5
heeft het geluk gehad buiten den oorlog te blijven, maar ook daar
heeft men te kampen met allerlei na-oorlogsche verschijnselen, zij het
ook, dat deze in velerlei opzicht anders zijn dan die, welke zich bij
ons'voordoen. Zwitserland maakt momenteel1 een periode van hoog
conjunctuur door en een dergelijke periode brengt altijd het gevaar
met zich van het op te groote schaal vastleggen van kapitaal.
De Zwitsersche bankiersvereeniging, de Zwitsersche boerenbond, de
Federatie van arbeidersorganisaties en verschillende andere op het
gebied van handel en industrie hebben thans gezamenlijk tot hun leden
een waarschuwing gericht, waarin gewezen wordt op de gevaren van
de huidige hoogconjunctuur.
Nu hebben wij in ons land nog wel niet te doen met een dergelijke
conjunctuurperiode, maar in de bedoelde waarschuwing komen toch
verschillende gedachten voor, waarmede ook wij ons voordeel kunnen
d°Het desbetreffende artikel in de Zwitsersche Raiffeisen-Bode draagt
den reeds veelzeggenden titel van
De credietgever, de voornaamste instantie voor het vermijden
van een onj'uist vastleggen van kapitaal.
Allereerst wordt er op gewezen, dat alle verantwoordelijke kringen
het er over eens zijn, dat gevaarlijke ontwikkelingen en terugslagen als
gevolg van de huidige periode van hoogconjunctuur zoo goed mogelijk
dienen te worden voorkomen. Van overheidswege zijn daartoe bereids
de noodige maatregelen genomen.
Echter mag nu ook van het particuliere bedrijf verwacht worden, dat
het alle niet strikt noodzakelijke investeeringen en aanschaffingen
uitstelt tot het tijdstip, waarop dit, doordat in de meest dringende be
hoeften in het algemeen belang is voorzieh, weder beter mogelijk is.
Verder wordt er de aandacht op gevestigd, dat productietakken,
welke zich gedurende de hoogconjunctuur abnormaal uitbreiden, dus
die gedurende de periode der hoogconjunctuur uitbreidingen en nieuw
bouw tot standbrengen, welke later blijken overbodig te zijn, in geen
geval op staatshulp behoeven te rekenen.
Wie op onvoorzichtige wijze investeert, dus op niet-verantwoorde
manier kapitaal vastlegt, moet de nadeelige gevolgen hiervan zelf
Deze waarschuwingen verdienen zonder twijfel de volle aandacht.
Helaas leidt het menschélijke streven naar winst ertoe om, indien men
meent van nieuwe investeeringen meer winst te kunnen verwachten,
alle goede raadgevingen in den wind te slaan, tenzij buiten het bedrijfs
leven om maatregelen worden genomen, die een remmende invloed
hebben.
Eenerzijds dienen hiertoe de van overheidswege genomen maat
regelen, maar anderzijds kan een nog veel belangrijker remmende
invloed uitgaan van een zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de
credietverstrëkking terdege bewust zijnd bankwezen.
Mag het ook zijn, dat in verschillende gevallen nieuwbouw en uit
breidingen door de ondernemingen uit eigen middelen kunnen worden
bekostigd, het overgroote deel der ondernemingen is hiervoor toch
aangewezen op bankcrediet. Het ligt nu allereerst aan het standpunt,
dat de banken tegenover deze credietaanvragen innemen, of het kapi
taal ook op onjuiste wijze wordt geïnvesteerd en op deze wijze mede
werkt tot een catastrophale ontwikkeling van het bedrijfsleven.
Willen de banken (en dit geldt vanzelfsprekend ook voor andere
soorten instellingen, die crediet verleenen) medewerken aan een ge
zonde economische politiek, dan dienen zij vooruit te zien en bij de
behandeling der credietaanvragen voor investeering niet alleen na te
gaan of de aanwending der gelden op doelmatige wijze geschiedt, maar
ook de ontwikkelingsmogelijkheid en de draagkracht van het bedrijf
en zijn leiders in crisistijd terdege te overwegen. Staat dit laatste niet
vast, dan zullen zij het moeten aandurven om niet een verheugd „Ja
te doen hooren, maar in de daarvoor in aanmerking komende gevallen
zeer beslist „Neen" te zeggen, ook dan, wanneer het toestaan van de
desbetreffende credietaanvrage een zeer welkome winstmogelijkheid
in het vooruitzicht stelt.
Wie de oorzaken van de crisis na den eersten wereldoorlog grondig
nagaat, zal zonder twijfel tot de conclusie komen, dat een belangrijk
deel van de toen plaats gehad hebbende economische ineenstorting op
rekening van een weinig verantwoordelijke, enkel en alleen op een
streven naar winst gerichte credietverleening moet worden geschreven.
Crediet kan een zegen, maar evenzoo een vloek beteekenen dit
hangt af "van de wijze, waarop het crediet aangewend wordt. Een juiste
beoordeeling hiervan kan men niet verwachten van hen, die vol
optimisme alleen maar oog hebben voor de opgaande conjunctuur,
doch wèl van een onzijdig, nuchter en zich zijn verantwoordelijkheid
tegenover de geheele samenleving bewustzijnd credietgever.
Van zeer groot belang bij het nagaan van de credietwaardigheid van
de aanvragers is het aanwezig zijn van een eigen-kapitaal der onder
neming. Wie zijn huis, zijn bedrijf uitsluitend op vreemde middelen
opbouwt en dus in dit opzicht zelf geen verliezen te duchten heeft,
zal reeds bij de eerste stoot van een omslaande conjunctuur vallen,
aangezien hij niets van zichzelf te verliezen heeft en, hetgeen veel
moderner is, het gevolg zal zijn een roepen om hulp van buitenaf,
om staatshulp. Het moet dan ook zeer bedenkelijk worden geacht
I indien aan credietnemers met geên of weinig eigen middelen belang
rijke bankcredieten ter beschikking worden gesteld.
Een behoorlijk bedrag aan eigen middelen jfHiiet alleen een maatstaf
ter beoordeeling van het crediet op een bepaald tijdstip, maar ook
een beteekenisvolle waarborg om het in crisistijden uit te kunnen
houden. Ditzelfde geldt ook voor den bouw van een eigen huis aan
een aspirant-bouwer met eenige honderden guldens eigen kapitaal be
hoort niet het voor den bouw benoodigde crediet ter beschikking te
worden gesteld van de onderhoudskosten, welke het bezit van een
eigen huis medebrengt hebben zij, die tot dusverre nog geen eigen
huis bezaten, als regel geen idee.
Het is dringend noodzakelijk, dat de banken door middel van een
voorzichtige en omzichtige credietverleening moeilijkheden trachten te
voorkomen. Zij handelen daarmede niet alleen in het welbegrepen
belang van bouwlustigen en ondernemers, maar ook in het belang van
een gezonde volkshuisvesting en niet in de laatste plaats in dat van
den Staat zélf, die nu eenmaal volgens de tegenwoordige opvattingen
voor alle geleden schade verantwoordelijk wordt gesteld en als ge
volg daarvan noodzakelijkerwijs haar geheele finantieele draagkracht,
die op de gemeenschap berust, moet inzetten om de ontsporingen
van enkelen op te vangen, hetgeen nu eenmaal met groote offers ge
paard gaat.
Tot zoover het bedoelde artikel.
Wij meenen niet teveel gezegd te hebben met onze opmerking, dat
hierin verschillende gedachten naar voren worden gebracht, die het
overwegen ten volle waard zijn.
Een artikel van geheel anderen aard, voorkomend in hetzelfde
nummer van ons Zwitsersch zusterorgaan is getiteld
HET LANDBOUWCREDIETWEZEN IN DE SOVJET-UNIE.
Wij laten dit artikel hieronder volgen
Over de organisatie van het landbouwcredietwezen in Sovjet-
Rusland dringen slechts weinig berichten door in het buitenland.
De Russen waren en zijn er nog steeds op uit te zorgen, dat het buiten
land zoo weinig mogelijk over de samenstelling van hun landbouw
organisatie verneemt.
Tegenwoordig kan de Russische landbouw voor volkomen gesocia
liseerd doorgaan particulier bedrijven zijn er niet meer. Dit bracht
natuurlijk ook* een ingrijpende hervorming van het landbouwcrediet
wezen met zich mede. Dit landbouwcredietwezen was bovendien in
het Rusland van vóór de revolutie bijna niet ontwikkeld. De groot
grondbezitters deden slechts in het uiterste geval aanspraken gelden
op crediet en vrije boeren, zooals wij deze in West-Europa kennen,
waren er destijds in Rusland slechts zeer weinig. Het gevolg van een
en ander was dan ook, dat het landbouwcredietwezen van voren af
aan en volgens andere beginselen dan in een land met vrije boeren
moest worden opgebouwd. De algemeene leiding van het landbouw
credietwezen is in handen van de Centrale Bank, de zoogenaamde
Gosbank. Sinds 1931 controleert zij alle credietinstellingen op land
bouwgebied. Deze zijn verplicht aan de landbouwbedrijven (in Rusland
geheeten kolchosen en sovchosen; het verschil in benaming hangt af
van de mate, waarin de bedrijven als staatsbedrijven moeten worden
gekenmerkt) een bedrijfskapitaal ten bedrage van 30 procent van hun
totale omzet ter beschikking te stellen. Een dusdanig voorschrift werd
in 1933 gegeven. Tegelijkertijd gaf men aan die landbouwbedrijven
(hetzij kolchosen of sovchosen), die niet over dit bedrag aan bedrijfs
middelen beschikten, een voorschot voor 12 maanden. Deze zelfde
methode van credietverleening werd ook na de bevrijding van het land
van de Duitsche bezetting toegepast.
De landbouwcredietinstellingen hebben echter niet alleen te zorgen
voor het bedrijfskapitaal. Zij hebben eveneens te verzorgen de aan
vragen tot investeering zoowel voor openbare bouwwerken (dorps
gebouwen) als voor woonhuizen, zoodat ook hiermede de bedrijven
niet bezwaard behoeven te worden.
De kolchozen en sovchosen moeten slechts een klein gedeelte van
de kosten van de voorziening met gereedschappen dragen. De land
bouwmachines worden als regel gehuurd.
Bij het beëindigen van den oorlog heeft de Centrale Bank (de Gos
bank) aan den landbouw in hoofdzaak hoogere credieten ter beschik
king gesteld, die vooral dienen voor de nieuwe aanschaffing van land
bouwwerktuigen.
Het is te begrijpen, dat van deze maatregelen een zeer goede in
vloed op de ontwikkeling van de landbouwproductie uitging. Terwijl
het omschakelingsproces van oorlogs- naar vredeseconomie in> de
industrie slechts langzaam vooruit gaat en op groote moeilijkheden
stuit, heeft de Russische landbouw de gevolgen van den oorlog reeds
in groote trekken overwonnen.
Het geheele landbouwcredietwezen van de Sovjet-Unie beantwoordt
aan de eischen, door den Russischen landbouw gesteld. De zelfstandig
heid van de afzonderlijke landbouwcredietinstellingen is hier onbekend;
alles wordt centraal van bovenaf geleid en geregeld. Het initiatief van
de op zichzelf staande landbouwcredietinstellingen is, zelfs voor zoo
ver het hun eigen terrein betreft, uiterst beperkt. Alle beslissingen
worden door de centrale leiding genomen, waarbij zelfs in de Rus
sische pers steeds weer de langzame en ondoelmatig werkende
bureaucratie aan de kaak wordt gesteld.
In de laatste jaren heeft ongetwijfeld ook het landbouwcredietwezen
in Sovjet-Rusland een hooge vlucht genomen en bij de steeds voort
schrijdende techniek in den landbouw zal zijn positie ten aanzien van
het geheel der agrarische politiek nog verder versterkt worden.
Goede kenners van de landbouwpolitiek van Sovjet-Rusland zijn de
meening toegedaan, dat het waarschijnlijk geacht moet worden, dat
juist in de agrarische politiek binnen verloop van enkele jaren weer
een sterkere neiging tot individualisatie zal doorbreken. Dergelijke
veronderstellingen zijn in de voorbij gegane perioden van den Sovjet
staat reeds herhaaldelijk uitgesproken; tot heden zijn ze echter nooit
bewaarheid.
Ook het vierde vijfjarenplan bevat geen enkele aanwijzing omtrent