evonden in een goede Agrarische Jaarbeurs niet missen. De landbouw in Nederland immers staat voor een moeilijken tijd. In de eerste plaats werd in he; bijzonder de landbouw zwaar getroffen door oorlogsschade. Gronden werden geïnundeerd, ten deele met het voor den grond zeer schade- lijke zeewater, boerderijen werden vernield, inventarissen vernietigd of gestolen, vee en paarden verdreven of weggehaald. Het-herstelwerk is met groote kracht aangepakt en al kunnen we met een zekere voldoening terugzien op hetgeen reeds werd verricht en op buitenlanders een bijzonderen indruk maakt, er blijft nog zeer veel te doen en er is nog veel noodig. Het herstel van de oorlogs schade is echter niet de eenige moeilijkheid de Nederlandsche land bouw gaat een zwaren tijd tegemoet. Als we ons realiseeren, w<?t gedaan zou moeten worden om het bedrijf gaande te houden, dan dringen zich twee voorwaarden aan ons op, n.1. 1. kostprijsverlaging en 2. vergrooting van den afzet tegen loonenden prijs. De Agrarische Jaarbeurs kan zeker in belangrijke mate bijdragen tot )jet vervullen van deze voorwaarden. Hoe is kostprijsverlaging te bereiken? Ik zal hier voorbijgaan, het geen kan worden bereikt op het meer zuiver landbouwkundig terrein en wil slechts wijzen op het groote belang van goed land- en tuin- bouwonderwijs en van de land- en tuinbouwvoorlichting. Wil men tot kostprijsverlaging komen, dan zullen echter ook nieuwe werk methoden moeten worden toegepast. De mechaniseering van den land bouw is in andere landen met groote stappen vooruitgegaan. Nieuwe machines en nieuwe methoden hebben daar buitengewone resultaten gegeven en wij zullen moeten trachten in zoo kort mogelijken tijd bij te komen en ons verder te ontwikkelen. Een demonstratie v,an hetgeen' op het gebied van gereedschappen, landbouwwerktuigen en machines kan worden geleverd, is daarom van het grootste belang. In Nederland hebben we echter nog een bijzondere moeilijkheid, doordat onze landbouw overwegend in kleine bedrijven wordt uit geoefend. Kleine bedrijven, die andere machines vragen, bedrijven, die door combinatie moeten trachten mee te komen in den concur rentiestrijd. Den fabrikant en den handelaar moet het duidelijk wor den, welke voorzieningen hier nog noodig zijn, de landboifwexperts moeten trachten door het verschaffen van de noodige gegevens te komen tot hef doen produceeren van die gereedschappen en werk tuigen, welke voor onze kleine" bedrijven noodzakelijk zijn. Ik wil thans niet verder ingaan op hetgeen verder in verband staat met het vraagstuk der kostprijsverlaging. Het is echter wellicht in volgende jaren ook mogelijk op de Agrarische Jaarbeurs aan niet direct bij den landbouw betrokken bezoekers een inzicht te geven in de problemep van dezen tak van het bedrijfsleven. Niet alleen zou dit gewenscht zijn om hen nog weer eens te doen beseffen het groote belang van onzen landbouw voor de voedselvoorziening hoe snel is de boer weer van zijn bevoorrechte plaats als allemansvriend ver dwenen en voor den export, maar ook acht ik het gewenscht, dat begrepen wordt, dat het landbouwbedrijf een ingewikkeld bedrijf is geworden, waarin de nieuwste vindingen toepassing dienen te vinden. Ik noemde, behalve de kostprijsverlaging het vergrooten van den afzet en wel vooral- den export. Ik behoef niet in te gaan pp het groote belang van den export; ik wijs er slechts op, dat daarmede niet alleen onze afzet-mogelijkheid wordt vergroot, maar dat ook onze deviezenpositie belangrijk wordt versterkt. Voor de bevordering van den export is de Agrarische- Jaarbeurs uitermate geschikt. Er bestaat de mogelijkheid om aan den vreemde ling te laten zien, wat door ons kan worden voortgebracht. We kun nen reclame maken. Maar dit is het niet alleen, we kunnen ook laten zien, welk een zorg aan de te exporteeren goederen wordt besteed. Want willen we afzet en export uitbreiden, dan is wel hét middel kwaliteitsver betering en daaraan verbonden kwaliteitscontrole. Reeds kunnen wc den vreemden kooper in vele gevallen de beste garanties geven. De Agrarische Afdeeling van de Najaarsbeurs levert zeker den grondslag voor het leggen van het zoo belangrijk te achten contact tusschen binnen- en buitenland en voor de versteviging van reeds bestaande banden. Op deze beurs is ook het Ministerie van Landbouw, Visscherij en Voedselvoorziening vertegenwoordigd. De inzending draagt een éénvoudig karakter en heeft slechts de bedoeling om daadwerkelijk te willen medewerken. De medewerking moet echter komen van het bedrijfsleven zelf, van den boer, den fabrikant en den handelaar. Indien dé Raad van Beheer mocht besluiten in volgende jaren op de Agra-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1946 | | pagina 3