AIFFEISEN-BODE CREDIETVERLEENING OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR. NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 ACHT EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 19 1 MEI 1946 Zeer veelvuldig is het aantal vragen of de boerenleenbanken crediet mogen verleenen en zoo ja, in welke gevallen en in welken vorm. Het antwoord op deze vragen is te vinden in de gewijzigde Be schikking Deblokkeering 1945 en de ingevolge deze Beschikking uit gegeven aanvullings- en uitvoeringsbeschikkingen en de door de Nederlandsche Bank gegeven algemeene vergihiningen. Ter voorkoming van misverstand moet hier eerst nog de term .cre diet" nader worden verklaard. Onder crediet" is te verstaan het in eenigerlei vorm ter beschikking stellen^van middelen aan een derde, tengevolge waarvan een schuld ontstaat of een bestaande schuld wordt vergroot onder crediet wordt dus zoowel verstaan het ver leenen van voorschotten als het laten beschikken in het debet eener loopende rekening. De grondregel omtrent de credietverleening is te vinden in art. 19 der bovengenoemde Beschikking Deblokkeering 1945, welk artikel luidt 1. Het verrichten van overschrijvingen of uitbetalingen, waarmede credietverleening of beschikken over openstaand crediet gepaard gaat, is verboden, tenzij met inachtneming van door of namens den Minister van Financiën te stellen regelen. 2 Handelingen in strijd met het eerste lid worden beschouwd als misdrijven. De grondregel is derhalve, dat iedere credietverleening, in welken vorm dan ook, is verboden, derhalve zoowel in den vorm van voor- schotverleening als in den vorm van het laten beschikken in het debet eener loopende rekening. Daarnaast is de mogelijkheid open gehouden, dat door of namens den Minister van Financiën het verleenen van crediet in bepaalde gevallen zal worden toegestaan. Van deze mogelijkheid is inderdaad gebruik gemaakt. In de eerste plaats mogen de banken crediet verleenen overeenkomstig de regelen, gesteld in de algemeene vergunning no. 40. Van den inhoud dezer al gemeene vergunning is reeds meerdere malen kennis gegeven in de Raiffeisen-Bode en wel laatstelijk in no. 17 dd. 15 Maart 1946 T)p pagina 6 onder groep C. In de tweede plaats mogen de boerenleenbanken hypothecaire geld- leeningen verstrekken overeenkomstig de Achtste Aanvullings beschikking, waarvan mededeeling gedaan werd in onze circulaire no. 29 van 27 Maart j.1. Uit de vele gestelde vragen blijkt wel, dat het vele kassiers en bestuurders toch nog niet volledig duidelijk is, wanneer en voor welke gevallen inderdaad crediet kan worden verleend. Wij zullen nogmaals trachten hiervan een korte uiteenzetting te geven. Wij bespreken hierbij allereerst de algemeene vergunning no. 40 en vervolgens de verstrekking van hypothecaire geldleeningen. Vooraf echter nog een korte beschouwing over den algemeenen gang van zaken. 1. Het lid, dat van de bank een voorschot of crediet in loopende rekening wenscht te verkrijgen, moet op de gebruikelijke wijze de daartoe strekkende aanvrage indienen 2. De aanvrager dient duidelijk aan te geven, waarvoor het aan gevraagde bedrag besteed moet worden. Was dit vroeger reeds noodzakelijk om te kunnen beoordeelen of het inderdaad wel ge- wenscht was voor het door den aanvrager beoogde doel crediet te verleenen 1), thans is dit een volkomen noodzakelijkheid, om te kunnen vaststellen of de bank wel crediet mag verleenen. 3. Kan volgens de bestaande voorschriften crediet worden verleend, dan moet worden beoordeeld de soliditeit van den aanvrager, dus de kans of de aanvrager in staat zal zijn het door hem opgenomen bedrag terug te betalen. 1) Wij vestigen er hier nogmaals de aandacht op, dat het zeer omgewenscht is bii de verleening van credieten buiten het igebied van het normale boerenleenbankbedrijt te treden, dus niet over te gaan tot /het verleenen van meer .speculatieve credieten, als aan aannemers, graanhandelaren, molenaars en dergelijke of op voor de boerenleen banken vreemde zekerheden, als h.v. schepen. Men bepale zich zooveel mogelijk tot de credietverleening aan het boerenbedrijf en wat daarmede direct verband houdt. Tegen cedietverleeniug aan den dorpstimmerman, den dorpssmid en soortgelijke ge vallen behoeft o.i. geen bezwaar te bestaan credieten aan aannemers van grootcre werken, graanhandelaren e.d. behooren in principe niet bij onze banken^ thuis. 4. Moet de aangeboden zekerheid worden beoordeeld. Wij maken er op attent, dat hoewel vanzelfsprekend, de gestelde zekerheid zeer veel gewicht in de schaal legt of een aangevraagd voorschot of crediet verleend kan worden, de persoon van den aan vrager en diens credietwaardigheid het allervoornaamste zijn. Zoo is het o.i. niet geoorloofd om voorschot of crediet te verleenen aan iemand waarvan te verwachten is, dat hij nimmer in staat zai zijn het geleende terug te betalen zulks op grond van de over weging, dat de te stellen borgen er in ieder geval dubbel en dwars goed voor zijn. In dergelijke gevallen kunnen de personen, die zich als borgen wenschen te verbinden maar beter direct het bedrag, waarvoor zij borg wenschen te blijven, aan den aanvrager schenken het staat dan immers toch vast, dat zij moeten betalen en dan wel licht op een voor hen zeer ongunstig tijdstip. Is de aanvrager naar het oordeel van het bestuur credietwaardig, wordt de aangegeven besteding goedgekeurd en is deze besteding ge oorloofd, dan zal eerst de aangeboden zekerheid beoordeeld, moeten worden. In de eerste plaats komt in aanmerking zakelijke zekerheid, in den vorm van hypotheek op onroerend goed. Persoonlijke zeker heid is onder de thans geldende omstandigheden, vooral voor be dragen boven 5.000.minder gewenscht, omdat het gezien de nog te verwachten fiscale maatregelen uiterst moeilijk zal zijn om de financiëele positie der borgen goed te beoordeelen. DE ALGEMEENE VERGUNNING No, 40. Credieten, bestaande op 26 September 1945. Op dit punt moet een veel bestaand misverstand worden opgeruimd en wel dit, dat deze vergunning niet zou gelden voor reeds op 26 Sep tember 1945 bestaande credieten, in dien zin, dat in het debet dezer credieten in ieder geval en" voor elk doel zou kunnen worden be schikt. Uit het hiervoren aangehaalde art. 19 der Beschikking Deblok keering 1945 volgt zonder meer de onjuistheid van dit standpunt. In het debet van deze credieten, voor zoover deze nog open staan, kan dus alleen beschikt worden binnen de grenzen der algemeene ver gunning no. 40. Wanneer mag crediet verleend worden Crediet mag verleend worden (d.w.z. beschikking in het debet is toegelaten) indien en zoodra de credietnemer heeft verklaard, dat hij behoudens een klein bedrag voor normaal kasbeheer niet over betaal middelen of vrij tegoed kan beschikken. Voor deze verklaring kan ge bruik worden gemaakt van het formulier no. 311. Nieuw te openen credieten of verhooging van bestaande credieten. Voor het openen van credieten of verhooging van bestaande cre dieten tot een bedrag van 50.000,is geen toestemming van de Nederlandsche Bank noodig. Wordt een nieuw crediet geopend, dan verdient het wel aanbeveling, dat de credietnemer alle geblokkeerd tegoed, ook dat bij andere in stellingen dan de boerenleenbank, naar de boerenleenbank doet over schrijven. Noodzakelijk is dit echter niet (zulks in afwijking van het geen te dezer zake eerder werd medegedeeld). Wel blijft het gebruik van het formulier no. 310 noodzakelijk, daar hierdoor een beter in zicht in den financiëelen toestand van den credietnemer wordt ver kregen. Waarvoor kan beschikt worden in het debet der rekening Het volgende punt, wat de aandacht vraagt is ter betaling waar van in het debet beschikt kan worden. Slechts voor de betaling van de volgende posten is beschikking mogelijk a. voor de netto loonen, salarissen, wachtgelden en lijfrenten, zooals deze door de werknemers worden ontvangen (dus voor de be dragen, die resteeren na aftrek van loonbelasting, bijdragen in sociale verzekeringslasten en premiestortingen in pensioenfondsen). Beschikking voor loonen en salarissen is alleen toegestaan, in dien de credietnemer schriftelijk heeft verklaard, dat de loonen en salarissen zijn vastgesteld overeenkomstig de van Regeerings- wege vastgestelde normen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1946 | | pagina 1